De koning en de standen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...kan je de drie standen van de standenmaatschappij opnoemen.
... kan je vertellen wat het begrip Ancien Regime betekend.



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen dia. Wat gaan de leerlingen deze les leren? 
Maak hierin ook een onderscheid tussen RTTI.
Noem een verlichtingsfilosoof.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

John Locke
  • Iedereen wordt gelijk geboren. Een koning moet met zijn wetten en regels rekening houden met zijn onderdanen. Doet hij dat niet, dan mag het volk hem afzetten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Charles Montesquie: 

  • Trias politica. De gescheiden machten. Wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtelijke macht. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jean Jacques Rousseau

  • Iedereen wordt vrijgeboren. Niemand mag over een persoon beslissen zonder daarvoor zijn goedkeuring te hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
  • de eerste stand: geestelijkheid, mensen met een functie binnen de katholieke kerk, 10% van het land is van deze stand, betalen geen belasting.
  • de tweede stand: adel, belangrijkste bron van inkomsten is de grond die ze bezaten, betalen geen belasting.
  • de derde stand: alle andere mensen 90% van de bevolking

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'L'etat c'est moi'
Lodewijk XIV

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lodewijk XV
Lodewijk XVI

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stand behoorden de burgers?
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
Geen enkele stand

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stand behoorde een hertog?
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
Geen enkele stand

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stand behoorde een advocaat?
A
De eerste stand
B
De derde stand
C
De tweede stand
D
Geen enkele stand

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stand behoorde een monnik?
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
Geen enkele stand

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stand behoorde Lodewijk XVI
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
Geen enkele stand

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met het Ancien Regime?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies