proefwerk 2 elektriciteit, oefenopdrachten voor de toets

oefenopdrachten voor de toets
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
  • Maak de startopdracht.
Havo 2 proefwerk 2 Elektriciteit
H2E
H2F
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oefenopdrachten voor de toets
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
  • Maak de startopdracht.
Havo 2 proefwerk 2 Elektriciteit
H2E
H2F

Slide 1 - Tekstslide

Starter for ten (3 minuten)
Bereken de elektrische energie als een lamp (500 mA en netspanning) een half uur brandt.
Netspanning is de spanning van het stopcontact en die is ....... V

500 mA = ...... A

een half uur is ...... seconde

Slide 2 - Tekstslide

Spullen bij je.
  1. boek
  2. schrift
  3. rekenmachine
  4. pen/potlood
  5. geodriehoek of liniaal
  6. huiswerk gemaakt

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Capaciteit
  • Oefenvragen voor de toets

Slide 4 - Tekstslide

Capaciteit van een batterij
De capaciteit van een batterij geeft aan hoeveel stroom (bewegende elektronen) zijn opgeslagen in de batterij. Als de batterij gebruikt wordt stromen deze elektronen uit de batterij.

De stroomsterkte geeft weer hoeveel elektronen er per seconde uit de batterij stromen, dus hoe groter de stroomsterkte hoe sneller elektronen uit de batterij lopen, des te sneller de batterij leeg is.

Slide 5 - Tekstslide

Capaciteit van een batterij
De capaciteit wordt weergegeven met de eenheid mAh.
Dit geeft uit hoeveel de stroomsterkte kan zijn als de 
batterij na 1 uur leeg is.

Dus als er 1800 mAh op staat dan is de batterij na 1 uur leeg als je 
1800 mA (1,8 A) gebruikt.
Gebruik je maar 900 mA (0,9 A) dan duurt het 2 uur voordat de 
batterij leeg is.

Slide 6 - Tekstslide

Capaciteit van een batterij
De capaciteit reken je uit met de formule:
C = capaciteit (in mAh)
I = stroomsterkte (in mA)
t = tijd (in uur)

Dus hoe kleiner de I des te langer kun je met de batterij doen voordat hij leeg is.

C=It

Slide 7 - Tekstslide

Bereken van de capaciteit
Bereken de capaciteit van van een batterij waarop een lamp brandt die een stroomsterkte heeft van 0,2 A. De batterij is na 10 uur leeg. 

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord: Vraag en formule
Bereken de capaciteit van van een batterij waarop een lamp brandt die een stroomsterkte heeft van 0,2 A. De batterij is na 10 uur leeg. 
vraag:
C = ?
C=It

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord: Gegevens in goede eenheid
Bereken de capaciteit van van een batterij waarop een lamp brandt die een stroomsterkte heeft van 0,2 A. De batterij is na 10 uur leeg. 
vraag:
C = ?
I = 0,2 A = 200 mA
t = 10 h
C=It

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord: som en antwoordzin
Bereken de capaciteit van van een batterij waarop een lamp brandt die een stroomsterkte heeft van 0,2 A. De batterij is na 10 uur leeg. 
vraag:
C = ?
I = 0,2 A = 200 mA
t = 10 h

C = 2000 mAh
C=It
C=20010

Slide 11 - Tekstslide

Nog een berekening
Bereken hoelang het duurt voordat de batterij leeg is die 0,09 A gebruikt. De batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh.

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord: Vraag en formule
Bereken hoelang het duurt voordat de batterij leeg is die 0,09 A gebruikt. De batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh.
vraag:
t = ?
C=It

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord: gegevens in juiste eenheid
Bereken hoelang het duurt voordat de batterij leeg is die 0,09 A gebruikt. De batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh.
vraag:
t = ?
C = 1800 mAh
I = 0,09 A = 90 mA
C=It

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord: som en antwoordzin
Bereken hoelang het duurt voordat de batterij leeg is die 0,09 A gebruikt. De batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh.
vraag:
t = ?
C = 1800 mAh
I = 0,09 A = 90 mA


dus t = 1800:90 = 20

t = 20 h
C=It
1800=90t

Slide 15 - Tekstslide

Maak een schakeling
Maak een schematische tekening van een stroomkring met 3 lampjes die in serie staan.
In de schakeling zit ook een schakelaar en een ampère meter.
Ook een voltmeter wordt gebruikt om de spanning van één lampje te meten.

Laat de tekening zien

Slide 16 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Capaciteit
  • Oefenvragen voor de toets

Slide 17 - Tekstslide

Starter for ten (antwoorden)
Bereken de elektrische energie als een lamp (500 mA en netspanning) een half uur brandt.
E = P . t
P = U . I

E = U . I . t
Vraag: E = ?
Gegevens:
U = netspanning = 230 V
I = 500 mA = 0,5 A
t = 1/2 uur = 30 min x 60 = 1800 s

E = 230 x 0,5 x 1800

E = 207 000 J

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Leren hoofdstuk 5 voor de toets

Slide 19 - Tekstslide