7.1 en 7.2 De consument dat ben jij!

H7 de consument dat ben jij


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H7 de consument dat ben jij


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

LESDOELEN; Aan het eind van deze les kan je:

  • Uitleggen wat negatieve en positieve externe effecten van productie en consumptie zijn
  • Deze effecten kunnen omschrijven als sociale, gezondheids- of milieueffecten
  • Uitleggen wat "duurzaam" betekent en wie/ hoe verantwoordelijk is voor duurzame productie
  • uitleggen dat een gebrek aan "transparantie" er voor zorgt dat cosumenten onbedoeld verkeerde keuzes maken 
  • Uitleggen wat keurmerken zijn en waartoe ze dienen
  • Wat het verband is tussen "morele vrijbrief" en maatschappelijk bewust consumeren

Slide 3 - Tekstslide

Wat was ook alweer welvaart?


Welvaart geeft aan in welke mate mensen in hun behoeften kunnen voorzien 

Slide 4 - Tekstslide

Externe effecten
Externe effecten zijn onbedoelde bijwerkingen van productie of consumptie die de welvaart van anderen beïnvloedt.

Slide 5 - Tekstslide

Positieve en Negatieve

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Nog andere voorbeelden:
  •  negatief extern effect: ‘milieuvervuiling bij productie’. Door de milieuvervuiling van een producent daalt de welvaart van anderen.

  • negatief extern effect: het vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.

  • Het meeluisteren naar je de muziek van je buren als je in de tuin zit kan zowel positief als negatief zijn. Als je het rotmuziek vindt is het negatief. Het wordt echter een positief extern effect als je het leuke muziek vindt.

Slide 9 - Tekstslide

Overheid en negatieve externe effecten
  • De overheid kan negatieve externe effecten proberen te verminderen door bijvoorbeeld productievoorschriften (regels waaraan producent zich moet houden) of door een product duurder te maken dmv een heffing.
  • Denk bijvoorbeeld aan benzine accijns als wapen om het autoverkeer terug te dringen.

Slide 10 - Tekstslide

Duurzame productie is productie waarbij rekening gehouden wordt met de toekomst van mens en milieu.

Dit hangt niet alleen van producenten af, maar ook van consumenten. Want een consument bepaalt wat die koopt!

Slide 11 - Tekstslide

Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoekt hoe het maatschappelijk bewustzijn is van consumenten:

  • De "rode" consument (40% v NL)-> houdt geen rekening met mens/ milieu in de toekomst= Niet duurzaam
  • De "lichtgroene" consument (55%)-> is zich wel beter bewust van de gevolgen van consumptie, maar niet bereid om grote offers te brengen
  • De "donkergroene" consument (5%) wil wel grote offers brengen voor een ddurzamer leven. Bijv: minder met vliegtuig, koopt fairtrade producten, koopt biologische producten

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje over de kledingindustrie in Bangladesh en maak daarbij deze vragen (maak ff een fotootje met tel en houd de vragen bij het filmpje) De antwoorden kun je intikken in de dia's na het filmpje.
1. Welke handelsafspraken maakt het Weste met Bangladesh om het land op gang te helpen?
2. Waarom is Bagladesh nog meer aantrekkelijk voor kledingfabrikanten?
3. Hoe groot is het aandeel (%) van het BNP van Bangladesh dat wordt verdiend in de kledingindustrie
4. Wat is het minimumloon per maand in Bangladesh in €'s?
5. Wat verdient het personeel van Arafat per maand in €'s?
6. Wat was het doel van het BAngladesh-akkoord?
7. Wat mochten kledingmerken niet volgens het akkkoord?
8. Wat wordt bedoeld met sub-contracting?
9. Wat is het voordeel hiervan voor fabrikanten?
10. Wat is het probleem van "subcontracting" voor de kledingindustrie?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

1. Welke handelsafspraken maakt het Westen met Bangladesh om het land op gang te helpen?

Slide 15 - Open vraag

2. Waarom is Bagladesh nog meer aantrekkelijk voor kledingfabrikanten?

Slide 16 - Open vraag

3. Hoe groot is het aandeel (%) van het BNP van Bangladesh dat wordt verdiend in de kledingindustrie?

Slide 17 - Open vraag

4. Wat is het minimumloon per maand in Bangladesh in €'s?

Slide 18 - Open vraag

5. Wat verdient het personeel van Arafat per maand in €'s?

Slide 19 - Open vraag

6. Wat was het doel van het BAngladesh-akkoord?

Slide 20 - Open vraag

7. Wat mochten kledingmerken niet volgens het akkoord?

Slide 21 - Open vraag

8. Wat wordt bedoeld met sub-contracting?

Slide 22 - Open vraag

9. Wat is het voordeel hiervan voor fabrikanten?

Slide 23 - Open vraag

10. Wat is het probleem van "subcontracting" voor de kledingindustrie?

Slide 24 - Open vraag



Voor degen die het interessant vinden: 
lees het volgende artikel over de situatie in de kledingindustrie van Bangladesh een paar jaar na de ramp.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link