Aardrijkskunde

De aarde
Bovenbouw
Groep 7/8
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De aarde
Bovenbouw
Groep 7/8

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
  • We maken kennis met de 9 planeten
  • Hoeveel dagen er in een gewoon jaar en in een schrikkeljaar zitten
  • Het verschil tussen zoet- en zout water
  • De 4 seizoenen
  • We maken kennis met noordelijk- en zuidelijk halfrond
  • Het verschil tussen eb en vloed

Slide 2 - Tekstslide

De aarde in het zonnestelsel
In ons zonnestelsel draaien negen planeten: 
  1. Mercurius
  2. Venus
  3. Aarde
  4. Mars
  5. Jupiter
  6. Saturnus
  7. Uranus
  8. Neptunus
  9. Pluto

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel dagen zitten er in een jaar?
A
364
B
366
C
365
D
363

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel dagen zitten er in een schrikkeljaar?
A
364
B
366
C
365
D
367

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zit dat nou in elkaar? 
De aardbaan wordt in bijna één jaar voltooid
Elk jaar heeft de aarde, bovenop de 365 volle dagen van het jaar, zes extra uren nodig om het rondje om de zon af te maken.

Om te voorkomen dat onze kalender langzaam zou verschuiven wordt er daarom om de vier jaar een extra dag toegevoegd. En daarom wordt dit ook wel een schrikkeljaar genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Om de 4 jaar wordt er een extra dag toegevoegd aan het einde van de maand. In welke maand gebeurd dit?
A
Januari
B
Oktober
C
September
D
Februari

Slide 8 - Quizvraag

Verschillen tussen zoet en zout water
Zoet water
Water dat een heel klein percentage aan zout(en) bevat. 
- Rivieren, meren en plassen bevatten zoet water.

Zout water
Water dat een hoog percentage aan zout(en) bevat.
- Oceanen en zeeën bevatten zout water.

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor water bevind zich in rivieren, meren en/ of plassen?
A
Zoet water
B
Zout water

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor water bevind zich in oceanen en zeeën?
A
Zout water
B
Zoet water

Slide 11 - Quizvraag

De seizoenen
Wij hebben 4 seizoenen binnen ons

Welke 4 seizoenen hebben wij?
  1. Lente
  2. Zomer
  3. Herfst
  4. Winter

Slide 12 - Tekstslide

Overgangsseizoenen 
Tussen de zomer en de winter zijn er overgangsseizoenen
  • Najaar (herfst)
  • Voorjaar (lente)

Op 21 september en op 21 maart zijn de dagen en nachten overal op de aarde precies even lang. 
Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen wat tijdstippen betreft precies omgekeerd aan de seizoenen op het noordelijk halfrond.

Slide 13 - Tekstslide

Noordelijk halfrond
Kijk je in juni naar het noordelijk halfrond, dan zie je dat dit deel van de aarde naar de zon toegekeerd staat.

Wanneer de aarde in 24 uur om haar as draait, legt het noordelijk halfrond het grootste deel van deze omwenteling in het licht af en zijn de dagen langer dan de nachten.

Bovendien staat de zon in juni, vanaf de aarde gezien, midden op de dag hoog aan de hemel. In juni is het dan zomer op het noordelijk halfrond. 

Slide 14 - Tekstslide

Zuidelijk halfrond
Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen wat tijdstip betreft precies omgekeerd aan de seizoenen op het noordelijk halfrond.

Bijvoorbeeld: als het winter is in Nederland, is het in Australië zomer en omgekeerd. Zo is het ook met de herfst en de lente. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel seizoenen zijn er?

A
3
B
2
C
4
D
5

Slide 16 - Quizvraag

De getijden
Eb
Laagste waterstand bij een oceaan of zee. In een etmaal (dag) is het twee keer eb. Het duurt twaalf uur tot de volgende laagste waterstand. 

Vloed
Hoogste waterstand bij een oceaan of zee. In een etmaal (dag) is het twee keer vloed. Het duurt twaalf uur tot de volgende hoogste waterstand.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Waar is de waterstand het hoogst bij een oceaan of zee?
A
Bij eb
B
Bij vloed

Slide 19 - Quizvraag

Waar is de waterstand het laagst bij een oceaan of zee?
A
Bij vloed
B
Bij eb

Slide 20 - Quizvraag

Wat hebben we vandaag geleerd?
  • We hebben kennis gemaakt met de 9 planeten
  • We weten hoeveel dagen er in een gewoon jaar en in een schrikkeljaar zitten
  • We weten het verschil tussen zoet- en zout water
  • We weten wat de 4 seizoenen zijn
  • We hebben kennis gemaakt met noordelijk- en zuidelijk halfrond
  • We weten het verschil tussen eb en vloed

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiten
Wat vond je van de les?

Slide 22 - Open vraag