hoofdstuk 5

hoofdstuk 5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

wat betekent het begrip opzettelijk
A
wederrechtelijk
B
willens en wetens
C
schuldig

Slide 2 - Quizvraag

onder het begrip strafbaar feit wordt volgens jurisprudentie verstaan.....
A
een bewezen wederrechtelijke menselijke gedraging, gedekt door een wettelijke delict omschrijving die aan schuld te wijten is
B
een bewezen wettelijke gedraging die gedekt wordt door een wettelijke delictsomschrijving die wederrechtelijk is en met opzet is gepleegd
C
een menselijke handeling die onder een wettelijke delict omschrijving valt die wederrechtelijk is en iemand schuld aan heeft

Slide 3 - Quizvraag

Artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht luidt: ‘Hij die aan een ander opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengt, wordt, als schuldig aan zware mishandeling, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.’ In de bovenstaande delictsomschrijving vormen de woorden 'zwaar lichamelijk letsel' .........
A
een bestanddeel
B
een kwalificatie
C
een norm
D
een strafbaar feit

Slide 4 - Quizvraag

Als daders aan een strafbaar feit worden niet gestraft .........
A
medepleger
B
pleger
C
uitlokker
D
medeplichtige

Slide 5 - Quizvraag

Een paar mensen staan bij de bushalte te wachten. Plotseling krijgt een van hen een hartaanval. Een vrouw snelt toe om te reanimeren. Terwijl ze daarmee bezig is, roept ze tegen een man die staat te kijken: “Snel, pak een AED!” De man kijkt om zich heen, maar ziet alleen een AED in de etalage van de drogist. Hij rent de winkel in, pakt de AED uit de etalage en rent zonder te betalen weer naar buiten. Hij geeft de AED aan de reanimerende vrouw, die de hartpatiënt ermee weet te redden. Op welke strafuitsluitingsgrond kan de man zich beroepen als hij wordt aangeklaagd wegens diefstal?
A
Ambtelijk bevel
B
Noodweer-exces
C
Overmacht
D
wettelijk voorschrift

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Volgens artikel 179 WvSr is sprake van het misdrijf ambtsdwang indien een ambtenaar door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid onder meer wordt gedwongen tot .........
A
het volvoeren en nalaten van een onrechtmatige ambtsverrichting
B
het volvoeren van een onrechtmatige ambtsverrichting
C
het nalaten van een onrechtmatige ambtsverrichting
D
het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting

Slide 8 - Quizvraag

Bij het misdrijf ambtsdwang is er sprake van het dwingen van een ambtenaar, door middel van geweld of bedreiging met geweld, tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een ......... ambtsverrichting.
A
wetmatige
B
rechtmatige
C
onwetmatige
D
onrechtmatige

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Onder het begrip ambtsdwang wordt verstaan .........
A
het door middel van geweld of een andere feitelijkheid of het dreigen daarmee dwingen van een ambtenaar om een ambtsverrichting uit te voeren of om een rechtmatige ambtsverrichting na te laten
B
het door middel van geweld of een feitelijkheid of het dreigen daarmee dwingen van een opsporingsambtenaar om een ambtsverrichting uit te voeren of om een rechtmatige ambtsverrichting na te laten
C
het door middel van het dreigen met geweld of een feitelijkheid dwingen van een ambtenaar om een ambtsverrichting uit te voeren of om een rechtmatige ambtsverrichting na te laten

Slide 11 - Quizvraag

Petra wordt vervolgd voor poging tot diefstal door middel van braak. De straf op dit delict bedraagt ten hoogste zes jaar gevangenisstraf en/of een geldboete van de vierde categorie. Wat is de maximale gevangenisstraf die de rechter aan Petra kan opleggen?
A
2 jaar
B
6 jaar
C
4 jaar

Slide 12 - Quizvraag

In de Visserijwet 1963 staat een bepaling dat het verboden is te vissen zonder in het bezit te zijn van een geldige vispas. Tot welk soort recht behoort een dergelijke verbodsbepaling?
A
Materieel strafrecht
B
Formeel strafrecht
C
Formeel privaatrecht
D
Formeel civielrecht

Slide 13 - Quizvraag

Onder het begrip bestanddeel wordt verstaan .........
A
een onderdeel van de kwalificatie van een wettelijke strafbepaling
B
een onderdeel van de strafbeschikking
C
een onderdeel van een wettelijke delictsomschrijving

Slide 14 - Quizvraag

Wat houdt het territorialiteitsbeginsel in? Op het grondgebied van Nederland .........
A
is de Nederlandse strafwet van toepassing op ieder die zich daar aan enig strafbaar feit schuldig maakt
B
heeft strafvordering alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien
C
is geen feit strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling

Slide 15 - Quizvraag

Bij medeplichtigheid aan een misdrijf is er sprake van het verrichten van .........
A
voorbereidings- of uitvoeringshandelingen
B
voorbereidings- of ondersteuningshandelingen
C
gelegenheids- of voorbereidingshandelingen

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de straffen bij een poging tot misdrijf?
A
Alle hoofdstraffen worden met een derde verminderd.
B
Alle hoofdstraffen worden met een kwart verminderd.
C
Alle hoofdstraffen worden met de helft verminderd.

Slide 17 - Quizvraag

Een postbode fietst door het park en ziet dat achter een bosje een man een klein meisje aanrandt. De postbode aarzelt geen moment, grijpt de man en slaat hem neer. Uitzinnig van woede blijft de postbode door slaan, waardoor de man zwaar gewond raakt. De postbode gaat vrijuit, als een beroep op ......... door de rechter aanvaard wordt.
A
noodweer
B
overmacht
C
noodweer-exces

Slide 18 - Quizvraag

In het misdrijf van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (het opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering) wordt/worden de ......... beschermd.
A
reeds verrichte handelingen van de ambtenaar
B
handelingen van de ambtenaar
C
handelende ambtenaar

Slide 19 - Quizvraag

In welk geval is er sprake van het misdrijf wederspannigheid?
A
Een aangehouden verdachte die naar het politiebureau wordt gebracht, gebruikt geweld tegen de opsporingsambtenaar door zich los te rukken.
B
Een demonstrant die passief op de rijbaan blijft liggen, nadat hem herhaaldelijk door een opsporingsambtenaar is bevolen zich te verwijderen.
C
Een verdachte die een door een opsporingsambtenaar in beslag genomen fles sterke drank stuk slaat.

Slide 20 - Quizvraag

Een buitengewoon opsporingsambtenaar neemt in zijn vrije tijd deel aan een demonstratie en is in burger gekleed. Hij voorkomt dat één van de demonstranten een steen gooit naar de politie. De demonstrant scheldt hem de huid vol. Kan de demonstrant worden vervolgd voor het beledigen van een ambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening?
A
Nee, omdat de buitengewoon opsporingsambtenaar in burger gekleed is
B
Nee, dat strafbare feit is hier niet van toepassing.
C
Ja, het betreft een ambtenaar

Slide 21 - Quizvraag

meerdere strafbare gedragingen onder de werking van één strafbepaling vallen
A
meerdere verdachten gezamenlijk één strafbaar feit plegen
B
meerdere strafbare gedragingen onder de werking van één strafbepaling vallen
C
een strafbare gedraging onder de werking van meer dan één strafbepaling valt

Slide 22 - Quizvraag