4.6_Kabelbanen

Deze les

Uitwerkingen §4.5 Bruggen

§4.6 Kabelbanen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les

Uitwerkingen §4.5 Bruggen

§4.6 Kabelbanen

Slide 1 - Tekstslide

Uitwerkingen opgaven §4.5
Vragen n.a.v. de uitwerkingen?
Neem dan contact op met je docent!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

§4.6 Kabelbanen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een kabelbaan?
- 1 of meerdere strakgespannen kabels

- minstens 2 pilaren

- op minstens 1 punt hangt een last (bijv. een persoon) aan de kabel

Slide 7 - Tekstslide

Krachten bij een kabelbaan
- 2 spankrachten in de kabels (rood)

- zwaartekracht van de last/persoon (groen)


Slide 8 - Tekstslide

Parallellogrammethode
De parallellogrammethode kun je gebruiken voor het samenstellen van twee krachten. Je kunt dus zo de nettokracht (Fn) op een kabelbaan bepalen.


Slide 9 - Tekstslide

Stap 1:
Teken de spankrachten in de kabel op schaal.

Doe dit met behulp van een krachtenschaal (aangegeven in de opdracht of zelf bedacht).

Slide 10 - Tekstslide

Stap 2:
Teken de werklijn van de eerste kracht (linker), deze loopt evenwijdig aan de kracht.

Laat deze aansluiten op de pijlpunt van de andere kracht (rechter).

Slide 11 - Tekstslide

Stap 3:
Teken de werklijn van de tweede kracht (rechter), deze loopt evenwijdig aan de kracht.

Laat deze aansluiten op de pijlpunt van de eerste kracht (linker).

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3:
De twee krachten en de twee werklijnen vormen nu samen een parallellogram.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 4:
De nettokracht loopt vanaf het aangrijpingspunt van beide krachten naar het snijpunt van de werklijnen, diagonaal door het parallellogram.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 4:
De nettokracht omhoog is even groot als de zwaartekracht omlaag.

Fz

Slide 15 - Tekstslide

Parallellogrammethode omgekeerd
Met de parrallellogrammethode kun je ook de spankrachten op het touw construeren, als je de zwaartekracht weet. Je ontbindt dus een kracht in meerdere krachten.

Deze methode kun je ook wel de
omgekeerde parallellogrammethode
noemen.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 1:
Teken de nettokracht omhoog op schaal. Doe dit met behulp van een krachtenschaal.

Onthoud!: De nettokracht omhoog is even groot als de zwaartekracht omlaag
Fn
Fz

Slide 17 - Tekstslide

Stap 2:
Teken de werklijn van de eerste kracht (rechter), deze loopt evenwijdig aan de kracht.

Laat deze aansluiten op de pijlpunt van de nettokracht.
Fn

Slide 18 - Tekstslide

Stap 3:
Teken de werklijn van de tweede kracht (linker), deze loopt evenwijdig aan de kracht.

Laat deze aansluiten op de pijlpunt van nettokracht.
Fn

Slide 19 - Tekstslide

Stap 4:
Je hebt nu weer een parallellogram.

De afzonderlijke spankrachten hebben hetzelfde aangrijpingspunt als Fn.
Fn
Fspan
Fspan

Slide 20 - Tekstslide

Stap 4:
De spankrachten lopen van het aangrijpingspunt naar de snijpunten van de werklijnen.

De spankrachten zijn aangegeven met groen in de tekening.
Fn
Fspan
Fspan

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de kop-staartmethode en de parallellogrammethode?

Slide 22 - Open vraag

Voor welk doel kun je maar één van beide methodes gebruiken? Welke methode gebruik je daarvoor?

Slide 23 - Open vraag

Voor welk doel kun je zowel de kop-staartmethode gebruiken als de parallellogrammethode?

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk
Maken: 65, 66, 67
-> Voor de mensen die natuurkunde kiezen: 70
-> Voor de mensen die geen natuurkunde kiezen: 64
Leren: §4.6

Slide 25 - Tekstslide