Commercieel beleid B H1.2 t/m 1.7

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commercieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Commercieel 1 deel B
Marktonderzoek

Slide 2 - Tekstslide

Examentermen H1

Slide 3 - Tekstslide

Fasen marktonderzoek H1.2
Probleemstelling
Onderzoeksopzet
Bronnen vaststellen
Informatie verzamelen 
Verwerken
Analyseren
Rapporteren

Slide 4 - Tekstslide

Steekproef H1.3
Steekproef = je kan nooit je gehele doelgroep onderzoeken, hierom doe je je onderzoek bij een deel van de populatie.
populatie --> De mensen die bij de groep horen waarnaar je onderzoek doet 
a-select --> willekeurig samengesteld
betrouwbaar --> Hoe groter de steekproef , hoe betrouwbaarder
representatief --> goede afspiegeling van de hele populatie; Dus alle bevolkingsgroepen uit de populatie moeten in de steekproef terugkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Vormen van marktonderzoek H1.4
desk  research
Achter je bureau

 field research
Op onderzoek uit
Kwantitatief  onderzoek 
Aantallen
 kwalitatief onderzoek
Op kwaliteit/inhoud gericht

Slide 6 - Tekstslide

Data verzamelmethodes H1.5
Voor deskresearch (secundaire gegevens) kan je diverse bronnen gebruiken, je kan hierdoor ook op verschillende manieren dit onderzoek uitvoeren. 
Veel gebruikte vormen zijn: Exploratief, datamining en onderzoek bij instanties die statistieken verzamelen.

Slide 7 - Tekstslide

Exploratief onderzoek:
Hierbij verzamel je als onderzoeker op systematische manier gegevens om nieuwe feiten en/of verbanden te ontdekken. Vragen die bij dit soorten onderzoeken voorkomen zijn: Waarom & hoe komt dat - vragen.
Datamining: 
Hierbij onderzoek je of er in databases relevante patronen te vinden zijn. Bijv. bij persoonlijke bonuskaarten. 

Onderzoek bij instanties die statistieken verzamelen:
CBS: je koopt omzetten in branches, indexcijfers etc.

Slide 8 - Tekstslide

Fieldresearch (primaire gegevens)
Observatie
- Gedrag van je onderzoeksgroep waarnemen. Als je wil weten hoeveel mensen er kijken naar een display, zit er niks anders op dan te kijken.
Interview gestructureerd
Gesprek tussen iemand die vragen stelt en de respondent (de geïnterviewde)  Face to face stel je vragen aan de deelnemers.  Deze heb je vooraf bedacht. 
Interview ongestructureerd
Vaak stel je dan basis vragen en kijk je ondertussen welke vragen je nog meer a la minute kan bedenken. Je hebt een gesprek over een onderwerp. 

Slide 9 - Tekstslide

Fieldresearch (primaire gegevens)

Panelgesprek
Een panel is een vaste groep mensen die met enige regelmaat deelneemt aan het onderzoek. Bijvoorbeeld door een enquete in te vullen of deel te nemen aan een groepsdiscussie.

Enquête 
een enquete is een hulpmiddel dat je kunt gebruiken om informatie te krijgen van groepen mensen. Het is een vooraf opgestelde vragenlijst die je schriftelijk, telefonisch, persoonlijk of online voorlegt aan je onderzoeksgroep. De vragenlijst moet niet te lang zijn zodat veel mensen bereid zijn om mee te doen.

Slide 10 - Tekstslide

Soorten vragen enquete
Open vragen
Vragen waarmee je niet met ja of nee kan beantwoorden of een ander kort antwoord kan geven. Vragen beginnen met: wie, wat, waarom, wanneer of hoe. Het voordeel is dat je veel informatie krijgt door dit soort vragen. Het nadeel is dat het voor de respondent veel tijd kost.
Gesloten vragen
Een gesloten vraag is een vraag met beperkte antwoordmogelijkheden. Denk aan vragen waarbij je met Ja of nee kan antwoorden.  Vaak gebruik je dit soort vragen bij online enquêtes en schriftelijke vragenlijsten.

Voorbeeld: Doet u vaker dan 1 keer per week boodschappen?
- Ja
- Nee 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk:
Maken opdracht 4 t/m 37  en de samenwerkopdracht  van H1 van Commercieel beleid deel B.

Slide 12 - Tekstslide