Spellingcategorie 1-4
1 / 34
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
A
bir
B
beur
C
boor
D
beer
Slide 8 - Quizvraag
A
breg
B
berg
C
berug
D
burg
Slide 9 - Quizvraag
A
lucht
B
lugt
C
lecht
D
legt
Slide 10 - Quizvraag
A
door
B
duer
C
deur
D
deer
Slide 11 - Quizvraag
A
plenk
B
plank
C
plangk
D
plakn
Slide 12 - Quizvraag
A
jurek
B
jukr
C
jeurk
D
jurk
Slide 13 - Quizvraag
A
tachtig
B
tagtig
C
tachtug
D
tachteg
Slide 14 - Quizvraag
A
steur
B
stur
C
stuur
D
stoer
Slide 15 - Quizvraag
A
dengk
B
dunk
C
denek
D
denk
Slide 16 - Quizvraag
A
krek
B
keruk
C
kerk
D
kurk
Slide 17 - Quizvraag
Wat hoor je?
Slide 18 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 19 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 20 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 21 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 22 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 23 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 24 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 25 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 26 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 27 - Open vraag
Maak een zin met het woord
vacht
vacht
Slide 28 - Open vraag
Maak een zin met het woord:
stuur
stuur
Slide 29 - Open vraag
Maak een zin met het woord:
wolk
wolk
Slide 30 - Open vraag
Maak een zin met het woord:
brug
brug
Slide 31 - Open vraag
Maak een zin met het woord:
bank
bank
Slide 32 - Open vraag
Begrijp je de regels?
😒🙁😐🙂😃
