2.3 Onrust in de Nederlanden

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar?
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, pen 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Alleen wat in de bijbel staat is juist.
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Aflaten kunnen je dichter bij God brengen.

A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De paus moet leiding geven aan de gelovigen.
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De bijbel moet in de volkstaal worden geschreven, zodat iedereen het kan lezen.
A
Protestant
B
Katholiek

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Onrust in de Nederlanden




Hoe leidde de onrust in de Nederlanden tot de Opstand?

Slide 9 - Tekstslide

De centralisatiepolitiek en het godsdienstbeleid van de Habsburgers leidden tot onrust onder het volk, terwijl edelen en stadsbesturen weinig zin hadden de opgelegde maatregelen uit te voeren, omdat zij die zagen als aantasting van de eigen positie. De onrust culmineerde in de aanbieding van het Smeekschrift door de (lagere) edelen.

Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen landsheer, gewesten, Staten, privileges, stadhouder, landvoogd, centralisatie, Staten-Generaal, particularisme, plakkaten, ketters, inquisitie, Smeekschrift. (R)
  2. Je kan uitleggen op welke manier Karel V het bestuur in de Nederlanden probeerde te centraliseren. (T1)
  3. Je kunt op politiek, economisch en religieus gebied uitleggen waarom de adel, steden en gewesten zich tegen de centralisatie van Karel V en Filips II verzetten. (T2)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wereldrijk… waar de zon niet onder gaat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karel V in Europa

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrede van Augsburg (1555)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 14 - Tekstslide

a. De paus reageert op de kritiek van Luther, gepubliceerd in zijn 95 stellingen.
b. Luther bedreigde het gezag/de macht van de paus door kritiek te hebben op de paus en de katholieke kerk.
c. Luther werd (in 1521) door de paus in de ban gedaan, geëxcommuniceerd.
3 punten

De lage landen onder Karel V

Slide 15 - Tekstslide

Bestaat uit 17 gewesten ( provincies) met ieder hun eigen wetten.
Als de koning belasting nodig heeft dan moet hij langs ieder gewest om dat te vragen.
Om iets voor elkaar te krijgen moet de koning rekening houden met hun privileges..

Centralisatiepolitiek

Slide 16 - Tekstslide

Bestaat uit 17 gewesten ( provincies) met ieder hun eigen wetten.
Als de koning belasting nodig heeft dan moet hij langs ieder gewest om dat te vragen.
Om iets voor elkaar te krijgen moet de koning rekening houden met hun privileges..

Aan de slag

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filips II (Heer der Nederlanden)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centralisatiepolitiek

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de centralisatiepolitiek van Karel V (en later Filips II) leidde tot kritiek van de steden, gewesten en adel?

Slide 21 - Open vraag

Karel V trok alle macht naar zich toe, dat betekent dat anderen hun macht verloren (1p). Zo wilden de steden, gewesten en de adel hun voorrechten (privileges) behouden /particularisme / ze waren boos over de harde vervolging van de protestanten.

Smeekschrift der Edelen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen landsheer, gewesten, Staten, privileges, stadhouder, landvoogd, centralisatie, Staten-Generaal, particularisme, plakkaten, ketters, inquisitie, Smeekschrift. (R)
  2. Je kan uitleggen op welke manier Karel V het bestuur in de Nederlanden probeerde te centraliseren. (T1)
  3. Je kunt op politiek, economisch en religieus gebied uitleggen waarom de adel, steden en gewesten zich tegen de centralisatie van Karel V en Filips II verzetten. (T2)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies