Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4vwo, 5.2 Weerstand, geleidbaarheid en de wet van Ohm
Elektriciteit
5.2 Weerstand, geleidbaarheid
1 / 45
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
7 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Elektriciteit
5.2 Weerstand, geleidbaarheid
Slide 1 - Tekstslide
Doel
Je leert in deze les de eigenschappen van weerstand en geleidbaarheid.
Waar hangt de weerstand van een draad van af?
Wat gebeurt er met de weerstand als de stroomsterkte groter wordt?
Slide 2 - Tekstslide
Video
Weerstand en geleidbaarheid tot 4:04
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
"Weerstandje" betekent hier:
A
De grootte van de weerstand
B
Een elektrische component
C
Een kleine tegenwerking
Slide 5 - Quizvraag
Bij een weerstandje zijn spanning en stroomsterkte
A
constant
B
recht evenredig
C
omgekeerd evenredig
Slide 6 - Quizvraag
Als de spanning bij een weerstandje 4 keer zo groot wordt, wordt de stroomsterkte
A
ook 4 keer zo groot
B
4 keer zo klein
C
niet veranderd
Slide 7 - Quizvraag
Het quotiënt van spanning en stroomsterkte heet
A
weerstand
B
ohm
Slide 8 - Quizvraag
Video
Weerstand en geleidbaarheid van 4:04 tot 5:42
Slide 9 - Tekstslide
0
Slide 10 - Video
U = 2,0 V en I = 40 mA. Bereken R.
A
0,080 Ω
B
50 Ω
C
0,050 Ω
D
80 Ω
Slide 11 - Quizvraag
U = 2,0 V
I = 40 mA = 0,040 A
R = U / I = 20 / 0,040 = 50 Ω
Slide 12 - Tekstslide
U = 1,5 V en R = 10 Ω. Bereken I.
A
15 A
B
0,15 A
C
6,7 A
Slide 13 - Quizvraag
U = 1,5 V
R = 10 Ω
R = U / I (2 = 6/3 en 3 = 6/2 dus I = U/R)
I = U / R = 1,5 / 10 = 0,15 A
Slide 14 - Tekstslide
I = 20 mA en R = 5,0 Ω. Bereken U.
A
100 V
B
0,10 V
C
4,0 mV
D
4,0 V
Slide 15 - Quizvraag
I = 20 mA = 0,020 A
R = 5,0 Ω
R = U / I (2 = 6/3 en 6 = 3 * 2 dus U = I * R)
U = I * R = 0,020 * 5 = 0,10 V
Slide 16 - Tekstslide
Video
Weerstand en geleidbaarheid van 5:42 tot 7:25
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
Als bij een lampje de spanning 2 keer zo groot wordt, wordt de stroomsterkte
A
groter, maar minder dan 2 keer zo groot
B
groter, maar meer dan 2 keer zo groot
C
ook 2 keer zo groot
Slide 19 - Quizvraag
Video
Weerstand en geleidbaarheid van 7:25 tot einde
Slide 20 - Tekstslide
0
Slide 21 - Video
Als een draad dikker wordt (en even lang), wordt de weerstand
A
groter
B
kleiner
C
even groot
Slide 22 - Quizvraag
Als een draad langer wordt (en even dik), wordt de weerstand
A
groter
B
kleiner
C
even groot
Slide 23 - Quizvraag
De weerstand is 10 Ω. Bereken de geleidbaarheid.
A
10 S
B
10 Ω
C
0,10 S
D
0,10 Ω
Slide 24 - Quizvraag
De geleidbaarheid is 0,25 S. Bereken de weerstand.
A
4,0 Ω
B
25 Ω
C
0,25 Ω
Slide 25 - Quizvraag
Hoe groter de weerstand, hoe
A
kleiner de geleidbaarheid
B
groter de geleidbaarheid
Slide 26 - Quizvraag
Video
De weerstand van draden tot 3:49
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Constantaan is
A
een halfgeleider met een constante weerstand
B
een alliage (legering) met een constante weerstand
C
een metaal met een constante weerstand
Slide 29 - Quizvraag
Als de lengte 2 keer zo groot wordt, wordt de weerstand
A
2 keer zo groot
B
4 keer zo groot
C
2 keer zo klein
D
4 keer zo klein
Slide 30 - Quizvraag
Als de diameter 2 keer zo groot wordt, wordt de weerstand
A
2 keer zo groot
B
2 keer zo klein
C
4 keer zo groot
D
4 keer zo klein
Slide 31 - Quizvraag
De doorsnede is een
A
diameter
B
oppervlakte
C
straal
Slide 32 - Quizvraag
De weerstand is recht evenredig met de
A
diameter
B
doorsnede
C
lengte
Slide 33 - Quizvraag
De weerstand is omgekeerd evenredig met de
A
diameter
B
doorsnede
C
lengte
Slide 34 - Quizvraag
Video
De weerstand van draden van 3:49 tot 7:46
Slide 35 - Tekstslide
0
Slide 36 - Video
De eenheid van soortelijke weerstand is
A
Ω
B
Ωm
C
kg/m^3
Slide 37 - Quizvraag
De soortelijke weerstand van een stof vind je in Binas
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
De doorsnede A moet je in de formule voor de weerstand van draden invullen in
A
m
B
m^2
C
mm, cm of m of ...
D
mm^2, cm^2, m^2, of ...
Slide 39 - Quizvraag
Video
De weerstand van draden van 7:46 tot einde
Slide 40 - Tekstslide
0
Slide 41 - Video
Opmerking
In je boek en Binas staat niet
Maar
Dit is hetzelfde. Om R, A of l uit te rekenen:
Verander eerst in
of en reken dan verder
R
=
A
ρ
⋅
l
ρ
=
l
R
⋅
A
ρ
⋅
l
=
R
⋅
A
R
ρ
=
l
A
Slide 42 - Tekstslide
Wat heb je geleerd 1
weerstand R = U / I
Hoe verandert de weerstand van een Ohmse weerstand en van een lampje als de stroomsterkte toeneemt?
geleidbaarheid G = 1 / R (en R = 1 / G)
Slide 43 - Tekstslide
Wat heb je geleerd 2
Hoe bereken je de weerstand van een draad?
Soortelijke weerstand
Slide 44 - Tekstslide
Huiswerk
Extra vragen over soortelijke weerstand (ESnatuurkunde): 1 t/m 3
Opgaven uit het boek bij 5.2
Mail weer uiterlijk dinsdag naar ZWT of EJR
Slide 45 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H5.2 Weerstand
Maart 2023
- Les met
36 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
6.2 Weerstand, geleidbaarheid en de wet van Ohm (opg.9,13)
April 2020
- Les met
13 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3 Pulsar T3 par 2 deel 1 Weerstanden, Wet van Ohm
December 2021
- Les met
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
3.2 Weerstand
December 2023
- Les met
40 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Les 2 Weerstandjes
April 2021
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
7.5 Supergeleiding
Juni 2022
- Les met
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.2 Geleidbaarheid en weerstand- les 4
April 2024
- Les met
23 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3 - §3.2 Geleidbaarheid en Weerstand
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3