6.5/6 Voortplanting met bevruchting


6.5/6 Voortplanting met bevruchting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


6.5/6 Voortplanting met bevruchting

Slide 1 - Tekstslide


Wat is bestuiving?
A
stuifmeel komt op een stamper
B
eicellen komen op de meeldraad
C
eicellen komen op de stamper
D
stuifmeel komt op de meeldraad

Slide 2 - Quizvraag

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 3 - Quizvraag

R8
grote
kroonbladeren
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 4 - Sleepvraag

Eerste
Laatste
De zaad bevat een bevruchte eicel
Vorming stuifmeelbuis
Bevruchting
Bestuiving

Slide 5 - Sleepvraag

Wat wordt het zaadbeginsel?
A
vrucht
B
zaad

Slide 6 - Quizvraag

Zelf bestuiving
Bestuiving
Geen bestuiving

Slide 7 - Sleepvraag

Je snijdt een boon doormidden. In de boon zie je een kiem zitten.
Waaruit is de kiem ontstaan?
A
Bevruchte eicel
B
Kiemplantje
C
Stuifmeelbuis
D
Zaadbeginsel

Slide 8 - Quizvraag

Bij zaadplanten vindt eerst bevruchting plaats, daarna bestuiving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In één vruchtbeginsel kan maar 1 keer bevruchting plaatsvinden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 11 - Quizvraag

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 12 - Quizvraag


Een banaan is een zaad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag


Windbloem of
 insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer vind er
bestuiving plaats?

A
nr 1
B
nr 2
C
nr 3

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de mannelijke geslachtscel bij dieren?

A
Chromosoom
B
Eicel
C
Stuifmeelkorrel
D
Zaadcel

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de vrouwelijke geslachtscel bij dieren?

A
Chromosoom
B
Eicel
C
Stuifmeelkorrel
D
Zaadcel

Slide 17 - Quizvraag

Vader met 46 chromosomen
Moeder met 46 chromosomen
Hoe krijg jij 46 chromosomen?
A
23 van vader en 23 van moeder
B
Elke keer anders, als het er maar 46 zijn
C
46 van moeder
D
46 van vader

Slide 18 - Quizvraag

De eicel van een tomaat heeft 6 chromosomen.
Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een tomaat?
A
0
B
3
C
6
D
12

Slide 19 - Quizvraag

De cellen van een paardenbloem hebben 32 chromosomen.
Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een paardenbloem?
A
8
B
16
C
32
D
64

Slide 20 - Quizvraag