3h Chapitre 2

3h
Chapitre 2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3h
Chapitre 2

Slide 1 - Tekstslide

Je me lève à huit heures.
A
Ik word wakker om acht uur.
B
Ik sta op om acht uur.
C
Ik ga naar bed om acht uur.
D
Ik rust uit om acht uur.

Slide 2 - Quizvraag

fatigué
A
laat
B
moeilijk
C
moe
D
ieder

Slide 3 - Quizvraag

Faire la grasse matinée
A
Een lekkere lunch maken
B
nadenken
C
uitslapen
D
uitrusten

Slide 4 - Quizvraag

se reposer
A
elkaar treffen
B
uitrusten
C
elkaar zien
D
afwassen

Slide 5 - Quizvraag

de vrije tijd
A
la vie
B
la temps libre
C
le temps libre
D
parfois

Slide 6 - Quizvraag

Harry is verliefd
A
Harry est amoreux
B
Harry est amoreuse
C
Harry est amoureux
D
Harry est amoureuse

Slide 7 - Quizvraag

Wij doen boodschappen
A
Nous faisons les courses
B
On fait les courses
C
Vous faites les courses
D
Ils font les courses

Slide 8 - Quizvraag

de inwoner
A
la victime
B
l'endroit
C
l'habitant
D
le jour

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb er genoeg van
A
J'en ai assez
B
J'en ai marre
C
Iek eb er kenoek van
D
C'est ennuyeux

Slide 10 - Quizvraag

Daar word ik gek van
A
J'en ai assez
B
Je fais la grasse matinée
C
Je suis fou
D
Ça me rend fou

Slide 11 - Quizvraag

l'écran
A
de kraan
B
de plek
C
het scherm
D
het spel

Slide 12 - Quizvraag

de reis
A
le travail
B
le jour
C
la fois
D
le voyage

Slide 13 - Quizvraag

storen
A
suivre
B
déranger
C
choisir
D
réfléchir

Slide 14 - Quizvraag

Je vais...........salle de sport (v)
A
au
B
aux
C
à l'
D
à la

Slide 15 - Quizvraag

On va..........collège (m)
A
aux
B
au
C
à la
D
à l'

Slide 16 - Quizvraag

La maison...............Nathalie
A
du
B
de la
C
de
D
de l'

Slide 17 - Quizvraag

La photo.................chiens
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 18 - Quizvraag

Le jardin.........voisins
A
à la
B
des
C
au
D
de la

Slide 19 - Quizvraag

Je suis.............club de foot. (M)
A
aux
B
à la
C
au
D
à l'

Slide 20 - Quizvraag

Je.............(finir, présent)
A
finit
B
finis
C
finissent
D
fini

Slide 21 - Quizvraag

Nous..............(finir, présent)
A
finit
B
fissons
C
finissons
D
finnissons

Slide 22 - Quizvraag

Tu............(finir, passé composé)
A
finis
B
a fini
C
as fini
D
finit

Slide 23 - Quizvraag

Wat doe je in het weekend?
A
Qu'est-ce que tu fais le weekend?
B
Que est-ce que tu fais le weekend?
C
Qu'est ce que tu fais le weekend?
D
Qu'est-ce que tu fait le weekend?

Slide 24 - Quizvraag

Wat doe je nog meer?
A
Qu'est ce que tu fais d'autre?
B
Que est ce que tu fais d'autre?
C
Qu'est-ce que tu fais d'autre?
D
Qu'est-ce que tu as fait d'autre?

Slide 25 - Quizvraag

Wat vind je niet leuk om te doen?

Slide 26 - Open vraag

's Ochtends slaap ik uit.

Slide 27 - Open vraag

Wat is je lievelingsserie?
A
Quel est ta série préférée?
B
Quel est ton série préféré?
C
Quelle est ta série préférée?
D
Quelle est ton série préféré?

Slide 28 - Quizvraag

Ik fitness.

Slide 29 - Open vraag

Wij gaan naar de sportschool.

Slide 30 - Open vraag

Ik heb zin om de afwas te doen.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide