Sales - Hoofdstuk 4

Sales
Jaar 1 | 2022-2023 | Periode 2 | Week 4
Basisklassen niveau 3 & 4 
šŸ‘©ā€šŸ« Liza Bakhuis
     al.bakhuis-botter@alfa-college.nl
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SalesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sales
Jaar 1 | 2022-2023 | Periode 2 | Week 4
Basisklassen niveau 3 & 4 
šŸ‘©ā€šŸ« Liza Bakhuis
     al.bakhuis-botter@alfa-college.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken tijdens de les
Samen: je respecteert elkaar en laat elkaar in de waarde. Je helpt elkaar met de dingen die je lastig vindt.

Elkaar laten uitspreken: luister naar elkaar en laat de ander uitspreken. Heb je een vraag of opmerking? Steek dan je hand op.

Telefoongebruik: je telefoon gaat aan het begin van de les in je tas, tenzij anders aangegeven door je docent.

Lesmateriaal: LessonUp presentaties, PowerPoints, opdrachten en studiewijzers vind je in ItsLearning.

Opdrachten: je doet actief mee in de les en maakt de opdrachten. Je werkt zelfstandig aan je opdrachten, tenzij anders aangegeven door je docent.

Niet eten: drinken mag. Eten doe je buiten het klaslokaal.





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Lesprogramma deze week
  • Welkom
  • Presentiecheck 
  • Afspraken
  • Planning

  • Behandelen theorie Hoofdstuk 4 - Klantcontact
  • Kennisquiz over de theorie




  • Zelf aan de slag
  • Vooruitblik volgende week
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lessen in periode 2
  • Boek: Het Salestraject
  • Hoofdstuk 1 t/m 8
  • Iedere week een hoofdstuk + herhaling





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4 - Klantcontact
    4.1 Inleiding
    4.2 Verkoopproces
    4.3 Vormen van klantcontact
    4.4 Klantbezoek
    4.5 Routeplanning
    4.6 Beurzen

    Slide 6 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.

    Slide 7 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Verkoopproces voor eenvoudige producten

    Slide 8 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    Verkoopproces voor complexe producten

    Slide 9 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    Vormen van klantcontact
    Indirect contact
    • ambassadeur -> referenties, opinieleiders en trendsetters 
    • social selling -> social media, reviews
    • verkooppartner/tussenpersoon -> makelaar, drukwerk, dealer

    Direct contact
    • persoonlijke verkoop -> actieve verkoop vs. receptieve verkoop 
    • direct mailing -> doel: producten verkopen en prospects opsporen 
    • showroomverkoop
    • beursverkoop
    • catalogusverkoop (silent sales person)
    • e-commerce / e-tailing 
    • customer contact center

    Slide 10 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.

    Slide 11 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 12 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Klantbezoek
    Om je tijd zo efficiĆ«nt mogelijk te besteden aan het boeken van orders is het belangrijk te bedenken dat je niet iedere klant even vaak hoeft te bezoeken. In grote lijnen bepalen drie factoren hoe vaak je een klant bezoekt: 

    1. omzet en kosten
    2. wensen van een klant in relatie tot de beschikbare tijd
    3. relatie met de klant.

    Slide 13 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    Routeplanning
    Basisregels: 
    1. Vermijd zo veel mogelijk dat je meermalen langs dezelfde plaats komt.
    2. Vermijd zo veel mogelijk dat je wegen kruist waar je al geweest bent.

    Slide 14 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
    Beurzen
    Een beurs is een tijdelijk evenement waar meerdere, vaak vergelijkbare, bedrijven laten zien welke producten ze aanbieden. Er kan ook directe verkoop plaatsvinden. Vaak zijn beurzen ā€˜periodiekā€™. Dat betekent dat ze regelmatig georganiseerd worden.

    Voorbereiding:
    ā€¢ het beursbudget
    ā€¢ de interne communicatie
    ā€¢ de externe communicatie
    ā€¢ het documentatiemateriaal
    ā€¢ de standbezetting
    ā€¢ de inrichting van de stand
    ā€¢ de bezoekersregistratie.

    Slide 15 - Tekstslide

    Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ā€˜beperkte besluitvormingā€™. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

    Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 18 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Zelf aan de slag! šŸ§‘ā€šŸ’»
    Dit ga je doen:
    šŸ“š Lezen hoofdstuk 4. 
    šŸ“– Oefenen van de begrippen hoofdstuk 4. 
    āœļø Maak opdracht 1 t/m 14 bij Hoofdstuk 4. 

    Huiswerk:
    āœ… Opdracht 1 -14  maken en tijdig inleveren via Itslearning/Boom.

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende week 
    āœ… Je hebt de huiswerkopdracht ingeleverd op Itslearning.
    šŸ“š Klassikaal behandelen theorie hoofdstuk 5.
    šŸ† Kennisquiz Hoofdstuk 1, 2 en 3.

    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Bedankt allemaal
    Bedankt allemaal!!
    Bedankt voor jullie inzet!

    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies