Thema 5 Stevigheid en beweging

Thema 5
STEVIGHEID EN BEWEGING
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 5
STEVIGHEID EN BEWEGING

Slide 1 - Tekstslide

BS 1: Leerdoelen Het skelet
  • Je kent de delen van het lichaam.
  • Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
  • Je kunt de functies van het skelet (beenderstelsel) noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zit je skelet in elkaar?

skelet (beenderstelsel) 206 beenderen (botten)


Slide 3 - Tekstslide

Hoofd
De botten van je hoofd zijn samen de schedel

Bij de schedel horen de schedelbeenderen, bovenkaak en onderkaak

Slide 4 - Tekstslide

Het skelet
Je skelet (beenderstelsel) bestaat uit beenderen (botten).
  • Je schedel zijn de botten in je hoofd;
  • Je wervelkolom is je ruggengraat;
  • Je borstkas bestaat uit je ribben, een deel van de wervelkolom en het borstbeen;
  • Je bekken zijn je heupbeenderen;
  • Je ledematen zijn je armen en benen.

Slide 5 - Tekstslide

BS 2 de functies van het Skelet

Slide 6 - Tekstslide

leerdoelen
- je kunt de functie van het skelet benoemen
- je kunt de relatie tussen de vorm en de functie van botten beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

Functie skelet
  • Rechtop staan en zitten.
  • Beweging mogelijk maken
  • Bescherming van organen
  • Vorm geven

Slide 8 - Tekstslide

functies van het skelet
stevigheid

Slide 9 - Tekstslide

functies van het skelet
bescherming

Slide 10 - Tekstslide

functies van het skelet
beweging

Slide 11 - Tekstslide

functies van het skelet
vorm 

Slide 12 - Tekstslide

Zoolganger
Teenganger
Topganger

Slide 13 - Tekstslide

Ijsbeer
Zoolganger

Slide 14 - Tekstslide

Kat
teenganger

Slide 15 - Tekstslide

Topganger 
paard teenganger

Slide 16 - Tekstslide

zoolganger - teenganger - topganger

Slide 17 - Tekstslide

BS 3 de bouw van de botten

Slide 18 - Tekstslide

plattebeenderen en pijpbeenderen

Slide 19 - Tekstslide

Beenmerg in pijpbeenderen
Vet
Stamcellen

Slide 20 - Tekstslide

Platte beenderen
plat, heupbeen, borstbeen, schouderblad

Heeft ook beenmerg

Slide 21 - Tekstslide

Pijpbeenderen en platte beenderen
Pijpbeenderen
Platte beenderen
langwerpig, rond
vrij plat, licht gebogen
geel beenmerg en rood beenmerg
rood beenmerg
bijvoorbeeld: opperarmbeen, dijbeen
bijvoorbeeld: schouderbladen, heupbeenderen

Slide 22 - Tekstslide

Botweefsel

Slide 23 - Tekstslide

Botweefsel
In botweefsel liggen de cellen in kringen rondom kleine kanaaltjes 

Slide 24 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
In kraakbeenweefsel liggen de cellen in groepjes bij elkaar in elastische tussencelstof.

Slide 25 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
beenweefsel

Slide 26 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel

Slide 27 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Kraakbeen
Been (Bot)
Tussenstof
Lijmstof, soepel maar stevig
Kalkzouten en lijmstof. Heel lichtelijk buigzaam, vooral erg stevig.
Celkern
In groepjes in tussenstof
In kringen rond kleine buisjes, daarin liggen bloedvaten

Slide 28 - Tekstslide

Verandering in botweefsel
Bij baby's bestaat het skelet vooral uit kraakbeen, tijdens de groei verandert het meeste kraakbeen in bot.
De fontanel bij de schedelbeenderen sluit zich na ca 1,5 jaar

Slide 29 - Tekstslide

Verandering van het botweefsel
Baby: meer lijmstof (collageen) minder kalkzouten.
Volwassene: minder lijmstof (collageen) meer kalkzouten.

Slide 30 - Tekstslide

Verloop lijmstof en kalkzouten

Slide 31 - Tekstslide

Verloop lijmstof en kalkzouten
Kalkzouten
Lijmstof
Oud of Jong ?  Waarom ?

 

Slide 32 - Tekstslide

rudimentaire botten
heupbeentje bij walvissen
staartbeen bij de mens

Slide 33 - Tekstslide

botverbindingen

Slide 34 - Tekstslide

Kraakbeenverbinding
Je wervels zijn verbonden met een kraakbeenverbinding



Bij een kraakbeenverbinding is een klein beetje beweging mogelijk. 

Slide 35 - Tekstslide

3. kraakbeenverbinding: 
kan een beetje bewegen
kraakbeenverbinding: kan 
een beetje bewegen

Slide 36 - Tekstslide

Naadverbindingen
Baby's hebben geen vaste schedel
Fontanel: ruimte tussen de schedelbeenderen
Schedelbeenderen groeien aan elkaar: naadverbinding
Fontanellen zijn verdwenen na 1 jaar.
De plek waar de fontanellen zaten worden nu naadverbindingen genoemd.

Slide 37 - Tekstslide

Naadverbinding

Slide 38 - Tekstslide

Gewrichten

Sommige botten zitten aan elkaar met  gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.
ellenboog-gewricht

Slide 39 - Tekstslide

Bouw van een gewricht
  • De gewrichtkogel kan bewegen in de 
    gewrichtskom
  • Beide zijn bedekt door een 
    kraakbeenlaagje.
  • Met het gewrichtskapsel zitten beide
    botten aan elkaar vast.
  • De binnenkant van het 
    gewrichtskapsel geeft 
    gewrichtssmeer af.

Slide 40 - Tekstslide

Gewricht
  • Een voorbeeld van een gewricht:

Slide 41 - Tekstslide

Gewrichten
Gewrichten zijn plekken waar botten bij elkaar komen, waar nog veel beweging tussen zit. 

Je hebt 3 soorten gewrichten:
  • kogelgewricht
  • scharniergewricht
  • rolgewricht

Slide 42 - Tekstslide

Soorten gewrichten
Kogelgewricht: 
buigen/strekken
afvoeren/aanvoeren
naar binnen/naar buiten draaien 
scharnier gewricht:
buigen/strekken
rol/draaigewricht:
naar binnen/naar buiten draaien



Slide 43 - Tekstslide