LEESVAARDIGHEID

LEESVAARDIGHEID
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LEESVAARDIGHEID

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 2 - Quizvraag

Noteer in het kort:
hoe vind je de hoofdgedachte in een alinea?
(Syllabus p.10)

Slide 3 - Open vraag

Hoe ga je te werk bij een gatentekst?

Slide 4 - Open vraag

werkwijze gatentekst, syll. p.26
  1. Noteer de belangrijkste informatie zowel vóór als ná het gat.
  2. Vertaal de informatie in eigen woorden.
  3. Bepaal het verband tussen het deel vóór en ná het gat.
  4. Niet duidelijk? Lees zonodig een groter gedeelte van de tekst.
  5. Lees de antwoordopties en bepaal wat ze betekenen.
  6. Streep de foutieve antwoordopties weg, let daarbij op 
  • verbanden
  • concordantie (geslacht en getal, werkwoordsvervoeging)

Slide 5 - Tekstslide

Poster 'antwoordstructuur'

Schematische weergave van de stappen die je doorloopt bij je examen leesvaardigheid (op teams, lesmateriaal periode 3)

Werk jij volgens deze stappen? 
Wat doe je hetzelfde / anders? 

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je geleerd qua leesvaardigheid en woordenschat?

Slide 7 - Open vraag

Hoe ga je te werk als je een verband moet benoemen tussen tekstdelen?

Slide 8 - Open vraag

REPASO
Opbouw van een alinea (syll. p.11):
welke alinea-opbouw is NIET gebruikelijk?
A
de hoofdmededeling staat in de eerste zin
B
de hoofdmededeling staat in de tweede zin (zin 1 is dan een inleiding op de hoofdmededeling)
C
de hoofdmededeling staat in de laatste zin, als conclusie van het voorgaande
D
de hoofdmededeling staat in de voorlaatste zin

Slide 9 - Quizvraag

REPASO:
Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoeken, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 10 - Quizvraag

REPASO:
Alinea's op volgorde zetten: hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 11 - Open vraag

REPASO: Strategie voor het plaatsen van een titel boven een tekst
A
globaal de tekst lezen, daarna titel kiezen
B
intensief de tekst lezen, daarna titel kiezen
C
intensief lezen, per alinea het thema noteren, daarna het centrale thema bepalen + titel kiezen
D
eerste en laatste zin lezen per alinea, daarna het centrale thema bepalen + titel kiezen

Slide 12 - Quizvraag

Vraagstellingen in CITO-examens (Syll. p.13):
Wat wordt gezegd (over) ...
A
Qué cuenta sobre ...
B
Qué quiere decir ...
C
De qué trata ...
D
Qué se dice de ...

Slide 13 - Quizvraag

Het centrale thema van een tekst bepalen en een titel kiezen. (Syllabus examentraining p.14-16)
Hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 14 - Open vraag

Alinea's op volgorde zetten:
hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 15 - Open vraag

1. Hoe verloopt de samenwerking in je groepje?
2. Welke afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van de opdracht?

Slide 16 - Open vraag

Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst(gedeelte)?
Noteer de 4 stappen (Syll. p.10)

Slide 17 - Open vraag

Opbouw van een alinea (syll. p.11):
welke alinea-opbouw wordt NIET genoemd?
A
de hoofdmededeling staat in de eerste zin
B
de hoofdmededeling staat in de tweede zin (zin 1 is dan een inleiding op de hoofdmededeling)
C
de hoofdmededeling staat in de laatste zin, als conclusie van het voorgaande
D
de hoofdmededeling staat in de voorlaatste zin

Slide 18 - Quizvraag

REFLEXIÓN LECTURA:
1. Wat ging goed en hoe kwam dat?
2. Wat ging minder goed en hoe kwam dat?
3. Wat heb je nodig om je leesvaardigheid te verbeteren?

Slide 19 - Open vraag