Keuzedeel EMB Les 8 en 9 Observeren en rapporteren

Keuzedeel EMB Les 6 Observeren en rapporteren
Keuzedeel EMB Les 8 en 9 Observeren en rapporteren
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Keuzedeel EMB Les 6 Observeren en rapporteren
Keuzedeel EMB Les 8 en 9 Observeren en rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student is op de hoogte van de mogelijkheden en belemmeringen bij interactie en communicatie met EMB-cliënten

  • De student kan signalen van EMB-cliënt interpreteren om de behoeften en mogelijkheden van de cliënt te achterhalen.


Slide 2 - Tekstslide

Observeren,
Observatieplan,
Rapporteren

Slide 3 - Tekstslide

Observeren - Inleiding 
  • Observeren is een hulpmiddel dat je als professional op vele manieren          kunt gebruiken. 
  • Het wordt in de wetenschap veel gebruikt en ook vaak op de werkvloer in   hele diverse omstandigheden. 
  • Observeren kan je helpen bij het oplossen van problemen van een cliënt      of in een groep. 
  • Bij EMB-cliënten is het een hele goede manier om de cliënt beter te                (leren) begrijpen en te verstaan.


Slide 4 - Tekstslide

Observeren - Inleiding 2
Het helpt je om een inschatting te kunnen maken en juiste beslissingen te nemen.
• Observeren
• Observatieplan
• Rapporteren

Slide 5 - Tekstslide

Observeren
  • = het waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. 
  • Dit beschrijven kun je mondeling doen. 
  • Je kunt het ook schriftelijk doen. 
  • Als je dit voor je werk doet dan heet het rapporteren.

Slide 6 - Tekstslide

Observeren 2
  • Observeren is een ontzettend belangrijke vaardigheid. 
  • We krijgen heel veel informatie binnen en een deel van die informatie verwerken we. 
  • Tijdens het observeren blijkt ook dat we lang niet alles zien. 
  • Zeker als we op één bepaald punt gefocust zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Observeren 3
  • Voor cliënten met EMB is het heel belangrijk (soms van levensbelang) dat je goed observeert. 
  • Mensen met EMB communiceren vaak door hele kleine veranderingen te laten zien. 
  • Dat kan een beweging zijn, het kan een kreuntje of zuchtje op een bepaalde manier zijn, dat kan de manier van kijken zijn en het kan ook bepaald gedrag zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Observeren 4
  • Door de cliënt goed te observeren leer je wat de manier van communiceren van die specifieke cliënt is. 
  • De communicatie is per cliënt verschillend. 
  • Zowel verbaal, maar meestal non-verbaal. 

Slide 9 - Tekstslide

Observatieplan
  • Observeren doe je niet zomaar. 
  • Je doet dat in overleg met je leidinggevende, eventueel de cliënt of diens ouders/verzorgers. 
  • Als alle partijen het met elkaar eens zijn dat er een observatie uitgevoerd kan worden, dan begin je met het maken van een observatiedoel en observatieplan.
.

Slide 10 - Tekstslide

Observatieplan 2
  • Observeren is een doelgerichte activiteit. 
  • Om doelgericht te kunnen werken, moet je precies weten wát je wilt doen en hóe je dat wilt doen. 
  • Daar kun je een observatieplan voor gebruiken.
  • Het observatieplan bevat de volgende stappen:

•             beginsituatie
•             verzamel achtergrondgegevens
•             doel van de observatie
•             registreren.

Slide 11 - Tekstslide

Observatieplan - Beginsituatie
  • Voordat je begint met observeren, bepaal je wie je gaat observeren en waar je dat gaat doen. 
  • Je bereid je alvast voor. 

Slide 12 - Tekstslide

Observatieplan - Verzamel de achtergrondgegevens
  • Afhankelijk van het doel van de observatie verzamel je gegevens die nodig zijn. 
  • Dit is in ieder geval:
-  de naam van de cliënt, 
- de leeftijd van de cliënt               
- het ziektebeeld van de cliënt
- de groep waar de cliënt verblijft.
( Ik voeg een format toe van op Teams van een Observatieplan)

Slide 13 - Tekstslide

Observatieplan - Doel van de observatie
  • Voor het doel van de observatie is het goed te onderzoeken wat je met de observatie wilt bereiken:
- Wil je een totaalbeeld hebben van de manier van communiceren van de              cliënt, wat wil je dan weten? 
- Wil je weten welke lichaamsfuncties de cliënt nog kan gebruiken? 
- Wil je weten waar nog groeimogelijkheden zitten bij de cliënt? 
  • Schrijf dit goed op voor jezelf. 

