BG1E 22-1



Ga naar lessonup.app op je telefoon en log in met de code.

gebruik je eigen naam, anders sta je afwezig gemeld.  



22-1-2020
Welkom BG1E
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Ga naar lessonup.app op je telefoon en log in met de code.

gebruik je eigen naam, anders sta je afwezig gemeld.  



22-1-2020
Welkom BG1E

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met jullie?
A
Goed, bijna weekend
B
Goed, maar wel druk met school...
C
Redelijk
D
Niet zo goed

Slide 2 - Quizvraag

Je mag eerlijk antwoorden:
Ik heb het huiswerk van dit hoofdstuk gemaakt.
A
Ja ik heb alle opgaves gemaakt tot nu toe
B
ja maar ik heb een paar opgaves overgeslagen
C
Nee alleen de opgaves die je moest inleveren
D
Nee helemaal niks

Slide 3 - Quizvraag

Vond je sommige dingen moeilijk in het hoofdstuk?
A
Nee, ik begrijp alles
B
Er zijn een paar kleine dingetjes die ik niet helemaal begrijp.
C
ik snap sommige delen wel en sommige delen niet
D
Ik snap weinig van dit hoofdstuk.

Slide 4 - Quizvraag

Wat gaan we doen vandaag?
- Vandaag gaan we hoofdstuk 4 herhalen en moeilijk onderwerpen bekijken. 

let op: houd je rekenmachine klaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Om m/s om te rekenen tot km/h moet ik vermenigvuldigen met ...

Slide 6 - Woordweb

4.5 Snelheid
Om snelheid te berekenen, gebruik de formule:




Snelheid is in m/s of in km/h.

Slide 7 - Tekstslide

Bereken de snelheid als je 60 meter in 5 seconden aflegt.

Slide 8 - Open vraag

Uitwerking:
Afstand = 60 m
Tijd = 5 seconden

Dus 60 : 5 = 12 m/s


Slide 9 - Tekstslide

12 m/s, hoeveel kilometer per uur is dat?

Slide 10 - Open vraag

Uitwerking
Om m/s om te rekenen naar km/h moet ik vermenigvuldigen met 3,6.

12 m/s x 3,6 = 43,2 km/h

Slide 11 - Tekstslide

Snelheid
Je kunt de formule ook anders gebruiken: 
(hoef je niet uit je hoofd te leren)

afstand = snelheid x tijd
tijd = afstand : snelheid
Stel je moet 40 km afleggen en je snelheid is 50 km/h. hoeveel uur doe je hier dan over?

Slide 12 - Tekstslide

Snelheid
Stel je moet 40 km afleggen en je snelheid is 50 km/h. hoeveel uur doe je hier dan over?

tijd = afstand : snelheid 

dus tijd = 40 : 50 = 0,8 uur = 48 minuten

Slide 13 - Tekstslide

4.1 eenheden van lengte.
Ik kan eenheden omrekenen: bijvoorbeeld cm omrekenen naar dm.
A
Ja kan ik, vermenigvuldigen of delen door 10
B
Ja ik denk het wel, geen vragen hierover.
C
Ik vind het lastig/ ik heb hier vragen over...
D
Ik snap dit niet, leg het me uit.

Slide 14 - Quizvraag

4.1. ik kan de omtrek berekenen:
alle lengtes bij elkaar optellen
A
Ja kan ik, dat is: 3 + 2 + 3 + 2 = 10 cm
B
Ja ik denk het wel, geen vragen hierover.
C
Ik vind het lastig/ ik heb hier vragen over...
D
Ik snap dit niet, leg het me uit.

Slide 15 - Quizvraag

4.2: Oppervlakte
Ik kan de oppervlakte berekenen van een figuur:
A
Ja kan ik: blokjes tellen of lengte x breedte
B
Ja ik denk het wel, geen vragen hierover
C
Ik vind het lastig, ik heb hier vragen over
D
Ik snap het niet, leg het me uit

Slide 16 - Quizvraag

4.2: eenheden van oppervlakte
Ik kan de eenheden van de oppervlakte omrekenen:
bijvoorbeeld m² naar dm²
A
Ja kan ik: delen of vermenigvuldigen met 100
B
Ja ik denk het wel, geen vragen hierover
C
Ik vind het lastig, ik heb hier vragen over
D
Ik snap het niet, leg het me uit

Slide 17 - Quizvraag

Plaats juiste eenheid achter de sommen
16 dm + 140 dm + 34 dm = 190 

150 m + 400 m = 55

6 cm + 40 mm = 10

16,3 km = 16300   
mm
cm
dm
m
dam
hm
km

Slide 18 - Sleepvraag

Bereken de omtrek van dit figuur.

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag:


Wat:  maken opdracht 64 t/m 68 ( 68 is voor de fans) blz 164
            maken opdracht 3 t/m 5 blz 169
Hoe: maak de sommen in je schrift
Resultaat: Maak een foto van opdracht 65 en 5 en lever deze in in de inleverbox onder teams: opdrachten. 
Hulp: App elkaar of steek je vinger op.

Slide 20 - Tekstslide