Stevigheid T3

Organisatie niveaus van klein naar groot
Cellen
Weefsels
Organen
Orgaanstelsels
Oganisme
1 / 47
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Organisatie niveaus van klein naar groot
Cellen
Weefsels
Organen
Orgaanstelsels
Oganisme

Slide 1 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

ademhalings-
stelsel
skelet
bloedvaten-stelsel
spierstelsel
zenuwstelsel
verterings-stelsel

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

stevigheid
beweging

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stevigheid & beweging 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
27 verschillende botten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke botten ken je nog?
Botten

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

EllePijP -> Pink

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benen
dijbeen, knieschijf, kuitbeen en scheenbeen.

Slide 8 - Tekstslide

dijbeen: Groot botstuk in het bovenbeen. 
knieschijf: Bot voor op de knie. 
kuitbeen: Dun botstuk achter in het onderbeen. 
scheenbeen: Stevig botstuk voor in het onderbeen.
voetwortelbeentjes: Botjes in de enkel.
hielbeen: Uitgegroeid voetwortelbeentje waar je op staat. 
middenvoetsbeentjes: Botjes tussen voetwortelbeentjes en teenkootjes. 
teenkootjes: Botjes in de tenen. 
Bekken
Bekken bestaan zijn opgebouwd uit de heupbeenderen en het heiligbeen

Slide 9 - Tekstslide

Stuitje, als je valt voel je dat wel. Heel pijnlijk is dat. 
Er is een foto van Dominique haar arm gemaakt.

Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto:
timer
1:00
Spaakbeen
Ellepijp
Middenhandsbeentjes
Handwortelbeentjes
Vingerkootjes

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de goede begrippen aan elkaar.
Ledematen

Geraamte

Botten

Schoudergordel

Borstkas

Bekken
Beenderen
Borstwervels, ribben en borstbeen
Heupbeenderen en heiligbeen
Inwendig skelet
Armen en benen
Schouderblad en sleutelbeen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke delen van het menselijk skelet komt het paardenskelet overeen?

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de functies van het skelet naar de bijbehorde plaatjes
Bescherming
Beweging
Vorm geven
Stevigheid

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie ontbreekt nog?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde les
Huiswerk
Thema Stevigheid en beweging, 
maken opdracht 1 t/m 8 online

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 3
Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken van opnoemen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten beenderen
- Pijpbeenderen
- Platte beenderen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

D = mergholte: 
Geel beenmerg voor vetopslag

In de kop:
Rood beenmerg
aanmaak bloedcellen

Pijpbeenderen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 pijpbeenderen die merg bevatten.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Platte botten
Hebben enkel roodbeenmerg
Voor aanmaak van bloedcellen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijpbeenderen
(kleine holtes in de kop): bloedcellen gevormd

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 4
Je kunt verband leggen tussen de vorm en functie van de botten bij zoolgangers, teengangers en hoefgangers. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoolganger
Teenganger
Topganger

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoefganger
Teenganger
Zoolganger
beer
kat
paard

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 5
Je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel benoemen. Ook kun je beschrijven hoe de samenstelling van beenderen verandert tijdens het leven. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beenweefsel
Kraakbeenweefsel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botweefsel
Kraakbeenweefsel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Vooral
kraakbeen-weefsel
Botten met
weinig collageen en veel
kalkzouten
Botten met veel collageen en weinig kalkzouten
Buigzaam skelet
Breekbaar skelet

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn onderstaande beweringen waar of niet waar?
Sleep de beweringen naar het juiste hokje
Wel waar
Niet waar
Je ribben bestaan vooral uit lijmstof.
Kalk zorgt voor de stevigheid van je botten
Kraakbeen maakt het skelet harder.
Jonge kinderen hebben veel kalk in hun botten, waardoor die niet zo gemakkelijk breken.
Een haai is gestroomlijnd gebouwd.

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 6
Je kunt vier manieren onderscheiden waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn, 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botverbindingen
  • Vergroeid
  • Naden
  • Kraakbeen
  • Gewricht

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten beenverbinding:
  1. vergroeid:
  2. naadverbinding:
  3. kraakbeenverbinding:
  4. gewricht:

Pak het plaatje van het skelet en zoek van allemaal een voorbeeld.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee botten die zijn verbonden door een naadverbinding.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee botten die zijn verbonden door kraakbeen.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 7
Je kunt de onderdelen van een gewricht noemen met hun functies. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle .........................   vormen samen het skelet.
Zet de losse woorden op de juiste plek in de zinnen. 
Het .....................        maakt gewrichtsmeer
De gewrichtsknobbel draait in de ...........................
Bij een .................................... rekt het gewrichtskapsel uit of scheurt in. 
gewrichtskom
Beenderen
verstuiking
gewrichtskapsel

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 8
Je kunt drie typen gewrichten onderscheiden.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling 9
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking spier

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het samentrekken
van een spier

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is van klein naar groot?
A
Spier - spiervezel - spierbundel
B
spiervezel - spierbundel - spier
C
Spierbundel - spier - spiervezel -
D
Spier - spierbundel -spiervezel

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de antagonist van de triceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies