VWO 3 - 13 janvier

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bonjour ! 

- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken

Fijne les! 

Informatie

27 januari : SO over het ww venir, le passe compose en de woordenschat E en H.

Voorbereiding :

- Vandaag - herhalingsoefening van woordenschat E 

- Woensdag 20 januari : Vragen door lessonup met een uitleg van de grammatica 

Informatie

week van 2/3 februari : spreekvaardigheidstoets 

Voorbereiding : 

- 19 januari : uitleg van de toets en training in kleine groepjes.

- 26 januari : training in kleine groepjes. 

Aujourd'hui 

- Huiswerk checken 

- Uitleg over de Franse uitspraak 

- Herhalingsoefening over woordenschat E. 

Leerdoelen : Jullie weten wanneer je een d, t of s moeten uitspreken en jullie hebben een herhaling van de woordenschat gehad. 

Oefening 33 - d

Bonjour je peux vous aider? 

Oefening 33 - d

Bonjour je peux vous aider? 

Oui je cherche des chaussures

Oefening 33 - d

Des chaussures de quelle marque? 

Oefening 33 - d

Des chaussures de quelle marque? 

J'ai vu une promotion á la télé. 

Oefening 33 - d

Pouvez-vous les décrire? 

Oefening 33 - d

Pouvez-vous les décrire? 

Ce sont des converses blanches. 

Oefening 33 - d

Ah, ce sont ces baskets? 

Oefening 33 - d

Ah, ce sont ces baskets? 

Oui c'est ca, je les prends. Combien coutent-elles? 

Oefening 33 - d

Ah, ce sont ces baskets? 

Oui c'est ca, je les prends. Combien coutent-elles? Je fais du 42.

Oefening 33 - d

Nous avons encore unr paire dans cette pointure en stock. Elles coutent 58 euros. Vous voulez payer par carte bleue? 

Oefening 33 - d

Nous avons encore unr paire dans cette pointure en stock. Elles coutent 58 euros. Vous voulez payer par carte bleue?

Oui, s'il vous plait. 

Oefening 33 - d

Alors je vous envoie le lien pour continuer votre commande. Vous avez encore des questions? 

Oefening 33 - d

Alors je vous envoie le lien pour continuer votre commande. Vous avez encore des questions?

Je n'ai pas d'autres questions. Merci pour votre aide  

Oefening 35

Jullie gaan in groepjes van 2 werken. Jullie moeten aan elkaar jullie voorwerp beschrijven aan de hand van wat jullie hebben geschreven. 

Phrases clés 

Pagina 31 van het tekstboek 

Uitsprak van -d, -t en -s

Als -d, -t en -s de laatste letter van een woord zijn worden ze niet uitgesproken. 

"Petit, grand gris" 

Uitsprak van -d, -t en -s

Maar als het de vrouwelijke vorm is en als er een extra -e aan het einde is, worden -t, -d en -s wel uitgesproken. 

"Petite, grande grise" 

t / d aan het einde

t / d + woord dat met een medeklinker begint --> t /d niet uitspreken 

petit restaurant, grand frère

t / d + woord dat met een klinker begint --> t / d uitspreken

petit-ami, grand ami

S / x aan het einde

s / x + woord dat met een medeklinker begint --> s / x niet uitspreken 

dix voitures, des voitures

s / x + woord dat met een klinker begint --> s / x uitspreken

dix amis, des amis

Phrases clés 

Bonjour je peux vous aider ? 

Des lunettes de soleil de quelle marque ? 

Vous pouvez les décrire ?

Ce sont ces lunettes de soleil? 

Vous voulez payer par carte bancaire?

Je vous fais un paquet cadeau? 

Phrases clés 

Oui, je cherche des lunettes de soleil. 

J'ai vu une promotion de Ray-Ban sur internet. 

Ce sont des lunettes avec des verres noirs et une monture en métal.

Oui, c'est ça. Je les prends. 

Oui s'il vous plaît. Non je voudrais payer en espèces. 

Oui, merci beaucoup. 

Phrases clés 

Pardon. / Excusez-moi 

Au revoir et bonne journée. 

"Elle a acheté une nouvelle robe"

Wat is "robe" in het NL?

1. trui
2. jurk
3. rok
4. broek

"Il va vous envoyer une lettre"

Envoyer in het NL?

1. bestellen
2. omschrijven
3. vinden
4. (ver)sturen

"Le chien est dehors"

Dehors in het NL?

1. kort
2. lang
3. buiten
4. binnen

"Nous sommes contents"

Content in het NL?

1. verdrietig
2. tevreden
3. klaar
4. licht

"Cet objet est carré"

Carré in het NL?

1. Cirkel
2. Driekant
3. Vierkant
4. Vijfkant

"La nappe est en tissu"

En tissu in het NL?

1. van stof
2. van plastic
3. van glas
4. van hout

"La vente de la maison"

Vente in het NL?

1. Aankoop
2. verkoopt
3. Kopen
4. verkopen

"Ce pays est superbe!"

Superbe in het NL?

1. Prachtig
2. Goedkoop
3. Groot
4. Heftig

"Es-tu prêt ?"

Prêt in het NL?

1. aanwezig
2. afwezig
3. hier
4. klaar

Digitale methode

Om jullie voor te bereiden op het SO moeten jullie nu aan de leerstof met de digitale methode werken.

Huiswerk : Leer ww venir, passé composé en woordenschat van E en H.