Christendom

Christendom
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LEFMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Christendom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Verwerkingsopdracht Bijbelverhalen
  • Verwerkingsopdracht Feestdagen
  • Inleveren PPT in ITS

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je breidt je kennis uit over het Christendom 
  • Je kunt na de uitleg in je eigen woorden omschrijven wat het Christendom inhoudt
  • Je gaat onderzoek doen naar een bijbel verhaal en naar een Christelijk feest
  • Je maakt in duo's een PPT

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke personen
  • Jezus van Nazareth: Profeet en stichter van
    het Christelijke geloof
  • Josef: De pleegvader van Jezus
  • Maria: De moeder van Jezus
  • Abraham: De stamvader van vele volkeren
  • Paus: de opperherder van de Rooms
    katholieke kerk

Slide 5 - Tekstslide

Jezus is de belangrijkste persoon van het christendom, hij was
Joods en leefde in Israël. Zijn moeder is Maria, maar Jozef is niet zijn echte
vader. Hij vertelde wat god aan de mensen te zeggen had. Jezus heeft ervoor
gezorgd dat er veel dingen gingen veranderen. Hij liet mensen anders over het
leven denken, ook liet hij mensen van elkaar houden. Jezus hielp mensen die
vragen hadden, door de vragen te beantwoord.
Jozef is de vader van Jezus. Een eenvoudige, hardwerkende timmerman. Hij is de man van Maria.
Maria is de moeder van Jezus, maar Maria was nog maagd toen ze zwanger was van Jezus.
Later werd zij heilig verklaard en is voor veel mensen een belangrijke persoon. Bijna net zo belangrijk als Jezus
zelf.

Abraham De aartsvader, wat betekent dat hij de eerste was die contact met God maakte, en al zijn kinderen
automatisch verbonden waren met God. Zijn kind tot betrekking tot het Christendom heet Isaak.
Abraham had ook het eerste verbond met god.

Judas was een van de 12 leerlingen van Jezus, maar hij heeft Jezus verraden, waardoor hij werd vermoord.

Luther geloofde sterk in God, maar vond dat de mensen op een verkeerde manier geloofden.
Hij schreef een brief daarover, waardoor veel mensen in opstand kwamen. Die mensen stichtten hun eigen
Christelijke kerk, deze mensen worden de protestanten genoemd, zij gaan ook niet naar de Rooms-Katholieke kerk,
maar naar de protestantse kerk.
Calvijn deed ongeveer hetzelfde als Luther. Luther leefde in Duitsland, en Calvijn in Frankrijk

De Paus is de benaming voor de leider van de Rooms-Katholieke kerk. De Paus moet zich aan veel verschillende regels houden, hij mag bijvoorbeeld niet trouwen. De meningen die in de bijbel staan zijn ook van de Paus.
Op dit moment is de paus Paus Fransiscus. 
De Bijbel



- De geboorte van Jezus
- De Ark van Noach
- Adam en Eva
- Mozes in het mandje
- Mozes krijgt de 10 geboden

Is het heilig boek, waar meerdere heilige geschriften/ verhalen in staan

Slide 6 - Tekstslide

In peppels staan deze verhalen te vinden voor de leerlingen. Zij kiezen er een uit en beantwoorden vragen daarover.
Stromingen
- Rooms Katholiek (50% 1,3 miljard mensen)
- Protestants (37% 740 miljoen mensen)
- Oosters orthodox (240 miljoen mensen)
- Mormonen, Jehova getuigen, zevende dag adventisten


Slide 7 - Tekstslide

Filmpje duurt 25 minuten. Niet voor alle klassen in te plannen! 

De rooms-katholieke kerk
Het woord ‘rooms’ komt van Rome waar de leider van deze kerkelijke stroming woont: de paus. Deze naam ontstond in de 11e eeuw na onderlinge meningsverschillen. De bisschop van Rome kreeg toen de titel ‘paus’ en werd het hoofd van de Latijns-sprekende kerk. Nu zijn de kerkdiensten in elk geval in Nederland trouwens niet meer in het Latijn.
In het katholicisme speelt Maria een grote rol: de moeder van Jezus. In katholieke kerken zie je dan ook veel beelden van Maria en het kindje Jezus. In een katholieke kerk preekt een priester, pastoor of bisschop die vaak geholpen wordt door misdienaren. Tijdens elke dienst krijgen de gelovigen een hostie: een rond schijfje gemaakt van tarwe. En bij bijzondere feestdagen een slok wijn. Katholieken geloven dat dit het lichaam en het bloed van Jezus is.

