leçon 46_adjectif_forme_T1C

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour !

Le programme :

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• On commence le chapitre 4: les vêtements!
• Apprendre la forme des adjectifs

leçon 46

L'adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?

1. Het bnw zegt iets over een werkwoord.
2. Het bnw zegt iets over een bijwoord.
3. Het bnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord
4. Het bnw zegt iets over het onderwerp.

Bnw = L'Adjectif 

De VORM

Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?

4 vormen

• mannelijk enkelvoud
• vrouwelijk enkelvoud
• mannelijk meervoud
• vrouwelijk meervoud

Supplément page 49

Basisregel:

• De mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
• Voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
• Voor mannelijk meervoud zet je er een -s achter.
• Voor vrouwelijk meervoud zet je er een -es achter.

Supplément page 49

exemple:

mnl. ev. = petit

mnl. mv. = petits 

vrl. ev. = petite

vrl. mv. = petites

Supplément page 49

als een bnw eindigt op een -e:

dan komt er dus geen extra -e bij:

m ev: rouge

v ev: rouge

m mv: rouges

v mv: rouges

Supplément page 49

als een bnw eindigt op een -s:

komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij

Gris => mnl. mv. = gris

Maar :

de muis is grijs = la souris est grise

de muizen zijn grijs = les souris sont grises

Supplément page 49

Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig:

(supplément, page 50)

	mnl. ev.	vrl. ev.	mnl. mv.	vrl. mv.
wit	blanc	blanche	blancs	blanches
mooi	beau	belle	beaux	belles
nieuw	nouveau	nouvelle	nouveaux	nouvelles
aardig	sympa	sympa	sympas	sympas

Supplément

Faire l'exercice A page 50

Les devoirs :

• Apprendre: StudyGo 4-1 N-F + supplément pages 49-50
• Faire: supplément, page 50, exercice A