3.2: Amsterdam stapelmarkt van de wereld DEEL 2

Leg uit wat de 'Moedernegotie' inhield.
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leg uit wat de 'Moedernegotie' inhield.

Slide 1 - Open vraag

Sleep naar de juiste plek:
Moedernegotie
Herengracht
Jordaan
Stapelmarkt
Amsterdamse beurs
Plek waar aandelen en goederen worden verhandeld.
Woonplaats ambachtslieden en arbeiders.
Woonplaats rijke mensen.
Belangrijkste handel voor Amsterdam / Republiek.
Producten opslaan om ze bij tekort voor veel geld te verkopen.

Slide 2 - Sleepvraag

3.2 Amsterdam als stapelmarkt van de wereld
Amsterdam groeit uit tot het handelsknooppunt van Europa. Er is handel met de Oostzee en via de WIC en VOC met Amerika en Azië. Amsterdam groeit als stad, mede dankzij immigranten.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2
2A: Je kan uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van de wereld werd.
2B: Je kan uitleggen welke gevolgen de Amsterdamse stapelmarkt had voor de Nederlandse landbouw en huisnijverheid.
2C: Je kan uitleggen welke immigranten naar Amsterdam kwamen en waarom.
2D: Je kan verschillende soorten veranderingen benoemen en herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Handelskapitalisme (2A)
  • Antwerpen: belangrijkste handelsstad in de 16e eeuw
  • Wol importeren, verwerken, met winst doorverkopen
  • Handelskapitalisme
  • Afsluiten Schelde door Republiek: Zwaartepunt verschuift naar Amsterdam

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Commerciële nijverheid (2B)
  • Specialisatie steden (in verwerken van grondstoffen)
  • Leiden en Haarlem: Productie textiel
  • Delft: Tegels en servies (Delfts blauw)
  • Zaanstreek: Scheepswerven
  • Fluitschip: Brede buik, smal dek dus weinig belasting

Slide 7 - Tekstslide

Commerciële landbouw (2B)
  • Platteland: Veeteelt, hennep en vlas voor zeilen en touwen, turf.
  • Marktgerichte agrarische bedrijvigheid is commerciële landbouw

Slide 8 - Tekstslide

Nieuwe landbouwgrond (2B)
  • Groeiende vraag naar grond
  • Windmolens om land droog te leggen
  • Duur, maar op nieuwe landbouwgrond kon winst gemaakt worden!

Slide 9 - Tekstslide

Binnenlands verkeer (2B)
  • ‘Dienstregeling’ met beurtschippers en trekvaarten
  • Koetsen van post naar post
  • Republiek met elkaar verbonden, mensen en vracht konden snel vervoerd worden!

Slide 10 - Tekstslide

Vluchtelingen en Immigranten (2C)
  • Protestanten / Joden vanuit Antwerpen
  • Angst voor vervolging, viel niets meer te verdienen in Antwerpen!
  • Spaanse joden =  Sefardische joden
  • Groei bevolking door vluchtelingen en economische voorspoed

Slide 11 - Tekstslide

Het fluitschip

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat de ontwikkeling van het fluitschip te maken heeft met handelskapitalisme.

Slide 13 - Open vraag

Dit begrijp ik nog niet zo goed over de uitgelegde stof:

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag!
Maken opdrachten 3.2
Dit is huiswerk voor volgende week!

Slide 15 - Tekstslide

Boeren stappen over van het verbouwen van graan naar specialisatie. Dit komt omdat ..
A
Graan niet wilt groeien op drassige grond
B
Boeren naar de steden verhuisden
C
Deze producten meer opleveren (geld)
D
Het klimaat veranderde

Slide 16 - Quizvraag

Met de moedernegotie wordt de handel met de Oostzee bedoelt. Welk gebied ligt aan de Oostzee?
A
Indië
B
Amerika
C
Afrika
D
Scandinavië

Slide 17 - Quizvraag

Wol importeren, verwerken en met winst verkopen is een voorbeeld van ...
A
Moedernegotie
B
Handelskapitalisme
C
De beurs
D
De stapelmarkt

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden waarom het zwaartepunt van de handel verschuift van Antwerpen naar Amsterdam?
A
Afsluiting van de Schelde
B
Het verloop van de Tachtigjarige Oorlog
C
Hertog van Alva
D
Tiende Penning

Slide 19 - Quizvraag

Delfts blauw is een typisch voorbeeld van ...
A
Handelskapitalisme
B
Stapelmarkt
C
Commerciële landbouw
D
Commerciële nijverheid

Slide 20 - Quizvraag

Er werd nieuw land gewonnen omdat ...
A
Er ruimtegebrek was
B
Op nieuwe grond winst gemaakt kon worden
C
Het land beschermd moest worden tegen water
D
Er grote pakhuizen gebouwd moesten worden

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit wat handelskapitalisme betekent:

Slide 22 - Open vraag