Slide 14 - Tekstslide

Observatieplan - Registreren
  • Registreren
  • Als je de voorafgaande stappen gezet hebt, kun je bedenken op welke manier je wilt gaan registreren. 
  • De meest gebruikte manieren zijn de ‘beschrijvende observatie’ en het ‘observatieschema’.

 

Slide 15 - Tekstslide

Observatieplan - Registreren 2
De Beschrijvende observatie
  • Als je precies weet wat je zoekt, of als je zo veel mogelijk verschillende gegevens wilt verzamelen, dan kies je voor de beschrijvende observatie.
  • Een beschrijvende observatie is een soort ‘opstel’ waarin je beschrijft wat je waarneemt.

Slide 16 - Tekstslide

Observatieplan - Registreren 3
Het Observatieschema
  • Het observatieschema heeft vaak de vorm van een aankruis- of vragenlijst. 
  • Je kruist aan welk gedrag of welke handeling je waarneemt. Je vult data of tijdstippen in van het waargenomen gedrag of je beantwoordt de vragen. 
  • Bij een observatieschema weet je van tevoren al op welk soort gedrag je gaat letten. 

Slide 17 - Tekstslide

Observatieplan - Registreren 3
Het Observatieschema 2
  • Vervolgens noteer je of dat gedrag zich voordoet. 
  • Wil je goed gebruik kunnen maken van een observatieschema dan moet je dus exact weten waar je naar op zoek bent.  

Slide 18 - Tekstslide

Voor- en nadelen van het Observatieschema
Voordelen
Nadelen
Het werkt eenvoudig en snel. 
Je schrijft tijdens de observatie.
Je kunt alleen datgene registreren wat in het schema voorkomt. Je kunt wel verandering zien, maar hoe die verandering tot stand is gekomen niet. Hoe mensen met elkaar omgaan, hoe communicatie verloopt bijvoorbeeld, kun je niet registreren.
Schema’s die op verschillende tijdstippen zijn ingevuld, zijn gemakkelijk met elkaar te vergelijken.
Je krijgt geen inzicht in processen, bijvoorbeeld wat er aan een ruzie voorafging en wat er daarna gebeurde.
Verandering in gedrag kun je snel zien door de overzichtelijke en makkelijke registratie. Het is behoorlijk objectief.
De observatie heeft zich beperkt tot een aantal punten, het zicht op het geheel gaat daardoor verloren.

Slide 19 - Tekstslide

Het Observeren
  • Afhankelijk van het doel van observeren kan het nodig zijn om dezelfde persoon in verschillende situaties te observeren. 
  • Dit kan nodig zijn om een goed beeld te krijgen van de persoon of om een goed beeld van bepaald gedrag in verschillende situaties te krijgen. 

Slide 20 - Tekstslide

Rapporteren 
  • De gegevens die je met een observatie verzamelt, leg je op een handige manier vast. 
  • Je doet dit tijdens of zo snel mogelijk na de observatie. 
  • Denk niet, dat schrijf ik later wel op. 
  • Je bent dan een gedeelte van de waarnemingen al weer kwijt. 
  • De gegevens zijn dan niet meer betrouwbaar, want je onthoudt het beste wat je het laatste hebt gezien en wat jij belangrijk vindt.

Slide 21 - Tekstslide

Rapporteren 2
Een betrouwbare registratie voldoet aan de volgende eisen:
• Het is een zo nauwkeurig mogelijke weergave zijn van wat je hebt                         waargenomen.
• Er staan alleen waarneembare gedragingen in en geen interpretaties.
• Er staan alleen gegevens in die met de vraagstelling te maken hebben.
• De registratie is duidelijk en ook te begrijpen voor personen die niet bij de        observatie aanwezig waren.

Slide 22 - Tekstslide

Rapporteren 3
  • Je hoeft niet altijd zelf te bedenken welke methode je kiest. 
  • De instelling waar je werkt gebruikt vaak standaardregistratiemethoden voor bepaalde situaties. 
  • Er is bijvoorbeeld een compleet pakket observatie- en rapportagelijsten om een totaalbeeld van een cliënt te beschrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • De student is op de hoogte van de mogelijkheden en belemmeringen bij interactie en communicatie met EMB-cliënten

  • De student kan signalen van EMB-cliënt interpreteren om de behoeften en mogelijkheden van de cliënt te achterhalen. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide