3bk - All Right Unit 2 - Proef SO

Proef SO


  • Lesson 2.2 Words & Grammar (p. 109/110)
  • Lesson 2.3 Words & Expressions (111/112)
Woensdag SO Unit 2!
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Proef SO


  • Lesson 2.2 Words & Grammar (p. 109/110)
  • Lesson 2.3 Words & Expressions (111/112)
Woensdag SO Unit 2!

Slide 1 - Tekstslide

Welke woord zie je op de afbeelding?
Sleep het woord naar de juiste afbeelding.
offer
remote control
reporter
headline
notification

Slide 2 - Sleepvraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) accuse

Slide 3 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) refuse

Slide 4 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) save

Slide 5 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) happen

Slide 6 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) reduce

Slide 7 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
inwoner

Slide 8 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
aankondiging

Slide 9 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
periode van 10 jaar

Slide 10 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
gênant

Slide 11 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
armoede

Slide 12 - Open vraag

Verleden tijd van...
go
A
goed
B
goes
C
went
D
gone

Slide 13 - Quizvraag

Verleden tijd van...
bake
A
bakes
B
baked
C
bookt
D
baket

Slide 14 - Quizvraag

Verleden tijd van...
skip
A
skept
B
skep
C
skipt
D
skipped

Slide 15 - Quizvraag

Verleden tijd van...
think
A
thought
B
thinked
C
thaught
D
thinkt

Slide 16 - Quizvraag

Verleden tijd van...
hang
A
hanged
B
hung
C
hunged
D
hing

Slide 17 - Quizvraag

Welke woord zie je op de afbeelding?
Sleep het woord naar de juiste afbeelding.
stretcher
deadly
nurse
scared
fire engine

Slide 18 - Sleepvraag

Vertaal naar het Engels:
achtervolging

Slide 19 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
EHBO-set

Slide 20 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
opvang

Slide 21 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
diefstal

Slide 22 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
veilige

Slide 23 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) take care of

Slide 24 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) hide

Slide 25 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) drown

Slide 26 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) grab

Slide 27 - Open vraag

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) escape

Slide 28 - Open vraag

I lived in London two years ago.
I have lived in Liverpool for two years.
Present Perfect
Past Simple

Slide 29 - Sleepvraag

In welke tijd staat deze zin?

My cat died last week.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 30 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?

Have I built a helicopter?
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 31 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?

I read a book.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 32 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?

Lucy didn't live in London.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 33 - Quizvraag

In welke tijd staat:

Did Jack watch television?
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 34 - Quizvraag

In welke tijd staat:

I've lost my passport
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 35 - Quizvraag

In welke tijd staat:

We didn't sing that song last week.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 36 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
I have known him all my life.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 37 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?

Has this quiz ended yet?
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 38 - Quizvraag

Zet het ww in de Past Simple:
Leonardo Da Vinci ... (to paint) the Mona Lisa.
A
have painted
B
is painting
C
painted
D
has painted

Slide 39 - Quizvraag

Zet het werkwoord in de Past Simple:
They ... (to listen) to the new song.

Slide 40 - Open vraag

(?) Zet de hele zin in de Past Simple:
... Rebecca ... (to go) bed?

Slide 41 - Open vraag

Zet het ww in de Present Perfect:
I .... (to know) him all my life.
A
knew
B
am knowing
C
have known
D
know

Slide 42 - Quizvraag

Zet het ww in de Present Perfect:
Peter ......... ( to tell ) a joke.
A
have tell
B
has told
C
has tell
D
have told

Slide 43 - Quizvraag

(-) Zet het ww in de Present Perfect:
Jimmy ... (not - to paint) his room, despite his good resolution.

Slide 44 - Open vraag

(+) Zet het ww in de Present Perfect:
I ...... (read) a book. I 've just finished it.

Slide 45 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
Don't panic.

Slide 46 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
Have you been injured?

Slide 47 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
I'm standing next to...

Slide 48 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Ik ben verdwaald.

Slide 49 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Er is een overval geweest.

Slide 50 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Zij voelt zich duizelig.

Slide 51 - Open vraag

Dit moet je dus kennen!
Zorg dat je je voorbereidt. Gebruik ook All Right! online om te oefenen met de Words, Grammar en Expressions.

  • Lesson 2.2 Words & Grammar (p. 109/110)
  • Lesson 2.3 Words & Expressions (111/112)
  • Extra Grammar uitleg in SOM bij de leerstof.
Woensdag SO Unit 2!
Good luck!

Slide 52 - Tekstslide