Administratie Hoofdstuk 3

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Administratie 

Hoofdstuk 3

4VHO 

Lesplanning 

• Uitleg Paragraaf 3.1 
• Opdrachten paragraaf 3.1 
• Uitleg paragraaf 3.2
• Opdrachten paragraaf 3.2 
• Uitleg paragraaf 3.3
• Opdrachten paragraaf 3.3

3.1 Bezittingen en schuld 

Bezittingen = Zaken die van jou zijn 

Zoals; 

• Gebouw
• Inventaris
• Voorraad
• Kas
• Bank
• Debiteuren 
• te vorderen btw. 

3.1 Bezittingen en schuld 

Schulden = Geld van een ander dat jij gebruikt hebt 

Zoals; 

• Hypotheek 
• Lening
• Crediteuren 
• Te betalen btw. 

3.1 Bezittingen en schulden 

De bezittingen van een bedrijf zijn in totaal gelijk aan je schulden.

Vreemd vermogen = betaald met andermans geld
Eigen vermogen = betaald met eigen geld 

Elke verandering wordt in de boekhouden verwerkt door de afdeling Administratie 

Formule 

Bezittingen = vreemd vermogen + eigen vermogen 

Wanneer je andermans geld gebruikt voor je bedrijf noem je dit ...

1. eigen vermogen
2. vreemd vermogen
3. vermogen
4. geleend vermogen

De inboedel van een bedrijf om te kunnen werken noemen we ..

1. debiteuren
2. kas
3. voorraad
4. inventaris

iemand die bij jou een schuld heeft door het verkopen noemen we ...

1. crediteur
2. debiteur
3. te vorderen btw.
4. nog te ontvangen schulden

wanneer jij een schuld hebt bij iemand door het inkopen noemen we dit ..

1. crediteur
2. debiteur
3. te vorderen btw.
4. nog te ontvangen schulden

Wat ga je doen? 

Maken paragraaf 3.1 (10 minuten)

3.2 Boekingsstukken

Elke verandering wordt in de boekhouden verwerkt door de afdeling Administratie, hier heb je een bewijs of boekingsstuk nodig.

Zoals; 

• Kassabon
• Factuur
• Bankafschrift 

3.2 Boekingsstukken 

• Verkoopfacturen
• Inkoopfacturen
• Transacties  
• Interne documenten  

Verkoopfactuur

Wat is belangrijk voor de boekhouder? 

• totaalbedrag excl. btw
• btw-bedrag
• totaalbedrag incl. btw

Hiermee maak je winst, dus je eigen vermogen stijgt 

Inkoopfactuur 

Wat is belangrijk voor de boekhouder?

• totaalbedrag excl. btw
• btw-bedrag
• totaalbedrag incl. btw
  
  Hiermee maak je kosten, dus je eigen vermogen daalt   

Transacties 

Bankafschriften

- Alles wat je pint of stort 

Hiermee veranderd je eigen vermogen NIET, het veranderd alleen van kas naar bank 

Interne documenten

Boekingsstuk waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt

Hierbij daalt het eigen vermogen door een prive-opname  

Wat ga je doen? 

Maken paragraaf 3.2 

3.3. Sorteren boekingsstukken 

soort                                    LETTER                              omschrijving

kasstukken                            K                                       alles waardoor het geld in kas toeneemt of afneemt

bankstukken                         B                                      alle bankafschriften

inkoopfacturen                    I                                       alle ontvangen facturen en creditfacturen

verkoopfacturen                 V                                      alle verzonden facturen en creditfacturen

diverse posten                     DP                                  alle overige boekingsstukken

Elke soort heeft ook nummers, zo weet je op welke volgorde de stukken moeten worden geboekt 

Wat doen we na het sorteren?

Boekingsstempel 

Hier vul de de gegevens van de boekingsstukken in 

Een boekingsstempel is een stempel waar je de gegevens van de klant invoert

1. juist
2. onjuist

Welke letter hoort niet bij de sortering van boekingsstukken ?

1. B
2. K
3. DP
4. DB

Alles waardoor het geld in kas toeneemt of afneemt noemen we ..

1. kasstukken
2. bankstukken
3. inkoopfacturen
4. verkoopfacturen