8.2 Nederland en de EU

§8.2 Wereldwijde handel
Herhaling maandag
Leerdoelen
Uitleg
Opdrachten?
Spel
Leerdoelen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§8.2 Wereldwijde handel
Herhaling maandag
Leerdoelen
Uitleg
Opdrachten?
Spel
Leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een land zijn concurrentiepositie kan versterken

Aan het einde van de les kan ik uitleggen waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart

Aan het einde van de les kan ik verschillende maatregelen opnoemen die de economie beschermen.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Europese Unie in 2020
Nu zijn er

Slide 5 - Tekstslide

EU = Europese Unie:
  • gemeenschappelijke regels (harmonisatie  -->  eerlijke concurrentie)
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

Vrij verkeer van:
  • goederen  en diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 6 - Tekstslide

EMU = Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie (eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro hebben ingevoerd.

De Europese Centrale Bank let er op dat de euro zijn waarde behoudt.

Slide 7 - Tekstslide

EMU = donker blauw
EU= kleur

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bij een stijging van de wisselkoers van buitenlands geld:
= de prijs van de dollar, pond, yen enz. gaat omhoog, dan
  • kost import meer = stijgende importprijzen = dalende import
  • betalen consumenten meer voor geïmporteerde producten
  • dalen de exportprijzen (de € is voor andere landen goedkoper geworden

       --> verbetering concurrentiepositie EMU-landen)

  • brengt export meer op = stijgende export = stijgende werkgelegenheid

Voorbeeld:  $1 = € 0,88 --> $1 = € 0,92




Slide 11 - Tekstslide

Juist of onjuist?
In alle landen van Europa kun je
met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De landen waar je met de euro kunt betalen, vormen samen de eurozone.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 14 - Quizvraag

Als de waarde van een euro gisteren
1 dollar was is en nu 1,30 dollar, dan is de wisselkoers van de euro:
A
gestegen
B
gedaald

Slide 15 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie
C
verandert onze concurrentiepositie niet

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een land zijn concurrentiepositie kan versterken

Aan het einde van de les kan ik uitleggen waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart

Aan het einde van de les kan ik verschillende maatregelen opnoemen die de economie beschermen.

Slide 18 - Tekstslide