H4 - week 20 - les 1

H4 - Woche 20
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 - Woche 20

Slide 1 - Tekstslide

Auf dem Tisch
Klaarleggen:
  • Arbeitsbuch + Fachbuch
  • Heft 
  • Stift

Slide 2 - Tekstslide

Planung Stunde 1


Vokabeln abfragen: K4 L4 (D-N) 

Neue Vokabeln: K4 L5 (D-N) + Aufgabe 50 (10 Min.)

Lesen: Einfach mudiastisch
  • K5 L1 Aufgabe 5 (S.208)

Zeit übrig = Nachrichten kurz
      Ziele


          Du lernst neue Vokabeln und erweiterst deine Wortschatz. 

            Je kunt hoofdthema's en belangrijkste informatie begrijpen in een reportage en teksten over vertrouwde onderwerpen. 



              Slide 3 - Tekstslide

              overhoren: weektaak K5 Lernbox L5 (D-N)

              Slide 4 - Tekstslide

              Vokabeln abfragen - K4 L5 (D-N)
              Besprechen: K5 Lektion 5 D-N (S.201)

              Machen: Aufgabe 50 (S.185)

              Zeit: 5 Minuten, danach besprechen
              timer
              5:00

              Slide 5 - Tekstslide

              Lesen: Einfach mudiastisch
              --> K5 Lektion 1 (S.208) Aufgabe 5

              Lesen:
              Text + machen Fragen Aufgabe 5 (Frage 1 t/m 7)
              Hilfsmittel: Wörterbuch D-N

              Zeit: 20 Minuten, danach besprechen

              Fertig = leren Vokabeln K4 L5 (D-N)

              Slide 6 - Tekstslide

              Slide 7 - Tekstslide

              Slide 8 - Tekstslide

              Slide 9 - Tekstslide

              Slide 10 - Link

              Nächste Stunde
              Weißt du noch?

              Grammatik: Verben mit Präfix

              Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

              Slide 11 - Tekstslide

              H4 - Woche 19 - Stunde 2

              Slide 12 - Tekstslide

              Auf dem Tisch
              Klaarleggen:
              • Arbeitsbuch + Fachbuch
              • Heft 
              • Stift

              Slide 13 - Tekstslide

              Planung Stunde 2

              Grammatik: OVT en VTT: haben, sein, werden & zwakke werkwoorden + Aufgabe 46, 47, 48








              Ziele


                Je kunt wederkerende werkwoorden en voornaamwoorden in het Duits correct gebruiken. 

                Je kunt belangrijke informatie in een tekst over vertrouwde onderwerpen begrijpen. 

                Slide 14 - Tekstslide

                Grammatik - haben, sein werden 
                1. haben, sein en werden im Präteritum (o.v.t.) 

                haben, sein, werden zijn onregelmatige werkwoorden. Je kunt ze niet (helemaal) volgens een 'regel' vervoegen. JE moet deze werkwoorden dus goed uit je hoofd leren. De vormen heb je onlangs geleerd:


                Slide 15 - Tekstslide

                Grammatik - haben, sein werden
                2. Das Partizip II (voltooid tegenwoordige tijd) van haben, sein en werden

                Als je in een zin een voltooid deelwoord gebruikt, dan geef je aan dat iets al gebeurd is. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. De werkwoorden haben, sein en werden zijn onregelmatige werkwoorden. Het helpt om de vormen van het voltooid deelwoord uit je hoofd te leren.

                Haben: Er hat wirklich Glück gehabt! -  Hij heeft echt geluk gehad.
                Sein: Daniel ist in Spanien gewesen. -  Daniel is in Spanje geweest.
                Werden: Mirna ist krank geworden. -  Mirna is ziek geworden.

                Het voltooid deelwoord van haben = gehabt
                Het voltooid deelwoord van sein = gewesen
                Het voltooid deelwoord van werden = geworden


                Slide 16 - Tekstslide

                Grammatik - haben, sein werden & schwache Verben
                3. Schwache Verben im Präteritum (o.v.t.) und Partizip II (v.t.t.)

                Net als in het Nederlands kent het Duits zwakke en sterke werkwoorden. Een zwak werkwoord heeft in de stamtijden (o.t.t. - o.v.t. - voltooide tijd) geen klinkerverandering (werk - werkte - gewerkt). Een sterk werkwoord heeft wel een klinkerverandering als je het werkwoord in de verleden tijd zet (loop - liep - gelopen).

                Net als in het Nederlands wordne in het Duits gebeurtenissen in de verleden tijd vaak in de voltooide tijd weergeven. Bijvoorbeeld:
                 Ik ben in de zomer naar Spanje geweest - Ich bin im Sommer in Spanien gewesen.

                We bekijken nu de verleden tijd (Präteritum) en de voltooide tijd (Partizip II) van de zwakke werkwoorden. 

                Slide 17 - Tekstslide

                Grammatik - schwache Verben
                3. Schwache Verben im Präteritum (o.v.t.) 


                Slide 18 - Tekstslide

                Grammatik - schwache Verben
                3. Schwache Verben im Präteritum (o.v.t.) 


                Slide 19 - Tekstslide

                Ergänze das Präteritum oder das Partizip II von den Verben.

                Der Mann hatte nichts (klauen) ....................................... , aber (werden)
                ....................................... trotzdem eingesperrt.

                timer
                0:45

                Slide 20 - Open vraag

                Ergänze das Präteritum oder das Partizip II von den Verben.

                Wir (haben) ....................................... wirklich Pech. Die Verspätung hat zwei Stunden (dauern) ....................................... .
                timer
                0:45

                Slide 21 - Open vraag

                Ergänze das Präteritum oder das Partizip II von den Verben.

