pontifex lessen over hogere macht

level 3
Doelen
Aan het einde van dit level
weet je wat we onder het begrip boeddhisme verstaan.
weet je welke rol de boeddha daarin speelt.
weet je wat het begrip waardegemeenschap hiermee van doen heeft.
heb je gekeken wat dit voor jouzelf betekent.

Pontifex 36: Vertrouwen op hogere machten
Level 3: Als de Boeddha
De begrippen die in dit level centraal staan zijn boeddhisme en Boeddha



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

level 3
Doelen
Aan het einde van dit level
weet je wat we onder het begrip boeddhisme verstaan.
weet je welke rol de boeddha daarin speelt.
weet je wat het begrip waardegemeenschap hiermee van doen heeft.
heb je gekeken wat dit voor jouzelf betekent.

Pontifex 36: Vertrouwen op hogere machten
Level 3: Als de Boeddha
De begrippen die in dit level centraal staan zijn boeddhisme en Boeddha



Slide 1 - Tekstslide

In het derde level is er altijd aandacht voor waardegemeenschappen. Vandaar dat wij dit stuk over het boeddhisme beginnen met een waardegemeenschap die een belangrijke plek heeft: de monniken.

sangha
Een belangrijke rol binnen het boeddhisme is weggelegd voor de monniken. Een gemeenschap van monniken (een waardegemeenschap) wordt in het sanskriet sanga genoemd. Het monnik-zijn is één van de drie belangrijke pijlers in het boeddhisme. De andere twee pijlers zijn de rol van Boeddha en zijn leer, de dharma. Binnen de monnikengemeenschap probeert men de verlichting te bereiken. Die waardegemeenschap is een belangrijke basis om de dharma na te leven. Zo'n gemeenschap van monniken leeft in een klooster. Daar zijn er zeer veel van in Azië. Het zijn open gemeenschappen die leven temidden van andere dorpsbewoners of stedelingen. Voor hun levensonderhoud zijn die kloosters ook afhankelijk van die omgeving. Via bedelen en schenkingen komen zij aan hun dagelijkse kost. In dit klooster wonen naast de monniken ook vele jongeren. Zij groeien er op. Tegen de tijd dat zij volwassen zijn besluiten zij of zij definitief monnik worden of niet.

Slide 2 - Tekstslide

Leefwijze
Het leven van monniken wordt gekenmerkt door een groot aantal leefregels. De belangrijkste zijn:
armoede: Een monnik bezit eigenlijk niks en leeft van bedelen
celibaat: Een monnik heeft geen seks, want seksuele begeerte is een sta-in-de-weg op weg naar verlichting
geweldloosheid: Een monnik onthoudt zich van geweld. De boeddhisten noemen dit ahimsa.
Boeddha
Zoals je zult verwachten is Boeddha het grote voorbeeld voor de monniken. In hun leefwijze proberen ze zijn manier van leven te evenaren. Wie Boeddha is leggen we op het volgende tabblad uit.

Slide 3 - Tekstslide

1< Opdracht 1 (Rtti)
Deze opdracht gaat over tabblad U1
De gemeenschap van monniken is hier een voorbeeld van een .....
Hoe wordt zo'n gemeenschap van monniken is het sanskriet genoemd?
Welke drie pijlers kent het boeddhisme?
Hoe komen kloosterlingen aan voedsel?
Wat zijn de drie belangrijkste kenmerken van de leefwijze van monniken?

Slide 4 - Tekstslide

Begrip: Boeddha
Binnen het boeddhisme heeft de stichter natuurlijk een belangrijk rol. Hoe Siddhartha Gautama uiteindelijk boeddha werd is goed te zien in de video kopstukken (zIe hieronder). Wil je het verhaal liever lezen, klik dan hier (website samsam.net)
Ik ben geen god
Deze Pontifex heet: vertrouwen op het hogere. In dit level bekijken we dan ook welke plek Boeddha hierbij inneemt. Is hij een God? Of is hij iemand die we moeten navolgen? Boeddha heeft zelf nooit de bedoeling gehad om een nieuwe godsdienst te stichten. Hij wilde de mensen bevrijden van het lijden door ze samen te brengen in een monnikenorde. Boeddha ziet zichzelf dan ook niet als een godheid, of een afgezant daarvan, maar als de verlichte. Wat Boeddha deed was mensen oproepen om zó te leven (in navolging naar hem) dat mensen tot verlichting kwamen.

Slide 5 - Tekstslide

Boeddha is god
Door de loop van de eeuwen heen heeft Boeddha voor veel van zijn aanhangers wel de positie gekregen van god. Hij is degene die (als supermens) de verlichting heeft bereikt. Op hem kun je vertrouwen hebben en je hoop op vestigen. Hier zit een tweede lijn in: als je Boeddha gaat zien als godheid, die bijna het onmogelijke heeft gedaan, dan hoef je niet zo negatief te kijken naar jezelf als je het niet bereikt. "Hij is wel zó goed.... ja... dat kan ik als simpele mens ook niet bereiken". Deze lijn zie je bij andere godsdiensten ook. Voorbeeld: de positie van heiligen in het christendom.
Vertrouwen op het hogere
Boeddha wijst in zijn leer sterk naar de eigen verantwoordelijkheid van de mens. Door zijn/haar manier van leven wordt hij/zij beter mens, meer verlicht. Boeddha wijst dus niet naar iets buiten de mens. Nee, het hogere ligt in jezelf. In jou zit het gegeven om het hogere te bereiken, daar moet je op vertrouwen.
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze opdracht gaat over tabblad U2

Wat is de oorspronkelijke naam van Boeddha?
Wat wilde Boeddha bereiken met zijn leer?
Hoe ziet Boeddha zichzelf?
Waar riep Boedda de mensen toe op?
Hoe zien zijn aanhangers hem?
Wat bedoelen we met de tweede lijn?
Welke vergelijking wordt getrokken met het christendom?
Waar ligt volgens Boeddha het hogere?

Slide 7 - Tekstslide

Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten.

Zoek met elkaar informatie over het leven van Boeddha
Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
Ieder lid van de groep zoekt informatie over Boeddha. Kies één deel van zijn leven:
Als jongeman (prins)
Als jonge boeddha
Als verlichte
Deel de gevonden informatie met elkaar.
Wat valt jullie op aan het levensverhaal van Boeddha?
Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?
 

Slide 8 - Tekstslide

Dit is een activerende opdracht

(deel 3) In de vorige stap is een mindmap gemaakt met begrippen en vragen daarbij. De docent heeft hier een kopie van gemaakt. De docent schrijft/projecteert de mindmap op het bord.
De leerlingen kiezen individueel één vraag.
Zij formuleren hier een antwoord op in de vorm van app (kort maar krachtig). Zij schrijven dit antwoord op gele sticky-notes.
Zij plakken de gele briefjes op het bord.
De docent bespreekt met de klas enkele antwoorden.
 

Slide 9 - Tekstslide

Level 4: Hogere of Diepere?
In de eerste twee levels hebben we gekeken naar hogere machten als goden en godinnen. Het zijn de krachten die in het universum liggen, buiten de mens. Naast deze hogere machten staat een andere weg die we vooral in het vorige level hebben bekeken. We keken daar naar het boeddhisme. Boeddha zegt: "Een mens moet leren loslaten; Daar waar je jezelf vrijmaakt van begeerte kom je bij je diepste zijn; dat ligt in jezelf."
Deze twee vormen van 'hogere' macht (dus buiten jezelf in het universum, of diep in jezelf) worden met dure woorden aangeduid met transcendent en immanent. Dat zijn dan ook de begrippen die in dit level centraal staan.

