4GL unit 1 lesson 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

grammar unit 1 lesson 4 

past simple - past continuous 

if-sentences 

Past simple- past continuous

Past simple

Past continuous

was watching

thought

were sleeping

was running

were 

was thinking

cancelled

Maak past continuous of past simple:
We ..... on holiday to China last year. (go)

Maak past continuous of past simple:
I ..... TV when the bell rang. (watch)

Maak past continuous of past simple:
It was raining when I ............ (hear) the thunder.

Past Simple or Past Continuous
The internet ___ (not exist) in 1980.

Maak past continuous of past simple:
A dog ..... a man from drowning last month. (rescue)

Maak past continuous of past simple::
Jack ........... (smoke) a cigarette when the headmaster ............. (see) him.

Maak past continuous of past simple:
I .................. (walk) the dog when the accident ...... (happen)

Wanneer gebruiken we deze 'if-zinnen'? 

- Wordt gebruikt als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren

- Wanneer het om niet alledaagse situaties gaat

(We noemen 'if-sentences' over onwaarschijnlijke situaties ook wel de 'second conditional'). 

If I won a lot of money, I would buy a big house in the country.

If-sentences

Bestaan uit 2 delen:

- Bijzin met voorwaarde (begint met if)

- Hoofdzin met gevolg

Dus bijvoorbeeld:

Als ik een miljoen win, koop  ik een huis.

If I win a million, I will buy a house. 

First conditional

If- clause = present simple

hoofdzin = Will + infinitive

Als het aan de voorwaarde voldoet, is de kans groot dat het gaat gebeuren.

If the weather is cold tomorrow, we will stay inside.

unit 1 lesson 4 

maken opd.  22 en 23

blz 20 wb B