5.3 De Reformatie

excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)

Slide 1 - Tekstslide

Westers schisma
  • Na conflict koning Filips I en paus Bonifatius werd Avignon de pauselijke stad.
  • 1378: tegenpaus benoemd in Rome (met steun Duitse vorsten) >
  • Scheuring in de katholieke kerk  (tot 1417, concilie van Konstanz)
  • Gevolgen westers schisma: gezag pauselijk gezag zeer aangetast.


Slide 2 - Tekstslide

voorlopig einde investituurstrijd:
  • Concordaat van Worms (1122):
  • bisschoppen ontvangen van
  • 1.  de paus: geestelijke macht
  • 2. de keizer: wereldlijke macht
  • gevolg voor de Duitse keizers:
  • minder macht: hoge geestelijken waren hoge edelen > disloyaal >
  • verbrokkeling Duitse Rijk

Slide 3 - Tekstslide

5.3 De Reformatie: kritiek van Luther, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  4. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")
  5. Celibaat
1. het doopsel
2. het vormsel
3. de Heilige Communie of eucharistie (avondmaal)
4. de biecht of het sacrament van de verzoening
5. de ziekenzalving
6. de priesterwijding
7. het huwelijk

Slide 4 - Tekstslide

Video
Histoclip: Luther en de Hervorming

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Johannes Calvijn
  • 1509 - 1564
  • Franse kerkhervormer

  • vestigde zich in Genève
  • predestinatieleer
  • nadruk op eenvoud en soberheid
  • consitorie (kerkelijke rechtbank)
  • 4 kerkelijke ambten: doctoren, predikanten, ouderlingen en diakenen
  • veel volgelingen in Nederland

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Calvijn (1509-1564)
  • Frans-Zwitserse geleerde
  • veel aanhangers in de Ned.
  • enkele verschillen met Luther
  • 1. jagere overheden mogen zich verzetten tegen de vorst 
  • 2. onderdanen mogen zonder toestemming van de vorst een kerk oprichten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lutheranisme:
                                                      Verschillen:
1.  in de hemel door oprecht geloof en berouw
2. vorst is hoofd van de kerk en verzet is niet toegestaan
3. doop, biecht, avondmaal
                            Overeenstemming over:
                            4. afwijzen celibaat
                            5. bijbel is basis geloof
                           6. geen heiligenverering
Calvinisme:

1. predestinatieleer (God heeft bepaald wie in de hemel komt)
2. geen kerkhoofd, verzet tegen een vorst is mogelijk (vanuit de elite!!)
3. geen biecht, wel doop/avondmaal

Slide 11 - Tekstslide

reactie katholieke kerk op Hervorming
  • Concilie van Trente (1545-1563):
  • 1.  aflaatbrief verboden, aflaat bleef geloofswaarheid
  • 2. celibaat herbevestigd
  • 3. heiligenverering bleef
  • 4. priesteropleiding verbeterd
  • 5. bisschop moet theoloog zijn
  • 6. inquisitie pakt ketters aan

Slide 12 - Tekstslide

inquisitie

Slide 13 - Tekstslide

kerkelijke rechtbank

Slide 14 - Tekstslide

spotpenning nav concilie van Trente
  • dubbelportret
  • links: de paus met tiara
  • rechts: de paus als nar
  • boven de paus: 666
  • = Getal van het Beest >
  • boodschap:
  • Paus is de antichrist

Slide 15 - Tekstslide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  • RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  • Veel (godsdienst-)strijd/-oorlogen en executies, ook van protestantse zijde zie: martelaren van Gorcum (1572)

  • Opmerking: Willem van Oranje (leider opstandelingen) was voor godsdienstvrijheid, hoogst haalbare bleek gewetensvrijheid.

Slide 17 - Tekstslide

geuzenleider Lumey
rk geestelijken uit Gorcum worden opgehangen in Brielle (1572)

Slide 18 - Tekstslide

bedevaartskerk 
in Den Briel

Slide 19 - Tekstslide

relieken martelaren o.a. in Sint-Nicolaaskerk in Brussel

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  1. RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  2. Veel (godsdienst-)strijd/-oorlogen
  3. sommige landen bleven (overwegend) katholiek, andere protestant.
  4. Het Duitse Rijk versnipperde: de plaatselijke vorst bepaalde het geloof van zijn onderdanen (1555: Vrede van Augsburg)
  5. Frankrijk/Oostenrijk/Italië bleven katholiek
  6. Scandinavische landen werden lutheraans
  7. Noordelijke Nederlanden werden calvinistisch (> 80-jarige Oorlog)
  8. Engeland werd Anglicaans (Hendrik VIII)

Slide 21 - Tekstslide


Slide 22 - Tekstslide

Maak aan de hand van drie beeldelementen duidelijk wat het standpunt van de kunstenaar is inzake de Reformatie

Slide 23 - Open vraag

'de zielenvisserij' - Van der Venne, 1614

Slide 24 - Tekstslide

Leg met twee beeldelementen uit wat de cartoonist heeft willen zeggen met deze prent
Toelichting:
1. Op de linkerprent is Jezus te zien die, volgens één van de verhalen in de bijbel, in woede ontsteekt als hij ziet dat in de tempel producten worden verhandeld.
2. op de rechterprent is de paus bezig aflaatbrieven te ondertekenen. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

andere spotprent:

Slide 27 - Tekstslide

Leg met twee beeldelelementen uit wat de cartoonist met deze prent heeft wilen zeggen

Slide 28 - Tekstslide


Slide 29 - Open vraag

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 30 - Tekstslide

interieur Dom van Freising
Interieur protestantse kerk

Slide 31 - Tekstslide

'religieuze landkaart' na Reformatie:
  • In Engeland: Hendrik VIII sticht Anglicaanse Kerk (1534)
  • In het Duitse Rijk bepalen de vorsten het geloof van onderdanen (1555)
  • Frankrijk, Spanje en Oostenrijk bleven katholiek
  • Scandinavische landen werden (overwegend) Lutheraans
  • De Noordelijke Nederlanden werden calvinistisch na oorlog (1586-1648)


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 36 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 37 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 38 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 39 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 41 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 42 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video