Beste leerling, aan het einde van dit level
weet je wat we onder het begrip transcendent verstaan
weet je wat we onder het begrip immanent


Slide 10 - Tekstslide

transcendent
Hogere macht

In het eerste level hebben we gekeken naar hogere machten. We noemden daar de krachten en machten die wij buiten ons zien. Het zijn de krachten en machten die ten grondslag liggen aan de natuur, de wereld, de schepping. Deze hogere machten hebben we in het tweede level bekeken in de vorm van goden en godinnen. We hebben gekeken naar de levensbeschouwing wicca, voor wie de natuur heilig is. Zij zien in de natuur en de beleving van de seizoenen een goddelijke kracht.
Transcendentie
Deze vormen van godsbeleving, van hogere macht, noem je met een duur woord transcendentie. Dit wil zeggen dat je de kracht, god, beleeft als iets dat buiten jezelf ligt. Je beleeft het als een overkoepelende kracht boven de natuur, als een godheid die vanuit de hemel de aarde regeert. God is een krachtig persoon die met macht regeert. Bij deze vorm van godsbeleving horen woorden als: Almachtige, Koning, Schepper. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze opdracht gaat over tabblad U1

Hoe werd 'hogere macht' omschreven in level 1?
Hoe hebben we deze 'hogere macht' in level 2 benoemd?
Welke levensbeschouwing is daar aan de orde gekomen?
Geef een omschrijving van het begrip transcendentie.
Welke woorden voor God horen hier bij?

Slide 12 - Tekstslide

immanentie
In het derde level hebben we Boeddha aan het woord gelaten. Boeddha ziet zichzelf niet als godheid. Hij is een verlicht persoon. Iemand die zich los heeft weten te maken van zijn begeertes en bij de kern is gekomen van waar mens zijn. Hij heeft de goddelijke vonk in zichzelf blootgelegd en zich bevrijd van het juk van de reïncarnatie.
Immanentie
Zo'n goddelijke vonk is een beleving van hogere macht als iets dat in jouzelf ligt. Het is niet een goddelijke vonk ver in het heelal, achter de wolken in de hemel. Nee, het is een goddelijke vonk die in je hart ligt, je ziel. Met een moeilijk woord noem je dit immanentie. Het is een goddelijke kracht die je bij jezelf ervaart of in andere personen. Bij het godsbeeld dat hier bij hoort moet je niet denken aan woorden als kracht en macht, maar eerder aan woorden als goedheid, dichtbij, genade. Spreken over God doe je met woorden als Vader of Liefde.
Binnen de grote levensbeschouwingen kom je beide vormen van godsbeleving tegen. Hieronder geven we enkele voorbeelden.
Christendom. Een voorbeeld van transcendente godsbeleving is hier de gereformeerde kerk. Er is een sprake van toornige God die vanuit de hemel regeert. Bij de pinkstergemeente zie je een voorbeeld van immanentie. Je hebt een band met Jezus en via hem beleef je God in je hart.

Slide 13 - Tekstslide

 immanent
Kern

Islam. Vrij algemeen gesproken zou je kunnen zeggen dat binnen de islam het transcendentie godsbeeld de boventoon voert. God, Allah, is almachtig en goed. Ook al noemen we hem met 99 namen, dan nog kunnen we hem nog niet beschrijven. Naast deze transcendente beleving zijn er ook andere vormen. Een voorbeeld van immanentie zie je bij het soeffisme, waar Allah als een kracht in jezelf wordt beleefd.
Jodendom. Bij het jodendom lopen beide belevingen nogal door elkaar. Van oudsher is God de almachtige die je aanspreekt met een titel (Adonai, heer) en niet met de naam. Dit suggereert een louter transcendente godsbeleving. Gaandeweg is in dit beeld ook ruimte gekomen voor immanentie. De naam van God werd JHWH, wat betekent: ik zal er zijn. Dat is veel meer dichterbij; veel minder afstandelijk.
 



