Thema 3 blok 2

Tijdvak grieken en romeinen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak grieken en romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Waar zijn deze foto's gemaakt? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Kaart

De Romeinse bouwkunst is overal: 
- Veroveren van het Griekse Rijk: Dus een mengeling van culturen: Bouw, taal en kunst. 
- Uitvinding van beton: Wat zijn de bouwkenmerken? 

Slide 4 - Tekstslide

Rome: 
Tot 500 v.C. : Stadstaat met koning


Na 500 v.C.: Republiek






Consuls
Senaat

Slide 5 - Tekstslide

Republiek = Een staat zonder vorst 
Wie had de macht in Griekenland? 
Consult met hulp van de senaat.

Hoe zorgde de Romeinen ervoor dat 
de consuls niet te veel macht kregen?
--> Bijvoorbeeld: Veto 


Slide 6 - Tekstslide

Waarom is Rome zo'n rijke stad geworden?

Slide 7 - Tekstslide

Keizer Augustus: 
             Familie van.....  (de vermoorde) Julius Caesar
Waarom werd Julius Caesar vermoord denk je?

Slide 8 - Tekstslide

Dus!!!!!!!

Slide 9 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
Limes= De grens van het Romeinse Rijk.

Slide 10 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
In Nederland: Een natuurlijke grens
= natuurlijk obstakel. 

Slide 11 - Tekstslide

In Noord Engeland: Een kunstmatige grens. 

Slide 12 - Tekstslide

Natuurlijke- of kunstmatige grens? 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waarom kon de Griekse cultuur zich zo snel verspreiden? 

1. Er was rust in vrede in het Romeinse rijk.
2.Er was veel handel door het wegen netwerk in het rijk. 
3.Overal in het rijk kon met dezelfde munt betaald worden. 
4.De romeinse taal verspreide zich over het rijk. 

Dit noemen we: Romanisering. 

Slide 15 - Tekstslide

Nu bijvoorbeeld: Amerikanisering
Wat zijn de voor- en nadelen? 

Slide 16 - Tekstslide

Godsdiensten in het Romeinse Rijk: Geloof in meerdere goden
Godsdiensten in het Romeinse Rijk: Geloof in één god

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Staatsgodsdienst
 Pas in 349 n.C. kregen de christenen godsdienstvrijheid en werden andere godsdiensten verboden = staatsgodsdienst. 


Slide 19 - Tekstslide

Wat verandert er? 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide