Ingezonden brief: week 12 (2022) les 1 - oriënteren

Leerdoelen 
  • Ik weet wat een ingezonden brief is;  
  • Ik begrijp hoe een ingezonden brief is opgebouwd;  
  • Ik kan op basis van een bouwplan een betogende brief schrijven;  
  • Ik kan argumenten bedenken en deze in een betogende tekst (de brief) uitwerken;  
  • Ik kan de juiste signaalwoorden gebruiken in een ingezonden brief; 
  • Ik kan mijn geschreven tekst kritisch nakijken op spelling en zinsbouw. 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 
  • Ik weet wat een ingezonden brief is;  
  • Ik begrijp hoe een ingezonden brief is opgebouwd;  
  • Ik kan op basis van een bouwplan een betogende brief schrijven;  
  • Ik kan argumenten bedenken en deze in een betogende tekst (de brief) uitwerken;  
  • Ik kan de juiste signaalwoorden gebruiken in een ingezonden brief; 
  • Ik kan mijn geschreven tekst kritisch nakijken op spelling en zinsbouw. 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt een tekst
Je gaat op zoek naar de hoofdzaken in de tekst.
De kernwoorden noteer je in je bouwplan.
Vul je bouwplan verder in.
Daarna ga je pas schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma week 12 en 13 
les 1: theorie + bouwplan bekijken
les 2: bouw-/schrijfplan maken 
les 3: ingezonden brief schrijven mbv artikel
Les 4: bespreken van jullie brieven
woensdag 30 maart les 5: toets 

Slide 3 - Tekstslide

1. theorie m.b.t. de ingezonden brief 

Slide 4 - Tekstslide

1. Wat is een ingezonden brief?
2. Waarom schrijf je deze?
3. Voor wie bedoeld?
timer
3:00

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ingezonden brief
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Ingezonden brief: even zelf lezen 
Lees de tekst op de volgende sheet.  
1. Waar reageert de schrijfster van deze brief op?
2. Wat is haar mening?
Noteer het antwoord in je schrift. 

Slide 10 - Tekstslide

Noteer je antwoorden en zet er het nummer voor (1, 2)

Slide 11 - Open vraag

Wat heb je nodig om je lezers te overtuigen?
  • Argumenten
  • Wat zijn dat ook alweer?
  • 'Bewijsmiddel' om je mening mee te onderbouwen.

Slide 12 - Tekstslide

Ingezonden brief 
Welke argumenten gebruikt 
de brievenschrijfster?
Noteer de gevonden argumenten in je schrift.
Wissel daarna uit met je buur: hebben jullie hetzelfde uit de tekst gehaald?

Slide 13 - Tekstslide

Je leert nu hoe een ingezonden brief is opgebouwd.

Nodig: Je bouwplan 
2. De opbouw van een ingezonden brief

Slide 14 - Tekstslide


Inleiding:

  • artikel waarop je reageert: bron (krant) + titel van artikel + datum
  • samenvatting artikel (max. 3 zinnen)
  • jouw mening


Kern:

  • argumenten (minimaal twee)
  • één alinea per argument

Slot:

  • samenvatting/conclusie 
  • herhalen mening  + eventueel advies/uitsmijter






Indeling van de ingezonden brief: I K S

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 
  1. Vul je bouwplan in m.b.v. de inhoud van de tekst over 'Slaaptekort leidt tot slechte schoolprestaties'. 
  2. Wissel je bouwplan uit met je buur en 'schiet' op elkaars resultaat. 
  3. Waar je niet uitkomt, bespreken we klassikaal.

Slide 17 - Tekstslide

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
Het standpunt van de schrijver

Slide 18 - Quizvraag

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
het standpunt van de schrijver

Slide 19 - Quizvraag

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 20 - Quizvraag

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 21 - Quizvraag

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag