2.2 lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Noem de vier tekstdoelen

Een nieuwsbericht is ...

1. objectief
2. subjectief

Wat is het verschil tussen een tweedeling en een driedeling?

5W1H-vragen bij een nieuwsbericht

Inleiding: wie, wat, waar, wanneer

Kern: waarom en hoe

Stel, je leest op het internet een tekst dat Magister bij jullie op school gehackt is. Je weet niet of het bericht waar is. Hoe kun je dat controleren?

Als een westers land wapens levert aan een Afrikaans land,
dan noemen Russische kranten dat ‘imperialistische inmenging’. Doet de Russische overheid hetzelfde, dan heet het ‘belangeloze hulp’.

1. objectief
2. subjectief

Welke vraag zou je kunnen stellen bij het kritisch lezen van een objectieve tekst?

Wat is het leespubliek?

Waar kun je op letten om te weten te komen voor welk leespubliek een tekst is?

Leespubliek

Een schrijver schrijft zijn tekst meestal voor een bepaalde groep lezers --> leespubliek. 

Denk aan het lezen van jouw boek

30 oktober moet het boek uit zijn. 

Bedenk je tijdens het lezen al goed:  wat vind ik van het boek?

Maak eventueel aantekeningen. 

Weektaak lezen

Bladzijde 110 - 125: 

Opdracht 1, 3, 4, 5, 8, 12A, 13, 14, 16, 19, 22, 23, 24, 25

Af: 24 oktober 6e lesuur

Herhaling: Kahoot

https://create.kahoot.it/creator/c30a2d13-7b80-44c6-bd47-7eb8b829c7b4

Uitleg spreekopdracht

Zie opdracht in Classroom

Pecha Kucha

• Een Pecha Kucha is een presentatie van 20 x 20 seconden;
• De Pecha Kucha heeft een vaste structuur;
• De Pecha Kucha houden jullie in tweetallen (kies iemand die interesse heeft in dezelfde studierichting);
• Jullie Pecha Kucha gaat over het lob-traject;
• Ter voorbereiding raadpleeg je minimaal 4 bronnen. Deze bronnen lever je in bij de docent op de dag van jullie presentatie . Noteer de bron: auteur - jaartal - link.

Pecha Kucha

• Op de PowerPoint staan alleen ondersteunende afbeeldingen (alleen het kopje mag tekst bevatten);
• Je mag niet de tekst uitgeschreven bij je houden. Een klein spiekbriefje mag wel;
• Oefen de Pecha Kucha samen. De PowerPoint loopt immers automatisch door na 20 seconden. 

Waar voldoet een goede presentatie aan?

• diepgaande inhoud

•  ondersteunende afbeeldingen

• goede argumenten bij een eigen mening

• informatiebeheersing

• goed stemgebruik

•  taalgebruik afgestemd op doelgroep
  

• open en actieve houding

• contact met de klas

• weet te boeien