Quiz Studiehandleiding MZ4 BBL

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

OPLEIDINGSMAP
MZ4 BBL

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De SLB-er (studieloopbaanbegeleider) coacht je bij:

- MWB (Methodische Werk Begeleiding)
- BSM (Beroeps Specifieke Modulen)
- BPV (Beroeps Praktijk Vorming)

A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

De klas reflecteert op een casus uit de praktijk, ingebracht door een student, volgens de incidentmethode.

Dit noemen we...
A
MWB Methodische werkbegeleiding
B
BSM Beroeps Specifieke Module
C
TM Theorie Module

Slide 5 - Quizvraag

Als student onderzoek je gedurende je opleiding verschillende theorieën en methodieken. Deze onderwerpen horen bij jouw toekomstige beroep.
Denk aan communicatie, kwaliteitszorg, dagbesteding, ontwikkelingspsychologie, e.d.

Waar hoort dit bij?
A
MWB Methodische werkbegeleiding
B
BSM Beroeps Specifieke Module
C
TM Theorie Module

Slide 6 - Quizvraag

Als student laat je eerst in een opdracht zien dat je kennis en vaardigheden toe kan passen, alvorens je het examen mag uitvoeren in de praktijk.

De opdracht die een voorwaarde is om het examen uit te mogen voeren, noemen we...
A
MWB Methodische Werk Begeleiding
B
BSM Beroeps Specifieke Module
C
TM Theorie Module

Slide 7 - Quizvraag

Binnen de opleiding werken we met verschillende digitale leeromgevingen.

In welk programma bereid je de loopbaangesprekken met je SLB-er voor?
A
CumLaude (Loopbaandossier)
B
Teams
C
OnStage
D
Canvas

Slide 8 - Quizvraag

Binnen de opleiding werken we met verschillende digitale leeromgevingen.

In dit programma komt alles wat te maken heeft met stage of werk. Hierin moet je de POK (praktijkovereenkomst) uploaden. Ook plaats je hier het reflectieberoepshoudingsformulier en de gespreksverslagen van de BPV gesprekken. Als de opleiding is afgerond moet alles zijn ingevuld, dit is voorwaardelijk voor het diploma. Welk programma is dit?
A
CumLaude (Loopbaandossier)
B
Teams
C
OnStage
D
Canvas

Slide 9 - Quizvraag

Binnen de opleiding werken we met verschillende digitale leeromgevingen.

In dit programma kun je opdrachten lezen en inleveren, communiceren en chatten met je klasgenoten en docenten, online vergaderen en eventueel online lessen volgen. Ook vind je hier het schoolmateriaal zoals lesmodulen, PowerPoints en ander lesmateriaal. Welk programma is dit?
A
CumLaude (Loopbaandossier)
B
Teams
C
OnStage
D
Canvas

Slide 10 - Quizvraag

Wat vind je in de digitale leeromgeving PeopleSoft?
A
het lessenrooster
B
de behaalde studieresultaten
C
nieuwtjes m.b.t. coronamaatregelen
D
lesmateriaal

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel studieloopbaangesprekken heb je minimaal per schooljaar met je SLB-er?
A
Één
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel periodes zitten er in één schooljaar?
A
Twee
B
Drie
C
Vier
D
Vijf

Slide 13 - Quizvraag

Een professionele beroepshouding is belangrijk in zowel je werk als op school. Je wordt daarom beoordeeld op de volgende zes pijlers:
Betrokken, empathisch, assertief, representatief, inzet en......

A
op tijd komen
B
integer
C
motivatie

Slide 14 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat integer volgens jou betekent.

Slide 15 - Open vraag

Ziekmelding en korte verlofmelding gaat als volgt:
1. Je gaat naar Teams en klikt op het tabblad 'ziekmeldingen' of 'verlofaanvragen'.
2. Je vult het formulier volledig in (hier krijg je een bevestigingsmail van).
3. Je stuurt een berichtje naar je SLB-er en lesgevende docenten.

Klopt dit?
A
Ja, dit klopt
B
Nee, klopt niet

Slide 16 - Quizvraag

Voor 'groot' verlof (meerdere dagen) overleg je met je SLB-er.

Klopt dit?
A
Ja, dit klopt
B
Nee, klopt niet

Slide 17 - Quizvraag

Stelling 1: Ongeoorloofd betekent, dat je je hebt afgemeld en / of verlof hebt aangevraagd. Geoorloofd betekent, dat je je niet hebt afgemeld.
Stelling 2: Er wordt een aanwezigheidspercentage verwacht van 100%.
A
Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar
B
Stelling 1 is niet waar, stelling 2 is waar
C
Beiden stellingen zijn waar
D
Beide stellingen zijn niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De POK kan nooit eenzijdig beëindigd worden door één van de partijen, maar wordt pas beëindigd nadat een gesprek heeft plaatsgevonden tussen student, bpv-docent en praktijkopleider van de bpv instelling, waarin gezamenlijk besloten wordt dat de bpv beëindigd wordt.

Is dit waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel BPV gesprekken zijn er minimaal per schooljaar tussen de student, de praktijkbegeleider en de BPV docent?
A
Een
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 20 - Quizvraag

Op welk moment in de opleiding krijgt de student een bindend studieadvies?
A
Halverwege het eerste leerjaar
B
In de laatste periode van het eerste leerjaar
C
Aan het begin van leerjaar 2
D
Er wordt geen bindend studieadvies meer gegeven

Slide 21 - Quizvraag

Bij een bindend studieadvies wordt vastgesteld of je de opleiding mag vervolgen (positief advies) of dat de onderwijsovereenkomst wordt ontbonden (negatief advies). Een studieadvies moet altijd onderbouwd zijn en komt niet uit de lucht vallen. Je moet dus gewaarschuwd zijn als het niet goed gaat.

Is dit waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel procent van de opleiding bestaat uit het volgen van keuzedelen?
A
10%
B
15%
C
20%
D
25%

Slide 23 - Quizvraag

Niveau 3:
Keuzedelen bestaan uit studiebelastingsuren (SBU).

Hoeveel SBU moet je aan het einde van de opleiding behaald hebben?
A
524 sbu
B
640 sbu
C
720 sbu
D
840 sbu

Slide 24 - Quizvraag

Niveau 4:
Keuzedelen bestaan uit studiebelastingsuren (SBU).

Hoeveel SBU moet je aan het einde van de opleiding behaald hebben?
A
524 sbu
B
640 sbu
C
720 sbu
D
960 sbu

Slide 25 - Quizvraag

NIVEAU 3:
Om je werk goed te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat je de Nederlandse taal voldoende beheerst en dat je kunt rekenen. Zowel Nederlands als rekenen wordt afgesloten met een examen op niveau 2F. Tijdens de lessen word je hierop voorbereid.

Is dit waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

NIVEAU 4:
Om je werk goed te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat je de Nederlandse en Engelse taal voldoende beheerst en dat je kunt rekenen. Zowel Nederlands als rekenen wordt afgesloten met een examen op niveau 3F, Engels op niveau A2/B1. Tijdens de lessen word je hierop voorbereid.

Is dit waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide