Les 4 Communicatie

Les 4 Communicatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Communicatiedoelen
Communicatie met als doel te informeren:
Wat eten we? / voetbaltechniek uitleggen / tijdstip afspreken / stageplaats bellen / vlog maken
Communicatie met als doel te amuseren:
Grapje maken/ herinneringen ophalen / blooper vertellen / gezellig praatje maken/ reels kijken/cabaretier bezoeken
Communicatie met als doel te overtuigen:
Vast contract / verbeteringen die toepast moeten worden / klanten over een product vertellen/ tijdstip thuiskomen / iemand een coronatest laten doen

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe theorie
  • Interviewen
  • Verschil tussen mondeling, schriftelijk en telefonisch
  • Interview-vaardigheden
  • Soorten vragen
  • Fasen van een gesprek
  • Vragenlijst
  • Voorbereiding
  • Uitwerking interview

Slide 3 - Tekstslide

Definitie interview
Een interview is een vraaggesprek tussen een verslaggever en een persoon over zijn denkbeelden en opvattingen.


Je doet daarmee informatie op die niet beschikbaar is via andere bronnen (kranten, (nieuws-)sites, boeken, video, tijdschriften etc.

Slide 4 - Tekstslide

Definitie enquête

Een enquête is een steekproefonderzoek waarbij vragen op gestandaardiseerde wijze worden afgenomen met (meestal) gestructureerde vragenlijsten.

Slide 5 - Tekstslide

(kwalitatief = woorden en betekenissen
kwantitatief = feiten en cijfers, die uit vragenlijsten komen)

Slide 6 - Tekstslide

Op 3 manieren gegevens verzamelen
Mondeling, face-to-face
Vraaggesprek waarbij je fysiek tegenover elkaar zit
Schriftelijk
Vragenlijsten doorsturen die mensen kunnen beantwoorden
Telefonisch
Vraaggesprek zonder fysiek contact

Slide 7 - Tekstslide

Hoe meer resultaten je hebt, hoe betrouwbaarder je antwoord op een enquêtevraag wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Mondeling vragen stellen
Voordelen: direct contact, direct resultaat, grote bereidheid tot meewerken.
 
Nadelen: weinig tijd om over een vraag na te denken, manipuleerbaarheid, risico van onzuivere resultaten, antwoorden staan niet op schrift, hoge kosten.

Slide 9 - Tekstslide

Telefonisch vragen stellen
Voordelen: direct contact, direct resultaat, lage kosten 

Nadelen: beperkte bereidheid tot meewerken, weinig tijd om over een vraag na te denken, manipuleerbaarheid, risico van onzuivere onderzoeksresultaten, antwoorden staan niet op schrift.

Slide 10 - Tekstslide

Schriftelijk vragen stellen
Voordelen: antwoorden staan op schrift, eenvoudige vraagstelling met eenduidige antwoordmogelijkheden, bedenktijd, antwoorden zijn goed vergelijkbaar, niet manipuleerbaar, zuivere onderzoeksresultaten.

Nadelen: hoge kosten, lage respons.

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan voor een interview
1. Doel bepalen
2. Inlezen in het onderwerp / wie ga je interviewen?
3. Vragen bedenken
4. Interview afnemen
5. Gegevens verwerken

Slide 12 - Tekstslide

1. Doel bepalen
Waarom ga je interviewen? Je wilt bepaalde informatie hebben die je nergens anders kunt vinden.
Meer over een onderwerp te weten willen komen --> Deskundige op dat gebied interviewen
Meer over een persoon te weten willen komen --> die persoon zijn verhaal laten doen. Niet vragen naar wat je al weet.
Willen weten hoe een groep mensen over iets denkt --> Te tijdrovend. Een panelgesprek of enquête is dan een betere optie.

Slide 13 - Tekstslide

2. inlezen
Voordat je het interview gaat afnemen ga je je eerst inlezen.
Op onderwerp – wat is er al bekend?
Op persoon – wat kun je al vinden over deze persoon?
  • Social media, LinkedIn, over het bedrijf waar iemand werkt (website)
Inlezen voorkomt dat je algemene bekendheden gaat vragen
Je komt voorbereid over
Je kunt de diepte in met je vragen

Slide 14 - Tekstslide

3. Vragen bedenken
- Eerst de structuur van het gesprek vastleggen
Opening en uitleg
Opbouw van de vragen (verleden – heden – toekomst?)
- Thema’s bedenken
Je kunt vragen vaak onder een kopje zetten. Denk aan opleidingen, werkervaringen, huidige functie, toekomstplannen, functie-eisen etc.
- Vragen bedenken: per thema de vragen bedenken
- Afronden
Bedenk welke laatste afrondende vraag je wilt stellen.

Slide 15 - Tekstslide

4. Interview afnemen
  • Afspraak maken
  • Locatie
  • Opnemen van interview
  • Opening – voorstellen, doel, opnamen, duur
  • Onthouden van alle informatie – notities maken, gesprek opnemen
  • Afsluiten – bedanken van de geïnterviewde

Slide 16 - Tekstslide

5. Verwerken gegevens
  • Direct na het interview – het verhaal zit nu nog in je hoofd
  • Aantekeningen die je hebt gemaakt snap je nog
  • Structuur aanbrengen (inl.-kern-slot)
  • Verslag maken – Vertel wat je te weten bent gekomen, een soort samenvatting in volle zinnen. Niet het vraaggesprek letterlijk uitschrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Het belangrijkste aspect van een interview?

Slide 18 - Woordweb

Dat aspect is luisteren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


Lees pagina 41 van de reader even door. Die gaat over vraagdoel en soorten vragen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een gesloten vraag?

Slide 22 - Open vraag

Noem een voordeel van een gesloten vraag.

Slide 23 - Open vraag

Noem een nadeel van een gesloten vraag.

Slide 24 - Open vraag

Wat is een open vraag?

Slide 25 - Open vraag

Noem een voordeel van een open vraag.

Slide 26 - Open vraag

Noem een nadeel van een open vraag.

Slide 27 - Open vraag

Open en gesloten vragen kun je weer onderverdelen in verschillende soorten vragen. 

Welke 5 zijn dat? Zoek ze op en lees wat ze inhouden op pagina 42 van de reader.
Zorg dat je ze snapt en kunt uitleggen.

Slide 28 - Tekstslide

Soorten vragen bespreken:
Suggestieve vragen
Impertinente vragen
Vervolgvragen
Controlevragen
Reflectieve vragen


Slide 29 - Tekstslide

Geef een voorbeeldvraag bij alle vijf soorten vragen. Let op: niet de vragen die al in de reader staan.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide