Les 5 - Capitulo 4 Derde klas

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoy es jueves, 6 de febrero

Slide 3 - Tekstslide

Las reglas:
Respeto:

Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk

Slide 4 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • Herhaling de werkwoorden SER en ESTAR
  • Klinkerverwisseling -e --> i
  • In gesprek: frases clave bron E
  • Een tekst geschreven: bron E 



Slide 5 - Tekstslide

¿Cuál son las metas de hoy? 

Aan het einde van de les:
  • weet ik welke werkwoorden hebben een klinkerwisseling
  • heb ik de 7 werkwoorden vervoegd in mijn schrift
  • heb ik een tekst geschreven met behulp van de frases clave

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
datum
beroep
eigenschap
tijd
afkomst
relatie
positie
locatie
actie (werkwoord)
Conditie
emotie

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?

yo
él/ ella/ usted
nosotros
vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
SER
soy
eres
es
somos
sois
son
ESTAR
estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 10 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. Ik
2. Jij
3. Marcos
4. Luisa 
5. Mevrouw López
6. Luisa en ik
7. Diego en jij
8. Diego en Luisa
A. Zij meervoud
B. Zij enkelvoud
C. Ik
D. Jij
E. Wij
F. Hij
G. Jullie
H. U

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. C
2. D 
3. F 
4. B
5. H 
6. E 
7. G 
8. A 

Slide 12 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. yo = yo
2. tú = tú
3. él / ella/ usted = één naam/ enkelvoud
4. nosotros = ......... y yo 
5. vosotros = .......... y tú 
6. ellos/ ellas/ ustedes = twee namen/ meervoud

Slide 13 - Tekstslide

Vul het werkwoord SER in:
.
1. Ella ___________ la profesora.
2. Luisa y yo ___________ amigas.
3. Diego ___________ mi hermano
4. Daniela y tú ________________ primas.
5. Dora y Diego ____________ exploradores
6. Yo ___________ holandesa

Slide 14 - Tekstslide

Het werkwoord SER:
.
1. Ella es la profesora.
2. Luisa y yo somos amigas.
3. Diego es mi hermano
4. Daniela y tú sois primas.
5. Dora y Diego son exploradores
6. Yo soy holandesa

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Klankenverwisseling

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Klinkerverwisseling

yo
él/ ella/ usted
*nosotros
*vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
herhalen
REPETIR
repito
repites
repite
repetimos
repetís
repiten
vragen
PEDIR
pido
pides
pide
pedimos
pedís
piden
lachen
REÍR
río
ríes
ríe
reímos
reís
ríen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Klinkerverwisseling

yo
él/ ella/ usted
*nosotros
*vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
meten
MEDIR
mido
mides
mide
medimos
medís
miden
bedienen
SERVIR
sirvo
sirves
sirve
servimos
servís
sirven
concurreren
COMPETIR
compíto
compítes
compíte
competímos
competís
compíten

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Klinkerverwisseling

yo
él/ ella/ usted
*nosotros
*vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
kiezen
ELEGIR
elijo*
eliges
elige
elegimos
elegís
eligen

Slide 19 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio blz. 26, opdr. 24 a, b en c
Hoe? Indidueel, in stilte
Hulp: Je tekstboek blz. 41 bron G
Tijd: 13 minutos
Uitkomst: Ik weet welke werkwoorden klankenverwisseling hebben
klaar? Maak opdr. 19 op blz. 22

Slide 20 - Tekstslide

Kruisje-nulletje spelen

Slide 21 - Tekstslide

Dialogo:
Jullie gaan een gesprek voeren met behulp van Frases clave in je libro de texto pág. 40, bron E

Ronde 1: Leerling 1 vraagt en leerling 2 beantwoordt

Ronde 2: Leerling 2 vraagt en leerling 1 beantwoordt

Slide 22 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Maak opdr. 19 op blz. 22 van je libro de ejercicio
Hoe? In duo's
Hulp: Je tekstboek blz. 40 bron E
Tijd: 13 minutos
Uitkomst: Ik heb e-mail geschreven en geoefend voor de toets
klaar? Je mag iets voor je zelf doen

Slide 23 - Tekstslide

Los deberes: Overhoring
Leer hoe je de werkwoorden met klinkerverwisseling -e naar -i moet vervoegen:
Tekstboek blz. 41, bron G
repetir, pedir, reír, medir, servir, competir en elegir.

MOET AF ZIJN: Maak opdr. 19 op blz. 22 van je libro de ejercicio

Slide 24 - Tekstslide

¿Cuál eran las metas de hoy? 

Aan het einde van de les:
  • weet ik welke werkwoorden hebben een klinkerwisseling
  • heb ik de 7 werkwoorden vervoegd in mijn schrift
  • heb ik een tekst geschreven met behulp van de frases clave

Slide 25 - Tekstslide

¿Preguntas?

Slide 26 - Tekstslide

Sleep het juiste antwoord bij de juiste zin:                 
   Kies uit:


1. __________ libro es rojo.
2. Ella juega con __________ amigos en el parque.
3. __________ película nos gusto mucho.
4. __________ montañas están cubiertas de nieve.

el
la
los
las

Slide 27 - Sleepvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
1.Veo __________ mariposa en el jardín.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 28 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 29 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 30 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 31 - Quizvraag

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 32 - Tekstslide