Zuur-base evenwicht

Zuur-Base evenwicht
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zuur-Base evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling:
De aanwezigen kunnen na de les een bloedgasverandering interpreteren:

  • Wat zijn de normaalwaardes van een bloedgas
  • Wanneer is er sprake van een acidose of alkalose
  • Wanneer is deze verandering acuut of (deels) gecompenseerd

Slide 2 - Tekstslide

Het lichaam produceert continu zuren (verbranding). Een groot deel daarvan is vluchtig, een klein deel niet-vluchtig. 

De niet-vluchtige zuren (bijv. lactaat) worden door de nieren uitgescheiden. 

H2CO3 is het belangrijkste vluchtige zuur. Dit valt uiteen in H2O en CO2. CO2 verlaat via 
de longen het lichaam.

Slide 3 - Tekstslide

Het functioneren van allerlei processen in het menselijk lichaam is afhankelijk van een juiste zuurgraad. 
De werking van enzymen, de structuur van eiwitten en de normale structuur van de celbestanddelen worden negatief beïnvloedt door een te hoge of een te lage zuurgraad. 
Er kunnen stoornissen ontstaan in de stofwisseling, membraanpermeabiliteit en de elektrolytenverdeling.

Een juiste zuurgraad (Ph) is dus essentieel !!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de Ph?

Het aantal waterstofionen (H+) geteld per ml water.
  • Hoeveel waterstofionen komen er bij een reactie vrij of gaan er verloren en/of hoeveel waterstofionen worden gebonden door het buffersysteem (bicarbonaat)
  • Het lichaam is erg gevoelig voor ph schommelingen! (inactivatie inotropica, stolling, eiwitsynthese)

Slide 5 - Tekstslide

Om de zuurgraad min of meer constant te houden heeft het lichaam de beschikking over zogenaamde buffersystemen. Een buffer is een stof die zowel het zure als het basische deel kunnen binden zonder dat de zuurgraad hierdoor verandert. De belangrijkste buffers zijn:
- plasma-eiwit (eiwit kan H+ opnemen en afstaan)
- hemoglobine (kan H+ opnemen en staat dan O2 af)
- koolzuurbicarbonaat

Slide 6 - Tekstslide

De normaalwaarde van de zuurgraad van het bloed varieert van 7.35 tot 7.45

Indien de waarde lager is dan 7.35 spreken we van een acidose
Bij waardes groter dan 7.45 is er een alkalose.

Waardes kleiner dan 7.0 of groter dan 7.8 zijn dodelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Ph bepaling middels een arterieel bloedgas (arts!)

Slide 8 - Tekstslide

Ph norm.:                                      7.35 < norm < 7.45
Pa O2 norm.:                              80 – 100mmhg
PaCO2 norm.                             35 – 45 mmhg
Bicarbonaat (HCO3-) norm.:  22 –26 meq/ltr.
Base exess (BE) norm. :           -2 tot +2
SaO2 norm.:                            > 90%



PaO2 richtlijn > 60 jaar: 80mmhg – 1mmhg voor elk jaar >60 (bijv 75jr.: 80 - 15 = 65mmhg

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken acidose
Respiratoir
  • Hypoventilatie /COPD
  • Teveel sedatie /drugs
  • anesthesie
  • Hoofd trauma
  • Neuromusculair
  • Mechanische ventilatie

Metabool
  • Diabetisch ketoacidose
  • Alcoholisch /methanol
  • Renaal falen / uremie
  • Rhabdomyolyse
  • Toxines,
  • Salicylaten, Ascal
  • Diaree, ileostomie

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaken alkalose
Respiratoir
  • Hypoxemie
  • Stress
  • Longembolie
  • Hyperventilatie bij mechanische beademing

Metabool
  • Corticosteroid therapie
  • Braken, maagsonde
  • Diuretica therapie
  • Kalium tekort
  • Teveel aan natrium bicarbonaat intake (vaak verlies Cl- of H+ ionen)

Slide 11 - Tekstslide

Stap 1: PaO2 
Hypoxie?
PaO2 < 40mmhg direct levensgevaar!

Slide 12 - Tekstslide

Stap 2: Ph
Bepaal of de Ph normaal / alkalisch / acidotisch is?
  • Alkalose: Ph > 7.45
  • Acidose: Ph < 7.35
  • Normaal waarde  7.35            7.40           7.45
  • Lichaam overcompenseert niet, dus:
      Primair acidotisch < 7.40
      Primair alkalisch > 7.40


Slide 13 - Tekstslide

Stap 3: PaCO2
Is er een respiratoire acidose, alkalose of is PaCO2 normaal?


PaCO2 boven de 45-50 mmhg           acidose
PaCO2 onder de 35 mmhg                  alkalose

Vindt er compensatie plaats?


Slide 14 - Tekstslide

Stap 4: Bicarbonaat (HCO3-)
Is er een metabole acidose, alkalose of is HCO3- normaal?


HCO3- boven de 26mEq/l                  alkalose
HCO3- onder de 22 mEq/l                  acidose

Vindt er compensatie plaats?


Slide 15 - Tekstslide

Stap 5 : gecompenseerd of niet?
  • Bij alkalose of acidose wanneer PaCO2 of HCO3- nog normaal is dan heeft het lichaam nog geen tijd gehad om te compenseren.
  • Wanneer Ph binnen normaal waarden en PaCO2 en HCO3- zijn afwijkend dan heeft het lichaam gecompenseerd.
  • Onvolledig gecompenseerd wanneer de PaCO2 en HCO3- afwijkend zijn met daarbij nog geen Ph binnen de normaalwaarden.

Bovenstaande in de volgende formule gebruiken:

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Oefening 1
Acute respiratoire acidose

Slide 18 - Tekstslide

Oefening 2
Acute respiratoire alkalose

Slide 19 - Tekstslide

Oefening 3

Acute metabole acidose

Slide 20 - Tekstslide

Oefening 4
Gecompenseerde respiratoire alkalose

Slide 21 - Tekstslide

Oefening 5

Gecompenseerde metabole acidose

Slide 22 - Tekstslide

Oefening 6

Onvolledig gecompenseerde metabole alkalose

Slide 23 - Tekstslide

Base excess
  • Geeft de zuur-base balans weer onafhankelijk van de respiratie (overschot of tekort aan buffers in het lichaam)
  • Negatieve base excess (BE < -2): komt in de praktijk overeen met een metabole acidose.
  • Positieve base excess (BE > +2): komt in de praktijk overeen met een metabole alkalose

Slide 24 - Tekstslide

Valkuilen
  • Het bloedmonster is niet arterieel.
  • Patiënt is niet in steady state:
 

 Beademingsinstellingen pas veranderd
 Grote hoeveelheid CO2 bij Lactaatacidose.
 Belangrijke circulatoire veranderingen.

  • Bloedmonster bevat teveel heparine (heparine heeft “zure” Ph).
  • Bloedmonster bevat een luchtbel (pO2 hoger)
  • Bloedmonster wordt te laat bepaald (pO2 lager door consumptie ery’s)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide