20 april: 4.3 explosies en energie

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Verbrandingsproducten
§4.2 - Brandstoffen en milieu
§4.3 - Explosies en energie
§4.4 - Blussen


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Verbrandingsproducten
§4.2 - Brandstoffen en milieu
§4.3 - Explosies en energie
§4.4 - Blussen


Slide 1 - Tekstslide

Lesplan
1. herhalen vorige les
2. uitleg §4.3
3. practicum
4. afronding

Slide 2 - Tekstslide

Biobrandstoffen
Fossiele brandstoffen
snelle koolstofkringloop
trage koolstofkringloop
CO2 neutraal
mais
diesel
benzine
versterkt broeikaseffect
fotosynthese

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is geen biobrandstof?
A
Koolzaadolie
B
Bioethanol
C
Waterstof
D
Biodiesel

Slide 4 - Quizvraag

Welk milieuprobleem ontstaat door de uitstoot van CO2 bij verbranding van aardolieproducten?
A
gat in de ozonlaag
B
versterkt broeikaseffect
C
broeikaseffect
D
zure regen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood

Slide 6 - Quizvraag

Waarom wordt waterstof niet gebruikt als brandstof? Benoem 2 redenen.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Explosies

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een explosie?
Dit is een supersnelle verbranding, waarbij het volume van de gasvormige stoffen sterk toeneemt. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een explosie?
Dit is een supersnelle verbranding, waarbij het volume van de gasvormige stoffen sterk toeneemt. 

  • Een verbrandingsreactie is een reactie met ....?

Slide 11 - Tekstslide

Explosiegrenzen

Slide 12 - Tekstslide

Explosievoorwaarden
  1. brandstof en de zuurstof zijn fijn verdeeld, zodat ze goed mengen
    dit kunnen gassen zijn (gasexplosie) maar ook een fijn verdeelde vaste stof met zuurstof (stofexplosie)

  2. brandstof en zuurstof  zijn in de juiste verhouding gemengd (binnen de explosiegrenzen)

  3. er ontstaan gasvormige verbrandingsproducten

Slide 13 - Tekstslide

Explosievoorwaarden
  1. brandstof en de zuurstof zijn fijn verdeeld, zodat ze goed mengen
    dit kunnen gassen zijn (gasexplosie) maar ook een fijn verdeelde vaste stof met zuurstof (stofexplosie)

  2. brandstof en zuurstof  zijn in de juiste verhouding gemengd (binnen de explosiegrenzen)

  3. er ontstaan gasvormige verbrandingsproducten

Hierdoor kan alle aanwezige brandstof in één keer tegelijk (=zeer snel) verbranden. Door de warmte die dan vrijkomt, neemt het volume van de gassen heel sterk toe (= knal)

Slide 14 - Tekstslide

Explosief
Ken je dit GHS-symbool nog?
GHS staat voor "Globally Harmonised System".
Dat wil zeggen dat deze symbolen over de hele wereld dezelfde betekenis hebben

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer is er bij een tankauto het meest gevaar voor een explosie?
A
tank is vol met benzine
B
tank is halfvol gevuld met benzine
C
tank bevat een bodempje benzine

Slide 16 - Quizvraag

Welke factoren zijn van belang voor een explosie (meerdere antw mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
perfecte mengverhouding en verdelingsgraad
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 17 - Quizvraag

Soorten energie

Slide 18 - Tekstslide

De eenheid van energie is: ...
A
ampère (A )
B
volt (V)
C
watt (W)
D
joule (J)

Slide 19 - Quizvraag

Chemische energie



  • Q = warmte (J)
  • c = soortelijke warmte (J/(K·kg))
  • m = massa (kg)
  • ΔT = temperatuurverschil (K)
 Q = c · m · ΔT

Slide 20 - Tekstslide

Rendement bij een verbrandingsreactie
chemische energie van de brandstof 
--> bewegingsenergie.

Het rendement voor deze omzetting is geen 100%, een deel van de chemische energie wordt omgezet in warmte.

Slide 21 - Tekstslide

Practicum 6
  • Voer het practicum 1x uit
  • Beantwoord de vragen.

Tijd: max. 10 min

Dan gaan we door naar het volgende practicum.


Slide 22 - Tekstslide

Practicum 9
  • Voer het practicum uit.
  • Noteer je resultaten goed, deze heb je nodig om de vragen te beantwoorden.
  • Beantwoord de vragen.

Tijd: 20 min 


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Een brandende oliebron kan je doven door dynamiet te laten ontploffen. Wat doe je dan?
A
Je haalt de zuurstof weg
B
Je verlaagt de temperatuur.
C
je haalt de brandstof weg

Slide 25 - Quizvraag

Samenvatting
  • Een explosie is een exotherme chemische reactie waarbij de brandstof en zuurstof in de juiste verhoudingen zijn gemengd. 
  • Bij de reactie ontstaan gassen die snel en sterk uitzetten.


Slide 26 - Tekstslide

Wat heb jij van deze les onthouden?

Er worden 3 personen gekozen die dat met de klas delen

Slide 27 - Tekstslide

Volgende keer
§4.4 blussen

Huiswerk staat op magister

Slide 28 - Tekstslide