HC De verlichting - LV 1 - deel 1

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leidende vraag 1
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wetenschappelijke
revolutie

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

verlichting

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De wetenschappelijke revolutie is een gevolg van:
A
humanistische tekstkritiek
B
ontdekkingsreizen
C
deïsme
D
rationalisme (Descartes) en empirisme (Locke)

Slide 20 - Quizvraag

De wetenschappelijke revolutie
A
Tijdvak 6: Tijd van Regenten en Vorsten
B
Tijdvak 5: Tijd van Ontdekkers en Hervormers
C
Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties
D
Tijdvak 8: Tijd van Burgers en Stoommachines

Slide 21 - Quizvraag


Wat hoort niet bij de verlichting?
A
geestelijke vrijheid
B
staat en maatschappij in dienst van de burger
C
tijd van de 'rede'
D
geloof op nummer één

Slide 22 - Quizvraag

Wat is GEEN idee uit de Verlichting?
A
Democratie
B
Natuurlijke rechten
C
Volkssoevereiniteit
D
Trias Politica

Slide 23 - Quizvraag

Welke politieke stroming volgde Adam Smith?
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Conservatisme
D
Feminisme

Slide 24 - Quizvraag

Wat zei John Locke niet?
A
Volk moest alle macht hebben
B
Vorst kreeg macht van het volk
C
Vorst moest burgers beschermen
D
Vorst mocht afgezet worden door volk

Slide 25 - Quizvraag

Volgens Adam Smith was het de taak van de overheid om ....
A
de economie met allerlei wetten te sturen
B
de eigen economie te beschermen tegen andere landen
C
zich zo min mogelijk te bemoeien met de economie
D
zich actief te bemoeien met de economie

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer is de mens volgens Rousseau het gelukkigst?
A
Zonder bezittingen vrij in de natuur
B
Eenvoudige landbouwsamenlevingen
C
In een land met één sterke leider
D
In een land waar de algemene volkswil regeert

Slide 27 - Quizvraag

Wat vind Adam Smith van mercantilisme?
A
super tof
B
geen mening over
C
slecht idee
D
maakt weinig uit

Slide 28 - Quizvraag

Wat 'bedacht' Locke?
A
het empirisme
B
het rationalisme
C
ik denk dus ik besta
D
zwaartekracht

Slide 29 - Quizvraag

De ideeën van ... werden toegepast in de nieuwe grondwet
A
Rousseau
B
Montesquieu

Slide 30 - Quizvraag