3T voorbereiding toets K5

Heute ist Freitag, der 24. März 2023
- Pak je boek op blz 91
- Ga in de lesson up inloggen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Heute ist Freitag, der 24. März 2023
- Pak je boek op blz 91
- Ga in de lesson up inloggen

Slide 1 - Tekstslide

3T voorbereiding toets K5
Lesdoel:
Ik weet wat ik voor de toets moet leren
waar ik extra aandacht aan ga besteden
en hoe ik het beste ervoor kan leren

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Herhaling toetsstof lesson up (10 min)
oefentoets online methode K5
klaar? -zelfstandig leren (20 min)
Afsluiting en Kahoot (10 min)

Slide 3 - Tekstslide

onderwerpen toets
Kapitel 5 Zukunft
Lernliste Nl-Dt Seite 88
Lernliste Dt-Nl Seite 89
Grammatik: werkwoord werden vervoegen Seite 90
Grammatik: e/i Wechsel Seite 90
volgende werkwoorden hebben e/i Wechsel:
essen, geben, lesen, sehen, treffen, fernsehen, helfen, nehmen, sprechen, vergessen
Sprachmittel: (zinnetjes kunnen vertalen van Nl-Dt) Seite 91

Slide 4 - Tekstslide

het tussenjaar
A
die Auszeit
B
das Auszeit
C
das Praktikum

Slide 5 - Quizvraag

die Tätigkeiten
A
zich bezig houden
B
de werkzaamheden
C
het onderzoek
D
maatschappij

Slide 6 - Quizvraag

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e



en
t
en
werden -> uitzondering
werd
wirst
wird

werd
werd
werd
e
uitleg

Slide 7 - Tekstslide

sterke werkwoorden  met e in de stam

e = i
e= ie

Slide 8 - Tekstslide

e/i - Wechsel
bij du en er/sie/es klinkerwisseling van e-i
essen (du isst; er/sie/es isst); geben (du gibst; er/sie/es gibt); treffen (du triffst; er/sie/es trifft); helfen (du hilfst; er/sie/es hilft); sprechen (du sprichst; er/sie/es spricht); vergessen (du vergisst; er/sie/es vergisst)

Slide 9 - Tekstslide

uitzonderingen
lesen (du liest; er/sie/es liest); 
sehen (du siehst; er/sie/es sieht)
fernsehen (du siehst fern; er/sie/es sieht fern)
nehmen (du nimmst; er/sie/es nimmt)

Slide 10 - Tekstslide

bij welke persoonsvormen is er een klinkerwisseling
A
du; er
B
du; er/sie/es; ihr
C
du; er/sie/es
D
bij alle

Slide 11 - Quizvraag

hij (nehmen)
A
er nimt
B
er nimmt
C
er nehmt
D
er niemt

Slide 12 - Quizvraag

jij geben
A
du gibst
B
du giebst

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal: Wat wil je later worden?

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: Wat is jouw droomberoep?

Slide 15 - Open vraag

oefentoets
 oefentoets  online methode K5 Zukunft
klaar?
zelfstandig leren met bv. Slim Stampen
25 min stil werken
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat moet je voor de toets weten?

Slide 17 - Open vraag

Waar ga je qua leren extra aandacht aan besteden? Welk onderwerp?

Slide 18 - Open vraag

Hoe ga je het beste voor de toets leren?

Slide 19 - Open vraag