Slide 14 - Tekstslide

Hoe ziet Boedda zichzelf?
Geef een omschrijving van het begrip immanentie
Welke woorden voor God horen hier bij?
Geef een voorbeeld van een christelijk transcendente godsbeleving
Geef een voorbeeld van een islamitsich immanente godsbeleving
Geef een voorbeeld van hoe God genoemd wordt binnen een joods immanente godsbeleving.

Slide 15 - Tekstslide

Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten.

Bij deze opdracht ga je via google op zoek naar afbeeldingen over immanentie en transcendentie
Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
Ieder lid van de groep maakt een keuze voor immanentie of transcendentie. Schrijf op welke je hebt gekozen.
Zoek via google naar afbeeldingen van immanente goden of transcendente goden.
Bespreek met elkaar wat je hebt gevonden. Wat valt op bij de afbeeldingen. Wat je zie over immanentie/transcendentie?
Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

Slide 16 - Tekstslide



Dit is een activerende opdracht
 Lees de volgende tekst:
'Ken jezelf' is een mooi motto, maar zelfinzicht is iets anders dan zelfanalyse. Soms willen we onszelf kennen alsof we een machine zijn die je uit elkaar kunt halen en weer ineen kunt zetten. In momenten van crisis kan het wel eens geod zijn om precies te kijken hoe het zover heeft kunnen komen.
Maar het is een vergissing te denken dat je jezelf ooit helemaal begrijpt. De vollle betekenis van je leven is niet uit te leggen.
Bij jezelf kunnen zijn, stil zijn, in jezelf gekeerd, is vaak de beste manier om tot zelfinzicht te komen. Niet omdat daardoor de knopen van ons leven worden ontward, maar omdat we daardoor in aarnaking komen met de heilige kern van ons bestaan. Die kern mag je niet analyseren. Daar past alleen dankzegging, acceptatie en eerbiediging.
(vrij vertaling van: Henri Nouwen, Brood voor onderweg. 22 maart.)
Bespreek met elkaar de volgende vragen:
Gaat het hier om immanentie of trancendentie
Welke ervaring heb je zelf met die 'stilte in jezelf', met die kern? Wat kun je en wil je daarvan delen?









Slide 17 - Tekstslide

j tabblad U1 en U2 wordt gesproken over 'hogere machten' als immanent of transcendent.

Bij deze opdracht staat de vraag centraal waar jij je het meest bij thuisvoelt.
Bij welke twee vormen (transcendent of immanent) voel jij je het meeste thuis?
Waarom?
Neem eens één van jouw familieleden voor ogen. Bij welke vorm zou hij/zij zich het meest thuis voelgen?
Waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Level 5: Hoezo hogere?
In de voorgaande levels zijn we er steeds van uit gegaan dat er zoiets is als 'het hogere'. In dit level stellen we de vraag of er wel zoiets is. Het begrip dat in dit level centraal staat is atheïsme.
Doelen
Beste leerling, aan het einde van dit level
weet je wat we onder atheïsme verstaan
weet je wat we onder niksisme verstaan
heb je er over nagedacht wat jij hier zelf van vindt.





Slide 19 - Tekstslide

niksisme
Dit hoofdstuk van Pontifex heet: vertrouwen op het hogere. We zijn er steeds van uit gegaan dat er een hogere (of diepere in jezelf) is. Maar is dat wel zo? In dit level besteden we dan ook aandacht aan groeperingen die zeggen dat er niks is.
Niksisme
Vraag je op straat of mensen gelovig zijn, dan zullen velen hun schouders ophalen. Wellicht waren hun grootouders lid van een kerk, maar hun ouders en zijzelf doen er niks meer aan. Ze denken er niet over na, ze hebben er niks mis en ze missen niks. We noemen deze mensen niksisten, hoewel deze term eigenlijk niet bestaat. Er is geen vaste term voor de grote groep mensen die in niks geloven. Ze zijn een beetje humanistisch (mensen zijn belangrijk) en wellicht maken ze zich druk om mensenrechten (amnesty international) of dierenrechten (partij voor de dieren). Maar iets hogers of iets diepers, daar denken ze niet over na. Ze maken zich er ook niet druk om. Het nadenken over de vraag alleen al of er een hogere macht is, of dat er leven na de dood is, vinden ze onzinnig.
Zoals we al zeiden is dit een grote groep in Nederland maar is er niet echt een naam voor. We noemen ze dus maar met de verzamelnaam niksisme. De mensen maken zich niet druk om hogere machten. Dat onderscheidt ze van de groeperingen die we op tabblad U2 zullen tegen komen bij het begrip atheïsme.


