V1C 05-06 les 1

V1C - 5 juni
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

V1C - 5 juni

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • 15 minuten lezen
  • Zinnen maken in de verleden tijd: Wat heb je in het weekend gedaan?

Lesdoel:
Ik herken het voltooid deelwoord in een zin. 
Ik kan zeggen wat ik gedaan heb met het voltooid deelwoord. 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Maak een zin over wat je nu doet.

Dit heet de tegenwoordige tijd.

Slide 4 - Tekstslide

Maak een zin over wat je vanavond gaat doen. 

Dit heet de toekomende tijd. 

Slide 5 - Tekstslide

Je leert vandaag hoe je kunt vertellen wat je hebt gedaan. 

Dit heet de verleden tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Nu: Ik fiets naar school. 
Toekomende tijd: Ik ga naar school fietsen. 
Verleden tijd: Ik ben naar school gefietst.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord?
Vorm van een werkwoord die je gebruikt om te vertellen wat je gedaan hebt.

Je schrijft het vaak met "ge-", "-t" of "-d":
werken → gewerkt
spelen → gespeeld

Slide 8 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden 
Het voltooid deelwoord gebruik je samen met:
hebben: Ik heb gelachen.
zijn: Ik ben gevallen.

Slide 9 - Tekstslide

➡ Gebruik zijn bij beweging of verandering van plaats.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Neem eerst het werkwoord zonder - en. 
werken --> werk
fietsen --> fiets
bellen --> bel

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Dan zetten we ge- ervoor.  
werken --> gewerk
fietsen --> gefiets
bellen --> gebel

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Ten slotte zetten we een -d of een -t aan het einde van het woord.

werken --> gewerkt
fietsen --> gefietst
bellen --> gebeld

Slide 13 - Tekstslide

Maar wat is nu de laatste letter?
Is het een -d of een -t??

Slide 14 - Tekstslide

Hele werkwoord: werken
stam: werken
laatste letter: k
Staat de k in 
't x kofschip?

Ja! Dus de laatste letter is een t.
Ik heb gewerkt.
Hele werkwoord: delen
stam: delen
laatste letter: l
Staat de l in 
't x kofschip?

Nee! Dus de laatste letter is een d.
Ik heb gedeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Hele werkwoord: snoepen
Ik heb......

Slide 16 - Open vraag

Gesnoept, want
Snoepen
Ik snoep
Laatste letter p
De p zit in 't x kofschip,
dus een t aan het eind. 

Slide 17 - Tekstslide

Werkwoord: dromen
Ik heb ...
A
gedroomt
B
gedroomd

Slide 18 - Quizvraag

Gedroomd, want
Dromen
Ik droom
Laatste letter is een m,
die zit niet in 't x kofschip,
dus de laatste letter wordt een d

Slide 19 - Tekstslide

Verander de zin naar de verleden tijd.
'Ik maak een taart.'

Slide 20 - Open vraag

Verander de zin naar de verleden tijd.
'Zij woont in Amsterdam.'

Slide 21 - Open vraag

Verander de zin naar de verleden tijd.
'Hij werkt in het ziekenhuis.'

Slide 22 - Open vraag

En nu jullie!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Verder oefenen...
Werkblad met opdrachten
Disk grammatica --> de zin: 3.10

Slide 25 - Tekstslide

Einde van de les
Lesdoel:
Je kan vertellen waar een tekst overgaat.  
Je weet wanneer je de voegwoorden en, want, omdat, of, maar en dus moet gebruiken.

Slide 26 - Tekstslide