Hoofdstuk 7

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer is de toets?
H3A Woensdag 20 december Toets H6 + H7

H3B Dinsdag 19 december Toets H6 + H7

H3C Maandag 18 december Toets H6 + H7

H3D Dinsdag 19 december Toets H6 + H7

Slide 4 - Tekstslide

Meld je aan voor de bijles

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lesplanning
  • Uitleg hoofdstuk 7.1
  • Artikel ''Beyoncé''
  • Verder hoofdstuk 7.1

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
  • uitleggen wat positieve externe effecten zijn.
  • uitleggen wat negatieve externe effecten zijn.
  • voorbeelden noemen van externe effecten van productie (sociale-, gezondheids- of milieueffecten.
  • uitleggen dat consumenten verschillend met duurzaamheid omgaan.

Slide 8 - Tekstslide

Wat was ook alweer welvaart?

Slide 9 - Woordweb

Externe effecten
Extern effect: gevolgen van consumptie en productie die niet in de prijs worden meegenomen maar wel de welvaart van andere beïnvloeden.

Negatieve externe effecten: Een extern effect waarbij de welvaart van de maatschappij afneemt.

Positieve externe effecten: Een extern effect waarbij de welvaart van de maatschappij toeneemt. 

Slide 10 - Tekstslide

Zorgt Beyoncé voor inflatie?
1. Lees in stilte het artikel
2. Bespreek in je tweetal wat je hebt gelezen
3. Vul negatieve externe effecten uit het artikel, in de tabel.
4. Vul positieve externe effecten uit het artikel, in de tabel.
5. Bedenk zelf nog externe effecten erbij.
6. Klassikaal bespreken

Artikel: Beyoncé
https://www.nu.nl/economie/6268092/zweedse-econoom-wijt-hoge-inflatie-aan-niemand-minder-dan-beyonce.html 
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Een concert van Beyoncé 
Positieve externe effecten:
  • Je moet een hotel boeken.
  • Je eet van te voren bij een restaurant of bij en fastfoodketen.
  • Meer werkgelegenheid voor de mensen achter de bar en de beveiliging ect.
Negatieve externe effecten:
  • Er ontstaan files rondom het concert.
  • Er zijn overvolle treinen.
  • Parkeren in omliggende wijken.
  • Geluidsoverlast omwonende.
  • Hotelprijzen stijgen.
  • Mensen uit het buitenland komen met het vliegtuig, dus meer co2 uitstoot.
  • Er kan inflatie ontstaan.

Slide 12 - Tekstslide

Duurzaam
Duurzaam is als er rekening wordt gehouden met de gevolgen voor mens en milieu op de lange termijn.



Hoe zie je duurzaamheid terug bij het Beyoncé concert?
  • Tickets zijn digitaal. Vroeger was dit allemaal op papier.

Slide 13 - Tekstslide

Maatschappelijk bewust van verschillende soorten consumenten
  • De "rode" consument (40% v NL)-> houdt geen rekening met mens/ milieu in de toekomst en is dus niet duurzaam.
  • De "lichtgroene" consument (55%)-> is zich wel beter bewust van de gevolgen van consumptie, maar niet bereid om veel geld eraan te besteden.
  • De "donkergroene" consument (5%) -> wilt graag geld besteden aan een duurzamer leven, op meerdere gebieden. Bijv: minder met het vliegtuig, koopt fairtrade producten of koopt biologische producten.

Verschillen bij het Beyoncé concert
''rode'' consumenten -> komen vanuit het buitenland met het vliegtuig.

''lichtgroene'' consumenten -> komen met de fiets of trein.

''groene'' consument -> bekijken het YouTube

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
  • Hoofdstuk 7 
      Maken Opdracht 7.2 (bladzijde 93)


timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
  • uitleggen dat gebrek aan transparantie ertoe leidt dat consumenten onbedoeld verkeerde keuzes maken.
  • uitleggen welke rol keurmerken kunnen spelen voor consumenten.

Slide 17 - Tekstslide

Lesplanning
  • Video over de instorting van een kledingfabriek
  • Uitleg hoofdstuk 7.2
  • Aan de slag met de opdrachten

Slide 18 - Tekstslide

https://nos.nl/l/2472648

Slide 19 - Tekstslide

Wie weet;
in welk land, in welke fabriek door wie, je schoenen worden gemaakt?

Slide 20 - Woordweb

Transparantie in de problemen
  • De consument heeft nauwelijks de juiste informatie
  • In welke fabriek/land wordt jou kleding gemaakt?
  • Hoe wordt daar met mensen omgegaan?
  • Hoe weet je of de arbeiders een eerlijk loon krijgen?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een keurmerk?
Een keurmerk is een etiket dat bedoeld is om consumenten snel te informeren over productie eigenschappen.

Voor het behouden en beschermen van bossen
Handel met eerlijke handelsvoorwaarden
(eerlijke lonen)
Producten van biologische landbouw
Veiligheid van elektrische producten en apparaten

Slide 22 - Tekstslide

De gezonde consument
Waarom is gezond eten zo belangrijk?

Wat is gezondheidswinst?
Richtlijnen voor gezondheidswinst van de gezondheidsraad (2015)

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten: 
  • Opdracht 7.4 
  • Opdracht 7.5
  • Opdracht 7.8
  • Opdracht 7.9
  • Opdracht 7.10


timer
7:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
  • uitleggen dat de morele vrijbrief ervoor zorgt dat consumenten minder maatschappelijk bewust consumeren dan zij zelf denken.

Slide 26 - Tekstslide

Lesplanning
  • Herhaling en video
  • Uitleg hoofdstuk 7.4
  • Aan de slag met de opdrachten

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn externe effecten?

Slide 28 - Open vraag

Wat zijn voorbeelden van negatieve externe effecten?

Slide 29 - Open vraag

Wat zijn voorbeelden van positieve externe effecten?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

De milieubewuste consument
Als consument breng je schade toe aan het milieu. Je kunt deze schade beperken door bewuste keuzes te maken bij het consumeren. 

Je kunt bijvoorbeeld:
  1. minder consumeren
  2. vaker het openbaar vervoer of de fiets nemen
  3. kiezen voor milieuvriendelijke en/of diervriendelijke varianten
  4. afval scheiden.
Consument: Persoon die consumeert, dat wil zeggen goederen of diensten koopt

Slide 32 - Tekstslide

Morele vrijbrief
Het gedrag van consumenten gaat heen en weer.
Van een bewuste keuze naar een minderbewuste keuze, en andersom = compensatiegedrag = morele vrijbrief

  • Ik ga nu sporten -> daarna eet ik een snack.
  • Ik koop zonnepanelen -> ik ga meer stroom verbruiken

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten: 
  • Opdracht 7.13
  • Opdracht 7.14
  • Opdracht 7.15

timer
7:00

Slide 34 - Tekstslide

Extra uitleg video's
Externe effecten:​

https://www.youtube.com/watch?v=sHEg4XkPkxg​


Keurmerk kledingindustrie:​
https://www.ad.nl/politiek/d66-wil-met-ecolabel-enorme-puinhoop-in-de-kledingindustrie-aanpakken~a83363db/​

Opgave 7.7​
https://www.oxfamnovib.nl/blogs/dagelijks-leven/hoe-koop-ik-verantwoord-kleding​









Slide 35 - Tekstslide