12juin_Proeftoets leesvaardigheid VWO2, A2

Deel 1: leesvaardigheid
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deel 1: leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Regels
  • Zorg ervoor dat je je voornaam en de eerste letter van je achternaam hebt gebruikt.
  • Het doel is om te oefenen voor de toetsweek. Maak geen gebruik van online bronnen.
  • Zelfstandig, in stilte.

Slide 2 - Tekstslide

Denk aan de leesstrategieën;
* gebruik maken van de titel/plaatjes/ je eigen kennis over het onderwerp
* onbekende woorden; verder lezen, vergelijken met Engels/Nederlands 
* eerst scannen, dan meer in detail lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Tekst 1: lees de tekst
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden lijken op het Nederlands of Engels, waarvan je de betekenis kunt raden?
Schrijf zoveel mogelijk.

Slide 5 - Open vraag

Wie zijn het met Léa eens?
A
Hakim en Marianne
B
Katy en Bruce
C
Bruce en Marianne
D
Katy en Hakim

Slide 6 - Quizvraag

Waarom denk je dat?
Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Léa vindt het leuk
om naar Parijs te gaan.
A
vrai (waar)
B
faux (niet waar)

Slide 8 - Quizvraag

Waarom denk je dat?
Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

Tekst 2: lees de tekst
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden lijken op het Nederlands of Engels, waarvan je de betekenis kunt raden?
Schrijf zoveel mogelijk.

Slide 11 - Open vraag

Waar gaat deze tekst over?
Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

Welke bewering is juist?
A
Haribo is een merk dat in Frankrijk is bedacht
B
Het is het oudste snoepmerk ter wereld
C
Je leert hoe het snoep gemaakt wordt
D
Je mag snoepjes proeven in het museum

Slide 13 - Quizvraag

Kun je op dinsdag 2 januari het museum bezoeken?

Slide 14 - Open vraag

Tekst 3: lees de tekst
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is het filmpje
over de Chinese jongen
Sana erg spannend?
A
Hij haalt honing uit de korf met blote handen
B
hij laat zich vrijwillig overal steken door bijen
C
er zitten bijna een uur lang veel bijen op hem
D
geen van de antwoorden is correct

Slide 16 - Quizvraag

Tekst 4: lees de tekst
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke woorden lijken op het Nederlands of Engels, waarvan je de betekenis kunt raden?
Schrijf zoveel mogelijk.

Slide 19 - Open vraag

Waarom plaatst de Judy de luiaards niet meer terug in de natuur?

Slide 20 - Open vraag

Deel 2: grammatica

Slide 21 - Tekstslide

Uit hoeveel delen bestaat de passé composé?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

"je danse" is vervoegd in de...
A
présent
B
passé composé

Slide 23 - Quizvraag

"Ma mère demande"
is vervoegd in de...
A
présent
B
passé composé

Slide 24 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord in de voltooide tijd.
Mes copains ..............................(envoyer)
A
ont envoyé
B
envoient
C
envoyais
D
envoyait

Slide 25 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord in de voltooide tijd.
Maman .............. dans ma chambre. (entrer)
A
est entré
B
est entrée
C
est entrés
D
a entrée

Slide 26 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord in de voltooide tijd.
Nous (m) ........................ en Espagne.
A
sommes arrivés
B
sommes arrivées
C
êtes arrivés
D
êtes arrivées

Slide 27 - Quizvraag

1. Kijk nog een keer naar de tekst.
2. Schrijf op één voorbeeld van een werkwoord op -er vervoegd in de voltooide tijd.

Slide 28 - Open vraag

1. Kijk nog een keer naar de tekst.
2. Schrijf op één voorbeeld van een werkwoord op -er vervoegd in de voltooide tijd.

Slide 29 - Open vraag

Maak een zin met de voltooide tijd.
Let op! Je hebt niet alle woorden nodig.
Zinsbouw
Onderwerp + werkwoord + rest van de zin
ma
père
a
écouté
un
film
mère
regardé
douze

Slide 30 - Sleepvraag

Maak een zin met de voltooide tijd.
Let op! Je hebt niet alle woorden nodig.
Zinsbouw
Onderwerp + werkwoord + rest van de zin
mes
ont
en Espagne
arrivées
mon
arrivés
sont
arrivé
parents

Slide 31 - Sleepvraag

Schrijf een tekst waarin je je laatste vakantie beschrijft.
Je mag een woordenboek gebruiken.
Maak minimaal 5 zinnen met de voltooide tijd.
timer
10:00
Zinsbouw
Onderwerp + werkwoord + rest van de zin
Tips opbouw

Slide 32 - Open vraag

Je bent klaar.
Je mag in je leesboek lezen.

Slide 33 - Tekstslide