De protestantse kerk

Het protestantisme ontstond door kritiek op de katholieke kerk in de 15e en 16e eeuw. Een van de tegenstanders was Maarten Luther. Hij vond de kerk te elitair: alleen voor een kleine groep rijke en geleerde mensen die het Latijn van de diensten begrepen. Volgens hem voelden gewone burgers zich er niet meer thuis. Samen met anderen protesteerde hij tegen de bestaande manieren van preken en vereren. Vandaar het woord: protestant. In de protestantse kerk delen gelovigen ook brood en wijn, maar het staat symbool voor het lichaam en bloed van Jezus. Ze geloven niet zoals de katholieken dat dit echt het lichaam en bloed is.

De reformatie
De periode waarin het protestantisme ontstond, heet de reformatie. Protestantse kerkdiensten worden niet in het Latijn gehouden, maar in gewone spreektaal. Net als bij andere christenen is de Bijbel het heilige boek van de protestanten. Binnen de protestanten vind je ook weer andere stromingen, zoals de hervormden, de gereformeerden en de baptisten.

De orthodoxe kerk
Het woord orthodox betekent het ‘juiste’ geloof. Het oostelijke, Grieks-sprekende deel van het Romeinse Rijk, vond dat zij het juiste geloof had en noemde zich orthodox. Vele jaren was de bisschop van Constantinopel de leider van deze kerk en werden de diensten in het Grieks gehouden. Het geloof verspreidde zich naar Russische en Slavische landen. Daardoor zijn er nu ook Russische bisschoppen. Eigenlijk kent de orthodoxe kerk geen officiële leider, maar in de praktijk is de Patriarch van Constantinopel de 'voorzitter'.
Katholieke kerk
Protestantse kerk
Gebouwen

Slide 8 - Tekstslide


Het belangrijkste verschil tussen een protestants en een katholiek kerkgebouw is meteen zichtbaar als je de inrichting bekijkt. Bij een protestantse kerk is alles gericht op ‘het Woord'. Dat heeft er sinds de Reformatie voor gezorgd dat protestantse kerkgebouwen duidelijk herkenbaar zijn: De preekstoel of de katheder zijn het centrale punt in de kerkzaal. Hier wordt de blik van de toehoorder naartoe getrokken.
Een traditioneel protestants kerkgebouw is een zaalkerk: binnen is een grote open ruimte waar zoveel mogelijk mensen in moeten kunnen passen. Hoe groter de zaal, hoe hoger de preekstoel, want voorganger en kerkganger moeten elkaar kunnen zien.

Geen banken en stoelen
Zoals te zien is op schilderijen van oude kerken, stonden er vroeger geen banken of stoelen in. Die kwamen er pas later in, rond de achttiende eeuw. Het ontbreken van zitplaatsen betekende een flinke uitdaging na de Reformatie, toen de protestanten hun eerste kerken begonnen in te richten. In de – vaak van oorsprong katholieke – kerkgebouwen bepaalden een altaar en een koor de indeling.
De protestanten verschoven het koor of haalden het zelfs helemaal weg en verplaatsten de preekstoel naar een centraal punt. 

Beeldenstorm
Een onpraktisch bankenplan was niet de enige verandering die de protestanten aanbrachten. Aangezien de kerkdienst gericht was op het Woord, mocht niets daarvan afleiden. Alles wat te maken had met devotie – het vereren van iets of iemand – verdween uit de kerk.
De zogenoemde Beeldenstorm, die begon in 1566, had desastreuze gevolgen voor veel oorspronkelijk katholieke godshuizen. Glas-in-loodramen met uitgebreide voorstellingen van heiligen werden eruit gesloopt. Hoofden van beelden werden afgehakt en complete muurschilderingen werden overgekalkt. Vandaar de witte muren in veel klassieke protestantse kerkgebouwen. Het koor met het altaar maakte plaats voor een preekstoel, een doopvont en eventueel een katheder. 
Voorwerpen

Doopvont
Doopkaars
Wijn
Brood
Tabernakel 
Wierook 
Kaars 

Slide 9 - Tekstslide

Doopvont Het water voor het dopen wordt bewaard in een mooi versierd soort klein badje. Het water in het vont is gewijd.
Doopkaars Kinderen die gedoopt worden, krijgen een grote, mooie kaars. Deze wordt voor de eerste keer aangestoken bij het dopen. Het licht ervan betekent dat God over het kind waakt.
Wijn Bij de avondmaal viering wordt wijn geschonken in een (zilveren) kelk, een soort beker. Dat is het symbool voor het bloed van Jezus. Alle mensen die uitgenodigd zijn, mogen de wijn delen. Voor kinderen wordt ook wel druivensap gebruikt.
Brood Op een soort schoteltje, een pateen, ligt wat ongerezen brood. Tegenwoordig zijn dit mooie platte rondjes, die hosties worden genoemd. Zij zijn symbool voor het lichaam van Jezus.
Tabernakel De kelk met wijn en pateen met hosties wordt bewaard in het tabernakel.
Wierook Bij veel sacramenten wordt wierook gebruikt. Het heeft een sterke geur en staat symbool voor de gebeden die opstijgen naar God. Wierook wordt gemaakt door hars over gloeiende kolen te doen.
Kaars Het licht van kaarsen wordt vaak gezien als het licht dat God in de wereld brengt. In veel kerken kun je een kaars of olielamp vinden die altijd aan is.
Symbolen
Kruis
Vis
Duif

Slide 10 - Tekstslide

Kruis
In de Bijbel staat beschreven dat Jezus Christus is gestorven aan het kruis. In die tijd was dit een gebruikelijke doodstraf, maar wel een heel gruwelijke. Christenen geloven dat Jezus' dood een offer was. Dat door zijn dood alle mensen dichter tot God zouden komen. Het kruis is daarom een symbool van lijden en opoffering geworden. Het kruis wordt nu ook vaak als teken van hulp gezien.
Vis
Op de achterkant van auto’s van christenen staat soms het symbool van een vis, om te laten zien dat de bestuurder christen is. Dit ichtus-teken komt uit de tijd dat christenen vervolgd werden en dat het onveilig voor ze was om hun geloof te beleven. Dit symbool werd gebruikt om te laten weten wie wel en wie niet christen was. Zo wisten ze wie te vertrouwen was en wie niet. Ichtus betekent ‘vis’ en de letters -ch verwijzen naar Christus.
Duif
De duif is voor christenen het symbool voor de Heilige Geest. In de Bijbel staat dat de Heilige Geest neerdaalde in het lichaam van een duif toen Jezus was gedoopt. Een ander bekend bijbelverhaal met een duif in de hoofdrol, is dat van Noach die een boot bouwde toen de aarde overstroomde door een grote zondvloed. Toen Noach wilde weten of er alweer nieuw leven op aarde mogelijk was, stuurde hij er een duif op uit. Over de hele wereld is de duif een symbool van vrede geworden. 
Katholiek
7 sacramenten:
- Doop
- Communie
- Vormsel
- Eucharistie
- Zalving
- Priesterschap
- Dood


Protestant
2 sacramenten:
- Doop
- Avondmaal
Rituelen

Slide 11 - Tekstslide

De sacramenten
Christenen geloven dat ze tijdens een sacrament de vergeving van God ontvangen. Protestanten kennen twee sacramenten: de doop als kind en het avondmaal (dat is het delen van brood en wijn tijdens een kerkdienst). Rooms-katholieken en orthodoxe christenen kennen zeven sacramenten; de doop, de communie, de belijdenis of vormsel, de eucharistie (mis of viering met het delen van brood en wijn), het oliesel (zalving), het priesterschap en het huwelijk.

