15.1 Energiestromen

Welkom terug!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom terug!

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode

PO Ecologie (Oeverlanden) 15% PTA  (21-23 april)
Hst 15 Kwetsbare ecosystemen
Hst 16 Systeem aarde en de mens
Proefwerk Hst 15 + Hst 16.1 t/m 16.3 (2 of 3 juni)
Hst 20 (20.1 t/m 20.3) Planten

Slide 2 - Tekstslide

De Oeverlanden
NME-centrum de Waterkant
Drie dagen veldwerk 
9.00 - 15.30 uur (op donderdag tot 17.30 met eten)
Eigen onderzoek
Verslag dat beoordeeld wordt voor 15% PTA


Slide 3 - Tekstslide

Praktisch
Woensdag 21 april om 9.00 uur start op school 
(8.45 uur aanwezig)
KOM OP DE FIETS!
Vega/Vegan/Halal/Gluten?
Groepjes van 4 of 3 (max 6 groepjes)
Installeer Plantnet




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

15.1 Energie in ecosystemen

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis (blz 234 in je boek)
In een ecosysteem zijn de volgende organismen aanwezig:
1. eencellige algen
2. watervlooien
3. vissen
4. driehoeksmosselen
De vissen leven vlooien, de watervlooien en driehoeksmosselen eten eencellige algen.

Slide 7 - Tekstslide

PRODUCENTEN
CONSUMENTEN
Eencellige algen
Vissen
Watervlooien
Driehoeksmosselen

Slide 8 - Sleepvraag

In break-out rooms


5 groepjes
Maak een voedselweb met organismen 1 t/m 4
Maak een mogelijke voedselpiramide met organismen 1 t/m 4

De antwoorden plaats je in het Miro-board. Iedere groep heef een eigen frame om het in te plaatsen.
https://miro.com/welcomeonboard/hBvJ5sPMpFa1wDnfxN5zqapGeSoyaJXKoHl7aloZXau6wiM7xPJuuzJXzyVUX5Mj

Slide 9 - Tekstslide

15.1 Leerdoelen
Je kunt omschrijven of en zo ja waarom een ecosysteem kwetsbaar is.
Je weet hoe de energiestroom loopt in een voedselketen.
Je kunt het verschil tussen foto-autotroof en chemo-autotroof uitleggen.
Je kunt beredeneren waarom er energie verloren gaat in een voedselketen.

Slide 10 - Tekstslide

De heuvels van Lachay
De heuvels van Lachay vormen een uniek ecosysteem. De hoeveelheid beschikbaar water (uit mist) bepaalt de begroeiing op verschillende hoogtes

Slide 11 - Tekstslide

Waarom zijn de heuvels van Lachay een kwetsbaar ecosysteem?

Slide 12 - Open vraag

Producenten
Producenten vormen altijd het begin van de voedselketen. Zij leggen energie uit zonlicht vast in organische stoffen.
  • Organische stoffen: bevatten koolstof (C) met daaraan waterstof (H)
  • Anorganische stoffen: zonder C-H en vrij voorkomende in de natuur. Bv CO2 en H2O

Slide 13 - Tekstslide

Fotosynthese






Planten zijn foto-autotroof: zijn maken zelf organische stoffen (autotroof) met behulp van zonlicht (foto)

Slide 14 - Tekstslide

Consumenten
Planten geven de energie/organische stoffen door naar consumenten. 
Dit zijn heterotrofe organismen die niet zelfvoorzienend zijn in hun energieaanvoer. 
De organische stoffen worden gebruikt als bouwstoffen of brandstoffen.

Slide 15 - Tekstslide

Reducenten
Reducenten zijn schimmels of bacteriën die resten van dode dieren of planten afbreken. Organische stoffen worden hierbij omgezet in anorganische stoffen. 

Slide 16 - Tekstslide

SCHIMMELS
BACTERIËN
Celwand
Celkern
Geen celwand
Prokaryoot
Eukaryoot
Geen celkern

Slide 17 - Sleepvraag

Chemo-autotroof
Sommige bacterien kunnen ook organische stoffen maken uit anorganische stoffen. Ze gebruiken hierbij geen zonlicht en zijn daardoor niet foto-autotroof, maar gebruiken een chemisch proces. Je noemt ze daarom chemo-autotroof.
De nitrietbacterie is hier een voorbeeld van. Door oxidatie van NH4+ naar NO2- komt er energie vrij die gebruikt kan worden om glucose te vormen uit CO2 en H2O.

Slide 18 - Tekstslide

Energiestroom
Niet alle energie wordt doorgegeven naar het volgende
niveau.
Ieder organisme gebruikt een deel van de energie voor
celprocessen en lichaamsactiviteiten.
Een deel van de energie verlaat het organisme in de 
vorm van warmte.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is "energiestroom"?
A
Stof waarin veel energie opgeslagen zit.​
B
De plaats van een organisme in een voedselketen.​
C
de biomassa
D
Als energie wordt doorgegeven aan het volgende trofische niveau.​

Slide 22 - Quizvraag

Welke termen passen bij de koolmees?
A
Consument 2e orde, heterotroof
B
Consument 3e orde, heterotroof
C
Consument 2e orde, autotroof
D
Consument 3e orde, autotroof

Slide 23 - Quizvraag

In de afbeelding is de energiestroom in een voedselketen weergegeven.

De pijlen in de afbeelding zijn steeds kleiner getekend om aan te geven dat de energie maar voor een deel wordt doorgegeven. Waardoor wordt niet alle energie doorgegeven aan het volgende niveau?

Let op: meerdere antwoorden mogelijk!
A
Deel van de energie is opgeslagen in brandstoffen. Brandstoffen worden niet doorgegeven aan de volgende schakel van de voedselketen.
B
Niet alle organismen worden gegeten. Organische stoffen uit organismen die sterven, worden niet doorgegeven in de voedselketen.
C
Niet alle organische stoffen kunnen worden verteerd. De energierijke stoffen uit de onverteerde resten verlaten met de uitwerpselen het lichaam.

Slide 24 - Quizvraag

In een voedselketen bevatten de consumenten van de eerste orde meer vastgelegde energie dan de consumenten van de tweede orde.
De afbeelding is een weergave van het patroon van energiestromen in een ecosysteem.


Welke groep of groepen organismen kunnen deel uitmaken van trofisch niveau n?
A
producenten
B
consumenten 1e orde
C
consumenten 2e orde
D
consumenten 3e orde

Slide 25 - Quizvraag

Over de energiestroom Rn in de afbeelding worden de volgende beweringen gedaan.
1. Rn geeft de mate van koolstofassimilatie aan op trofisch niveau n.
2. Rn geeft de mate van voortgezette assimilatie aan op trofisch niveau n.
Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?
A
Geen van beide
B
Alleen 1
C
Alleen 2
D
Allebei

Slide 26 - Quizvraag