Slide 20 - Tekstslide

atheisme
De term atheïsme is afkomstig uit het grieks en betekent: geen god. Er is geen god, of er zijn geen goden. Atheïsten zijn mensen die zich afzetten tegen godsdiensten. Zij ontkennen dat er zoiets is als een hogere macht, zijn soms fanatiek anti-godsdienstig en benoemen godsdienst ook als gevaarlijk.
Humanistisch Verbond
Een groepering die we hierbij als eerste noemen is het Humanistisch Verbond. Regelmatig laten zij in radio- en televisie-reclame horen dat de mens niet moet zijn overgeleverd aan kerken. De laatste reclame, zo begin december 2014 begon met klokgelui. Daarna klonk een dreigende stem die zei: "Zonder uw steun is het humanisme aan de goden overgeleverd." Het Humanistisch Verbond profileert zich daarmee als een organisatie die zich afzet tegen kerken, tegen god. Zij is niet niet alleen tegen, maar benoemt die ook als slecht. Zij is dus een goed voorbeeld van een atheïstische beweging.

Slide 21 - Tekstslide

atheisme

Richard Dawkins
Een tweede vorm van atheïsme is te vinden onder wetenschappers. Zij redeneren dat al ons handelen, als ons denken en al ons voelen voortkomt uit chemische reacties in onze hersenen. God is daarmee een eigen creatie van de mens. Wij scheppen die zelf in onze hersenen. Door hersenonderzoek kunnen signalen gemeten worden die hier bewijs voor zijn. De wetenschappers die bij deze stroming horen worden ook wel eens evolutionisten genoemd. Een belangrijke spreekbuis voor hen is Richard Dawkins. Zijn boek "God als misvatting" is razend populair onder deze groep. Tegenover de evolutionisten staan de creationisten (de mensen die de scheppingstheorie aanhangen) en deze twee groepen voeren felle debatten met elkaar.


Slide 22 - Tekstslide

ze opdracht gaat over tabblad U1

Wat weet je van de voorouders van niksisten?
Wat bedoelen we met: ze zijn een beetje humanist?
Waar denken niksisten niet over na?
Wat is het onderscheid tussen niksisme en atheïsme?
ze opdracht gaat over tabblad U2
Uit welke taal komt het begrip atheïsme en wat betekent het?
Waarom wordt het Humanistisch verbond tot het atheïsme gerekend?
Waarom wordt Richard Dawkins gerekend tot het atheïsme?
Wat verstaan we onder evolutionisten?
Wat verstaan we onder creationisten?

Slide 23 - Tekstslide

Op tabblad U2 staat informatie over Richard Dawkins en zijn boek: de misvatting van God.

Zoek op wikipedia informatie over dit boek. Wat is de inhoud, wat probeert hij duidelijk te maken. Vat dit samen in minimaal 50 woorden.
Naast evolutionisme en creationisme is er nog een derde weg, bekend onder de term intelligend design. Zoek op wat we hier onder verstaan.
 
In tabblad U1 en U2 heb je kunnen lezen over het niksisme en over het atheïsme.
Wat is jouw mening met betrekking tot niksisme en atheïsme? Leg het uit in minimaal 25 woorden
Wat denk je dat de mening is van jouw ouders met betrekking tot dit onderwerp?
Verklaar de overeenkomst of het verschil tussen de mening van jou en de mening van je ouders.



Slide 24 - Tekstslide