Allerzielen

• Mens & Maatschappij
• Nederlands
• +2
• Middelbare school
• vmbo lwoo, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Allerzielen

Introductie

Op 2 november herdenken veel mensen de gestorvenen. Oorspronkelijk is deze dag katholiek, maar steeds meer mensen buiten de kerk kiezen ervoor om met Allerzielen met een kaarsje te denken aan dierbaren die er niet meer zijn.  

Leg aan de leerlingen uit wat het leerdoel is van deze les en wat ze aan het einde moeten kunnen begrijpen en uitleggen.

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan je uitleggen hoe mensen tegenwoordig Allerzielen herdenken buiten de kerk.

Leg aan de leerlingen uit wat het leerdoel is van deze les en wat ze aan het einde moeten kunnen begrijpen en uitleggen.

Wat weet je al over Allerzielen

Bron

Trouw   Dierbaren herdenken bij Allerzielen is allang niet meer alleen voor katholieken

Deel de bron met de leerlingen, zodat ze extra informatie kunnen lezen over Halloween.

Woordenschat

nagedachtenis, vagevuur, requiem-concerten, ontkerkelijking, geïndividualiseerde, collectief, volksgebruik, wisselwerking, melancholie

Leer de leerlingen de betekenis van de moeilijke woorden die ze tegenkomen in de bron.

Vragen

1. Wat is Allerzielen en hoe wordt het traditioneel gevierd?

2. Waarom wordt Allerzielen beschouwd als een belangrijke dag voor het herdenken van overledenen?

3. Hoe heeft de viering van Allerzielen zich ontwikkeld buiten de kerk?

4. Wat zijn drie opvallende trends in het herdenken van overledenen buiten de kerk?

Stel de vragen aan de leerlingen en bespreek de antwoorden samen. Dit zorgt voor interactie en begrip van het onderwerp.

Vragen

5. Wie zijn Martin Hoondert en Brenda Mathijssen en wat is hun visie op Allerzielen?

6. Wat was het kantelpunt dat Allerzielen in een ander jasje deed steken volgens Brenda Mathijssen?

7. Hoe heeft ontkerkelijking invloed op rituelen en herdenkingen?

Stel de vragen aan de leerlingen en bespreek de antwoorden samen. Dit zorgt voor interactie en begrip van het onderwerp.

Vragen

8. Waarom is het samen herdenken op Allerzielen volgens Brenda Mathijssen belangrijk?

9. Hoe beïnvloeden nieuwe gebruiken de katholieke kerk?

10. Waarom wordt er in deze periode van het jaar meer aandacht besteed aan overledenen?

Stel de vragen aan de leerlingen en bespreek de antwoorden samen. Dit zorgt voor interactie en begrip van het onderwerp.

Opdracht 1 - Kruiswoordpuzzel

Ontwerp een kruiswoordpuzzel met kernwoorden uit de tekst. Geef voor elk kernwoord een cryptische omschrijving onderaan de puzzel.

Leg aan de leerlingen uit wat ze moeten doen voor de eerste opdracht en geef eventueel een voorbeeldverhaal met emoji's.

Opdracht 2 - Samenvatting

Vat de tekst samen in maximaal vijf zinnen.

Geef uitleg over wat een haiku is en hoe ze er een kunnen schrijven. Geef een voorbeeld van een haiku over Halloween.

Opdracht 3 - Symbool tekenen

Teken een symbool dat voor jou Allerzielen representeert, gebaseerd op de informatie in de tekst.

Leg uit wat een meme is en hoe ze er een kunnen maken met behulp van online tools. Moedig de leerlingen aan om hun memes te delen met elkaar.

Opdracht 4 - Woordassociaties

Kies enkele woorden uit de tekst en beschrijf een paar associaties die bij je opkomen bij deze woorden.

Laat de leerlingen creatief denken en vragen bedenken die ze zouden stellen aan iemand die Halloween viert. Bespreek de antwoorden samen.

Opdracht 5 - Twee waarheden en een leugen

Bedenk twee feitelijke uitspraken en één onwaarheid over Allerzielen. Laat anderen raden welke bewering onjuist is. Raad ook bij anderen wat waarheid is en wat niet.

Laat de leerlingen samenwerken en hun eigen woordenboek maken. Moedig hen aan om ook afbeeldingen toe te voegen om de betekenissen te verduidelijken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.