De doop
Het eerste belangrijke sacrament voor christenen is de doop. Bij het dopen word je besprenkeld met waterdruppels of totaal ondergedompeld in water. Dit symboliseert het wegwassen van zonden en het begin van een nieuw leven met Christus. Jezus werd zelf gedoopt in de rivier de Jordaan en droeg zijn volgelingen op om anderen te dopen. Dopen is dus altijd een manier geweest om christen te worden.
Kijk hier een filmpje over de doop van het broertje van Julian (11) in Barcelona.
Het avondmaal
In de protestantse kerk is dit het tweede sacrament. Tijdens het avondmaal worden het lijden en sterven van Jezus Christus herdacht door het eten van brood en het drinken van wijn. Het avondmaal heeft haast dezelfde betekenis als de eucharistie bij de rooms-katholieken.
Het eucharistie
Het belangrijkste sacrament van de rooms-katholieke kerk is de eucharistie. Het verwijst naar een gebeurtenis in het leven van Jezus: het laatste avondmaal. Tijdens de mis gaan de gelovigen ter communie. Ze ontvangen dan de heilige hostie, een stukje brood. Dat brood stelt het lichaam van Jezus voor. Soms krijgen de gelovigen ook een slokje wijn, het symbool voor het bloed van Jezus.
De communie
Voor rooms-katholieke kinderen is de belangrijkste stap na de doop de eerste communie. Deze vindt plaats als het kind tussen zeven en negen jaar oud is. Het kind loopt dan de kerk in met een kaars en mag voor het eerst de heilige hostie ontvangen. Dit is een stukje brood dat volgens katholieken het lichaam van Jezus is.
Eerste communie in een katholieke kerk in Oekraïne.
Eerste communie in een katholieke kerk in Oekraïne.
De belijdenis of vormsel
Bij deze viering laten gelovigen tijdens een speciale kerkdienst zien dat ze er echt voor kiezen om christen te zijn. Protestanten noemen deze bevestiging belijdenis, de rooms-katholieken noemen deze viering het sacrament van het heilig vormsel. Vaak wordt de dienst door een plaatselijke geestelijke geleid. Deze geestelijke bidt voor de kinderen of volwassenen.
Het priesterschap
Nadat een godsdienst-student zijn studie af heeft gerond, wordt een katholieke student gewijd door de bisschop. Hij is nu priester. Een protestantse student wordt predikant (een ander woord is dominee). Beiden mogen preken en sacramenten toedienen. De belangrijkste priester heet pastoor. De pastoor is hoofd van een parochie. Bij protestanten heet een parochie gemeente. Een parochie of gemeente is een wijk of een dorp met een eigen kerkgebouw.
Het huwelijk
Christenen geloven dat het huwelijk een gift van God is en dat het Gods wil is dat een man en vrouw hun leven lang samen in liefde doorbrengen. Net als Jezus en de christelijke kerk. Bij de bruiloft vraagt de geestelijke dan ook aan het echtpaar om elkaar eeuwig trouw te blijven. In bijzijn van getuigen, van God en met Gods zegen. In sommige stromingen mogen trouwens ook mannen met mannen trouwen en vrouwen met vrouwen.
Zalving
Christenen geloven dat ze na de dood in de hemel komen als ze goed geleefd hebben. Daar is geen pijn en verdriet, maar alleen vrede en liefde. Rooms-katholieken kunnen op hun sterfbed het sacrament van het heilig oliesel ontvangen. De stervende wordt dan door een priester gezalfd en ontvangt daarmee Gods speciale bescherming bij het overlijden.
De dood
De christelijke kerktraditie schrijft voor dat een overledene wordt begraven. Nabestaanden houden de avond voor de begrafenis een mis om de overledene te herdenken. De uitvaartplechtigheid bestaat in de kerk uit het opzeggen van bijbelteksten en gebeden. Daarna gaan de kist en de aanwezigen naar de begraafplaats. Hier wordt het gebed het ‘Onze Vader’ uitgesproken en spreekt de priester of predikant de zegen uit.
Opdracht
Begin met de verwerkingsopdracht


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhalen uit de Bijbel
Kies 1 van de onderstaande verhalen en ga samen op onderzoek uit:

- De geboorte van Jezus
- De Ark van Noach
- Adam en Eva
- Mozes in het mandje
- Mozes krijgt de 10 geboden

Vertel je verhaal in een PPT

Slide 13 - Tekstslide

In peppels staan deze verhalen te vinden voor de leerlingen. Zij kiezen er een uit en beantwoorden vragen daarover.
Feestdagen
- Kerstmis                            Geboorte van Jezus
- Driekoningen                   3 koningen op kraambezoek bij Jezus                               
- Carnaval                             4 dagen voorafgaand aan het vasten           
- Witte donderdag            De dag van het laatste avondmaal
- Goede vrijdag                  De kruisiging van Jezus
- Pasen                                  De opstanding van Jezus uit de dood
- Hemelvaartsdag            Veertig dagen na zijn opstanding uit de dood ging Jezus terug naar god
- Pinksteren                         De neerdaling van de heilige geest over de apostelen
- Allerheiligen                     Dag waarop alle heiligen worden herdacht
- Allerzielen                         Dag waarop alle overledenen worden herdacht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Begin met de verwerkingsopdracht
Onderzoek een aantal christelijke feestdagen, die bij elkaar passen en verwerk de informatie in de PPT


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feestdagen
- Kerstmis                            Geboorte van Jezus
- Driekoningen                   3 koningen op kraambezoek bij Jezus                               
- Carnaval                             4 dagen voorafgaand aan het vasten           
- Witte donderdag            De dag van het laatste avondmaal
- Goede vrijdag                  De kruisiging van Jezus
- Pasen                                  De opstanding van Jezus uit de dood
- Hemelvaartsdag            Veertig dagen na zijn opstanding uit de dood ging Jezus terug naar god
- Pinksteren                         De neerdaling van de heilige geest over de apostelen
- Allerheiligen                     Dag waarop alle heiligen worden herdacht
- Allerzielen                         Dag waarop alle overledenen worden herdacht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
1. Maak in duo's een PPT over:
  • Een Bijbelverhaal
  • Een aantal Christelijke feestdagen
2. Lever de PPT in via ITS in P2

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies