Politieke stromingen (1848 - 1919)

Politieke stromingen 1848 -1919
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Politieke stromingen 1848 -1919

Slide 1 - Tekstslide

Welk begrip past niet bij de situatie in Nederland eind 19e eeuw?
A
Sociale Kwestie
B
Industrialisering
C
Burgerij
D
Algemeen kiesrecht

Slide 2 - Quizvraag

Hoe werden tot 1879 kamerleden gekozen?
A
Via politieke partijen
B
via kiesdistricten
C
via de koning
D
via Thorbecke

Slide 3 - Quizvraag

Het districtenstelsel
Tot 1879 bestonden er in Nederland géén politieke partijen. 
Via kiesdistricten werden Kamerleden gekozen. 

Politici waren dus niet gebonden aan een zogenaamde 'partijlijn'. Zij dienden het algemeen belang!

Slide 4 - Tekstslide

Liberalen aan de leiding
Na de invoering van het parlement in 1848, werden voornamelijke liberale politici gekozen 

Liberalen stellen vrijheid van het individu voorop. Mensen moeten zelf bepalen wat ze doen met hun bezittingen en geld. De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de burger

Slide 5 - Tekstslide

Waarom waren vooral liberale politici populair halverwege de 19e eeuw denk je?

Slide 6 - Open vraag

Sociale Kwestie
Wie moet de sociale kwestie oplossen? Moet er iemand opkomen voor de burgers en strijden tegen de armoede?

De Liberalen raken hierover verdeeld: 
1. Links-liberalen (overheid moet mensen helpen die buiten hun schuld in de problemen waren geraakt)
2. Rechts-liberalen: overheid moet nooit ingrijpen

Slide 7 - Tekstslide

Eind 19e eeuw worden sociale wetten ingevoerd, welke stromingen van de liberalen was dus het sterkst?
A
Links-liberaal
B
Rechts-liberaal
C
Beide
D
Geen

Slide 8 - Quizvraag

Politieke partijen
Mede door de verdeeldheid onder de liberalen, ontstaan er verschillende groepen en die gaan zich vereningen in politieke partijen. 

Ook de confessionelen en socialisten gaan dit doen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is géén confessionele stroming?
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Katholicisme
D
Protestantisme

Slide 11 - Quizvraag

De confessionelen
Twee stromingen in Nederland:
1. Katholieke confessionele stroming
2. Portestants-christelijke stroming

Waarom gingen deze groepen zich politiek verenigen? 
Ze voelden zich achtergesteld door de politieke elite

Slide 12 - Tekstslide

Waarin voelden de confessionelen zich achtergesteld?
A
Woningbouw
B
Werk
C
Scholen
D
Verenigingen

Slide 13 - Quizvraag

Waar ging de schoolstrijd over?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

De schoolstrijd
Sinds de schoolwet van 1870 werden openbare scholen gefinancieerd door de overheid

De confessionelen willen scholen waar bijzonder onderwijs wordt gegeven (religieuze scholen), en willen daar ook financiering voor, maar krijgen dit niet.
Uit protest richt Abraham Kuyper de ARP op

Slide 16 - Tekstslide

De ARP
De antirevolutionaire partij (ARP) wordt opgericht door Abraham Kuyper.

- Eerste politieke partij
- Partijdiscipline (eenheid)
- 'Kleine luyden'


Slide 17 - Tekstslide

De katholieken
De katholieken vormen niet direct een politieke partij
Verenigen zich onder Herman Schaepman en steunen de ARP in hun strijd tegen de liberalen

Hierdoor konden ze de liberalen verslaan!

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten 'historisch denken 2.1' bladzijde 32 en 33: 1 en 3
Opdrachten 'historisch denken 2.2' bladzijde 33: 2, 3 en 4

Slide 19 - Tekstslide

Socialisme

Slide 20 - Woordweb

Wat is het verschil tussen de sociaaldemocratie en het communisme?

Slide 21 - Open vraag

Sociaaldemocratie
Parlementaire democratie
Verkiezingen 
Samenwerking met andere partijen

SDB: Sociaal-Democratische Bond
Wordt steeds radicaler en besluit in 1893 niet meer mee te doen aan verkiezingen, alleen harde actie

Slide 22 - Tekstslide

SDAP
1894 wordt de eerste echte sociaal-democratische partij opgericht: de SDAP

Groeide rond de eeuwwissling: 
- algemeen kiesrecht
- vakbonden

Slide 23 - Tekstslide