Verkoop 4

Verkoop
Week 4
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkoopMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verkoop
Week 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat is verkoop?

Slide 2 - Open vraag

Verkoop
Verkoop is het leveren van goederen of diensten aan derden tegen betaling

De verkoop kan plaatsvinden tussen twee bedrijven (B2B) of tussen een bedrijf en een consument (B2C). 

Slide 3 - Tekstslide

Bestaat er ook online hopitality?

Slide 4 - Open vraag

Planning aankomend jaar
Aankomend jaar stappen wij in de wereld van verkoop. We gaan er elke periode dit jaar mee bezig. 

De eerste twee periodes gaan we bezig met het boek, waarbij we de theorie gaan toepassen op jullie stagebedrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Agenda
Week 1: Kennismaking & Hospitality
Week 2: Hospitality
Week 3: Hospitality
Week 4: De klant
Week 5: De klant
Week 6: De klant
Week 7: De klant
Week 8: Verslag inleveren

Slide 6 - Tekstslide

Nut van de les
Aan het einde van de les..

.. ken jij verschillende klanttypen;
.. leer jij hoe je verschillende klanten van elkaar kan onderscheiden.

Slide 7 - Tekstslide

Hospitality
Hospitality (gastvrijheid) zijn alle activiteiten en maatregelen die ervoor zorgen dat de klant zich welkom voelt. 

De klant is geen klant meer, maar om verschil te maken is de klant een gast.

Slide 8 - Tekstslide

Commercieel aantrekkelijke winkel
Het winkelexterieur is heel belangrijk bij het trekken van klanten, omdat veel klanten nog niet precies weten wat ze gaan kopen. 

Bij een winkel met een aantrekkelijke buitenkant zullen ze eerder naar binnen gaan bij een winkel die er onaantrekkelijk uitziet.

Slide 9 - Tekstslide

Klanten
Klanten anno nu zijn de afgelopen jaren veranderd.

Tegenwoordig zijn klanten mondiger geworden en staan meer op hun strepen. Klanten zijn daarnaast gevoeliger voor trends. Daarnaast willen de klanten zich welkom voelen in de winkel (gastvrije benadering). 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is empathie?

Slide 11 - Open vraag

Inleven in de klant
Loopt de klant rustig of gehaast?
Loopt de klant doelgericht of dwaalt hij voor de rekken?
Weet de klant wat hij wilt of twijfelt hij?
Geeft de klant jou veel informatie of heeft hij zich niet van tevoren ingelezen?
Kijkt de klant zoekend rond naar een verkoper of schiet hij een verkoper aan?

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn klanttypen?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Runshopper
Mensen gaan gemiddeld steeds korter werken, maar hebben het gevoel dat ze drukker zijn dan ooit. De tijdsdruk is groter. 
Boodschappen worden snel tussendoor gedaan.

Kortom een runshopper doet snel gericht boodschappen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

One-stop-shopping
Winkels springen in op dit gevoel en bieden bijvoorbeeld extra services aan. In een winkel kun je bijvoorbeeld niet alleen terecht voor voedingsmiddelen, maar ook voor schoenreparaties en de stomerij.

One-stop-shopping

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe herken je de runshopper?
Gejaagde blik en aan zijn gedrag:
- klant rent door de winkel
- klant zucht bij rij in de kassa
- klant heeft geen tijd voor een verkoopgesprek
- focus alleen op artikel dat gekocht moet worden.

Zelfscankassa voor deze klant

Slide 19 - Tekstslide

Hoe zou jij deze klant benaderen?

Slide 20 - Open vraag

Runshopper helpen:
Rustig blijven
beleefd blijven
zakelijk blijven
zich beperken tot de hoofdzaak

Slide 21 - Tekstslide

Wat moet je als verkoper juist doen om een runshopper te helpen?
A
Een uitgebreide inleiding houden
B
Eerst doorgaan met artikelen vullen
C
Rustig blijven
D
Andere klanten afraffelen door de haastige klant

Slide 22 - Quizvraag

De funshopper
Een funshopper winkelt voor het plezier. Voor de funshopper is de winkelbeleving erg belangrijk. Ze willen een leuke dag hebben. 

Hier speel jij als verkoper op in..

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Opdracht
Op welke manier ga jij om met een funshopper? 

1. Noem drie dingen die je gaat doen. 
2. Noem drie dingen die jij niet gaat doen. 

Slide 25 - Tekstslide

Funshopper benaderen
Wat je juist wel moet doen:
Een gesprek aangaan
meer informatie geven over artikelen
bijverkoop stimuleren

Wat je juist niet moet doen:
snel de verkoop afhandelen
kort de vragen beantwoorden
de klant negeren

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Sociale klant
De klant die graag met je (persoonlijk) wilt praten. Hij wil liever met je praten dan een product kopen. 

Dit kan leuk zijn, maar als het druk is dan is de sociale klant storend voor andere klanten.

Slide 28 - Tekstslide

Wat doe jij als iemand niet wil stoppen met je te praten?

Slide 29 - Open vraag

De sociale klant en behandelen
De verkoper moet wel:
Complimenten geven
Vakkennis tonen
Vriendelijk onderbreken
Zakelijk blijven
Gesloten vragen stellen

Verkoper moet juist niet:
het gesprek aangaan
de klant de ruimte geven om helemaal uit te praten

Slide 30 - Tekstslide

Heb jij wel eens een kritische klant gehad?

Slide 31 - Open vraag

Kritische klant
Een kritische klant weet vaak precies wat hij wilt. 
Deze klant vraagt niet vaak om advies en als het wel gebeurt, uit hij misschien kritiek op de uitleg die je geeft. 

De klant weet (denkt) het zelf beter te weten. 

Slide 32 - Tekstslide

Oefenen
De kritische klant

Slide 33 - Tekstslide

Kritische klant helpen
De verkoper moet wel:
Complimenten geven over de kennis van de klant
zijn eigen vakkennis tonen

De verkoper moet niet:
in discussie gaan
de klant tegenspreken

Slide 34 - Tekstslide

Trouwe klant
Sommige klanten zijn winkeltrouw. Dit betekend dat zij hun aankopen meestal in jouw winkel doen. 

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk vijf manieren om een trouwe klantenkring te krijgen bij je stagebedrijf.
1.
 2. 
3.
4.
5.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Loyale klanten benaderen
Wat moet je wel doen:
Beloont voor zijn trouw
contact maken
extraatjes aanbieden

Wat moet je niet doen:
De klant negeren
de klant niet waarderen

Slide 38 - Tekstslide

Hybride klanten
De hybride klant is niet gemakkelijk in een hokje te plaatsen. De hybride klant kiest voor kwaliteitsproducten, maar let wel op de prijs.

Slide 39 - Tekstslide

Wat moet je wel doen:
De verkoper moet wel:
service bieden
aandacht geven
voldoende vakkennis tonen

De verkoper moet niet:
De klant iets opdringen
De klant tegenspreken

Slide 40 - Tekstslide

Een mevrouw loopt op haar gemak door de winkel, ze geniet er duidelijk van om even lekker rond te kijken.
A
Kritische klant
B
Funshopper
C
Trouwe klant
D
Runshopper

Slide 41 - Quizvraag

Een meneer komt regelmatig in de winkel, hij koopt altijd wel iets
A
Runshopper
B
Funshopper
C
Trouwe klant
D
Sociale klant

Slide 42 - Quizvraag

Een meneer komt gehaast binnen rennen en zoekt snel uit wat hij nodig heeft
A
Runshopper
B
Funshopper
C
loyale klant
D
Kritische klant

Slide 43 - Quizvraag

Challenge week 4
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan) en beantwoord de volgende vragen:

Bedenk een actie die zowel runshoppers als funshoppers zal aanspreken.

Slide 44 - Tekstslide

Doelen behaald?
Aan het einde van de les..

.. ken jij verschillende klanttypen;
.. leer jij hoe je verschillende klanten van elkaar kan onderscheiden.

Slide 45 - Tekstslide

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan) en beantwoord de volgende vragen:

1. Worden de consumenten behandeld als gast of als klant en waarom?
2. Wat vind jij van de winkelbeleving bij je bedrijf? Gebruik de onderstaande onderdelen:
Klant persoonlijke aandacht (of niet)
Acties
Nieuwe producten
De inrichting
De geur
Het geluid
De temperatuur

Slide 46 - Tekstslide

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan) en beantwoord de volgende vragen:

1. Wat vind jij van jullie winkelexterieur? Wat zou jij doen om het mooier te maken? Voeg een foto toe in het verslag.
2. Wat vind jij van jullie winkelinterieur? Wat zou jij doen om het mooier te maken? Voeg een foto toe in het verslag.
3. Wanneer wordt er bij jullie schoongemaakt? Heb jij tips om dit op betere momenten te doen?

Slide 47 - Tekstslide

Challenge week 3
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan) en beantwoord de volgende vragen:

Bekijk de webshop en beoordeel deze op de volgende punten:
1. Persoonlijk contact
2. persoonlijkheid
3. sfeer
4. service

Werk je beoordeling uit in je verslag. Gebruik afbeeldingen (screenshots) om je conclusies mee te verduidelijken. 

Slide 48 - Tekstslide