3 vwo - clase 3 - período 3

¡Bienvenidos a clase!
(t)V3 - clase III
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a clase!
(t)V3 - clase III

Slide 1 - Tekstslide

Programa de hoy
  • Deberes: ¿preguntas?
  • El verbo IR
  • Los números 100 - 1000 

Slide 2 - Tekstslide

IR (gaan)

Slide 3 - Open vraag

3

Slide 4 - Video

01:27
Welk woordje komt er tussen een vorm van "ir" en een heel werkwoord?

Slide 5 - Open vraag

03:02
Hoe zeg je in het Spaans: Juan gaat dansen?

Slide 6 - Open vraag

04:11
Wat betekent de titel van het liedje "Vivir mi vida"?

Slide 7 - Open vraag

Ir (gaan)
Als je in het Nederlands "gaan" zegt, gebruik je ir.

a) Ik ga naar Spanje. --> je verplaatsen van A naar B
b) Ik ga fietsen. --> toekomende tijd

Slide 8 - Tekstslide

Ir (gaan) - toekomende tijd
Ir + a + heel werkwoord.

Je vervoegt de vorm van ir. Daar komt altijd het woordje a achter, ook al vertaal je het niet:
- Voy a bailar = ik ga dansen
- Voy a comer = ik ga eten

Slide 9 - Tekstslide

ir a / en / de

Slide 10 - Tekstslide

Ik ga met de trein naar het strand

Slide 11 - Open vraag

Ik ga fietsen in de stad

Slide 12 - Open vraag

Números

Slide 13 - Woordweb

Los números
  • Als je de regels van de nummers 1-99 nog eens wilt herhalen, kun je straks zelf de powerpoint bekijken en beluisteren
  • We bekijken nu de regels voor de getallen 100-1000
  • Tekstboek p. 47

Slide 14 - Tekstslide

Los números
  • Cien = 100 (los)
  • Ciento = 100 (als er iets achter komt)
--> ciento uno = 101
--> ciento veintisiete = 127

Slide 15 - Tekstslide

Los números
  • 200: doscientos
  • 300: trescientos
  • 400: cuatrocientos
  • 600: seiscientos
  • 800: ochocientos

1000 = mil
Let op!
  • 500: quinientos
  • 700: setecientos
  • 900:  novecientos

Slide 16 - Tekstslide

Los números
  • Hondertallen zijn mannelijk of vrouwelijk, afhankelijk van het zelfstandig naamwoord.
  • Doscientos chicos, doscientas chicas.
  • Quinientos veinticinco libros, quinientas veinticinco sillas.

Slide 17 - Tekstslide

Los números
  • Tussen een hondertal en een tiental / los getal komt nooit een y.
  • Alleen tussen een tiental en een los getal staat een y.

  • Ochocientos treinta y siete.
  • Cuatrocientos ochenta y nueve.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf in getallen: setecientos veintinueve

Slide 19 - Open vraag

Schrijf in getallen: ciento sesenta

Slide 20 - Open vraag

Schrijf in getallen: dos mil veintiuno

Slide 21 - Open vraag

Deberes
Herhalen vocabulario 5.1 + 5.2
Leren vocabulario 5.3
Maken Paso Adelante ej. 25
Herhalen vormen van ser, estar, tener en ir

Optioneel: bekijk de powerpoints van ir en van de getallen

Slide 22 - Tekstslide