                (Sein) ....................................... du auf der Party? - Ja, ich habe richtig (feiern)
                ....................................... .

                timer
                0:45

                Slide 22 - Open vraag

                Ergänze das Präteritum oder das Partizip II von den Verben.

                Du bist Sängerin (werden) .......................................? Das hatte ich immer schon (erwarten) ...................................... .
                timer
                0:45

                Slide 23 - Open vraag

                Ergänze das Präteritum oder das Partizip II von den Verben.

                Ich (haben) ....................................... gestern wenig Zeit. Deshalb habe ich nur seine Nummer (notieren) ....................................... .
                timer
                0:45

                Slide 24 - Open vraag

                Grammatik - K4 Lektion 4
                Selbstständig machen: K4 L4 Aufgabe 46, 47, 48

                Zeit: 25 Minuten, danach besprechen

                Fertig = 
                • Lernen weektaak K4 Lernliste L4 D-N
                • Herhalen K4 Lernliste L1, L2, L3 
                timer
                20:00

                Slide 25 - Tekstslide

                Nächste Stunde
                Lesen

                Sehen 

                Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

                Slide 26 - Tekstslide

                H4 - Woche 19 - Stunde 3

                Slide 27 - Tekstslide

                Auf dem Tisch
                Klaarleggen:
                • Arbeitsbuch + Fachbuch
                • Heft 
                • Stift

                Slide 28 - Tekstslide

                Planung Stunde 2

                Grammatik: OVT en VTT: haben, sein, werden & zwakke werkwoorden + Aufgabe 46, 47, 48

                Lesen: Onlineshopping + K4 L5 Aufgabe 54, 55, 56









                Ziele


                  Je kunt het hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in kranten, tijdschriften of internet. 

                  Je kunt de verleden tijd en voltooide tijd correct in het Duits gebruiken. 

                  Slide 29 - Tekstslide

                  Grammatik - K4 Lektion 4
                  Selbstständig machen: K4 L4 Aufgabe 46, 47, 48
                  Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

                  Fertig = 
                  • Lernen weektaak K4 Lernliste L4 D-N
                  • Herhalen K4 Lernliste L1, L2, L3 
                  timer
                  15:00

                  Slide 30 - Tekstslide

                  Slide 31 - Tekstslide

                  Slide 32 - Tekstslide

                  Slide 33 - Tekstslide

                  Slide 34 - Tekstslide

                  Lesen - Online shopping
                  --> K4 L5 Aufgabe 54, 55, 56 (S.187) 

                  Machen: Text 'Onlineshopping' + Fragen Aufgabe 54, 55, 56
                  Zeit: 15 Minuten, danach besprechen
                  Hilfsmittel: Wörterbuch D-N
                  Fertig = 
                  • Lernen weektaak K4 Lernliste L4 D-N
                  • Herhalen K4 Lernliste L1, L2, L3 
                  timer
                  15:00

                  Slide 35 - Tekstslide

                  Slide 36 - Tekstslide

                  Nächste Stunde
                  Weißt du es noch?

                  Sehen und Hören



                  Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

                  Slide 37 - Tekstslide

                  H4 - Woche 19 - Stunde 4

                  Slide 38 - Tekstslide

                  Auf dem Tisch
                  Klaarleggen:
                  • Arbeitsbuch + Fachbuch
                  • Heft 
                  • Stift

                  Slide 39 - Tekstslide

                  Planung Stunde 2

                  Weißt du noch? Wortschatz 

                  Hören und Sehen: 1. Mai: Tag der Arbeit + Aufgaben 

                  Lesen: K4 L7 Aufgabe 70, 71











                  Ziele


                    Je kunt het hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in kranten, tijdschriften of internet. 

                    Je kunt de verleden tijd en voltooide tijd correct in het Duits gebruiken. 

                    Slide 40 - Tekstslide

                    Weißt du es noch - Wortschatz
                    Übersetze die Vokabeln ins Heft  (3 Minuten) 

                    1. Unser Chef ist nett. Er hat uns immer anständig behandelt. 
                    2. Du sollst die wichtigen Daten speichern
                    3. Unter der Voraussetzung, dass du mitmachst, stimme ich zu. 
                    4. Können Sie den Empfang des Pakets bestätigen?
                    6. Morgen habe ich ein ______________ (sollicitatiegesprek)
                    7. ____________________ (De winkel) macht um 10:00 Uhr auf. 
                    8. Am liebsten mache ich Arbeit in einem ________________ (kantoor)

                    timer
                    3:00

                    Slide 41 - Tekstslide

                    Sehen: 1. Mai - Tag der Arbeit
                    Aufgabe 1: übersetze die Wörter auf Niederländisch. Verwende eventuell ein 
                                             Wörterbuch D-N.  (3 Minuten). 

                    Aufgabe 2:
                                           A. Lies die Aussagen.
                                                Sieh dir das Video an und wähle richtig/falsch.
                                        B. Lies die Fragen und beantworte Sie während des 
                                                 Hörens. 

                    Slide 42 - Tekstslide

                    Lesen: K4 L7 Examentraining 
                    --> K4 L7 Aufgabe 70, 71 (S.197)

                    Machen: Text 'Hochzeit mit Folgen'  lesen + Aufgabe 70, 71

                    Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

                    Fertig = 
                    • Lernen weektaak K4 Lernliste L4 D-N
                    • Herhalen K4 Lernliste L1, L2, L3 

                    Slide 43 - Tekstslide

                    Slide 44 - Tekstslide

                    Slide 45 - Tekstslide

                    Nächste Stunde
                    Weektaak overhoren (L4)

                    Grammatik: Verben mit Präfix + Aufgaben 


                    Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

                    Slide 46 - Tekstslide