2M/B - 3.2 monarchie + grondwetswijziging 1848

2MB - Staatsinrichting vanaf 1848
3.2 - van koning naar grondwetswijziging
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

2MB - Staatsinrichting vanaf 1848
3.2 - van koning naar grondwetswijziging

Slide 1 - Tekstslide

Willem I en de grondwet:
Hoe ging Nederland van een koning met absolute macht naar een constitutionele monarchie?

Slide 2 - Tekstslide

1815

Landen in Europa willen voorkomen dat Frankrijk weer zo sterk wordt en creëren een sterk land ter noorden van Frankrijk. 


Slide 3 - Tekstslide

Welke landen wilden voorkomen dat Frankrijk weer een sterk groot land zou zijn.
A
Engeland en delen van Duitsland
B
Engeland en Ierland
C
Nederland, Belgie en Luxemburg
D
Denemarken en Duitsland

Slide 4 - Quizvraag

Welke landen zorgden voor een sterk Noordelijk land om Frankrijk te begrenzen?
A
Noorwegen, Zweden, Finland
B
Denemarken en Duitsland
C
Nederland, Belgie en Luxemburg
D
Engeland en delen van Duitsland

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Waarom was dit een belangrijk moment?

Slide 8 - Open vraag

 Nederland krijgt een koning= monarchie
Koning Willem I
Eerste koning van Nederland

Slide 9 - Tekstslide

Koninkrijk der Nederlanden
- Ontstaat na val Napoleon.
- Constitutionele monarchie

Slide 10 - Tekstslide

Waarom noemen we Willem I de koopman-koning?
A
Hij was een koopman voor zijn koningschap.
B
Hij kocht België.
C
Hij kocht veel kolonies.
D
Hij stimuleerde de economie en handel.

Slide 11 - Quizvraag

De leider van Nederland voor Willem 1 was...

Slide 12 - Open vraag

REVOLUTIE
1830: België onafhankelijk

Slide 13 - Tekstslide

België onafhankelijk (1839)
ontevredenheid over: 
- koning
- Taal 
- godsdienst

Slide 14 - Tekstslide

België onafhankelijk
  • 1830: België roept onafhankelijkheid uit

  • Nederlands leger wint veel

  • Willem 1 word gedwongen zijn leger terug te trekken
  • 1839 België onafhankelijk

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het parlement?
A
de eerste en tweede kamer samen
B
het kabinet
C
de overheid
D
alle ambtenaren in Nederland

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer werd Nederland het Koninkrijk der Nederlanden?
A
1800
B
1820
C
1815
D
1825

Slide 17 - Quizvraag

Koning Willem II wordt bang! 
Koning willem II
Koning Willem I

Slide 18 - Tekstslide

Waarom wordt Willem 2 bang?

Slide 19 - Open vraag

Grondwetswijziging 1848
Macht moest anders verdeeld worden.. niet alle macht bij één persoon
(de koning), Nederland werd een parlementaire democratie:

Willem I stelt Thorbecke aan om de grondwet te wijzigen! 


Slide 20 - Tekstslide

Grondwetswijziging 1848
  • Willem II 'in 1 nacht' van conservatief naar liberaal
  • Johan Rudolph Thorbecke herschrijft grondwet
Grondwetswijziging van Thorbecke:
  1. Ministers verantwoording schuldig aan parlement, niet de koning
  2. Koning blijft staatshoofd, maar onschendbaar: ministers zijn verantwoordelijk voor hem
  3. Grondrechten werden uitgebreid  met:
    1. vrijheid van godsdienst
    2. vrijheid van meningsuiting
    3. vrijheid van drukpers
  4. Censuskiesrecht: Degene die betaalt, bepaald (+- 73.000 mannen in 1848). 

Slide 21 - Tekstslide

Scheiding der machten (trias politica):
  • Wetgevende macht = door het parlement (Eerste + Tweede Kamer)
  • Uitvoerende macht = door de regering (Ministers en minister-president)
  •  Rechtelijke macht = door (onafhankelijke) rechters

De macht van de koning wordt beperkt en de macht van het volk groter

Slide 22 - Tekstslide

Grondwetswijziging 1848
1815
1848
Hoogste macht in het land
Koning
Parlement
Recht om ministers te ontslaan
Koning
Parlement
Recht om parlements-leden te kiezen
Koning en rijke mannen

Slide 23 - Tekstslide

Tijdlijn voor en na 1848 
1815 - 1848
Na 1848

Slide 24 - Tekstslide

In de grondwet staat dat de koning onschendbaar is. Welke zin hieronder gaat daarover?
A
De koning heeft het recht om wetten te maken
B
De koning kan alleen door de Tweede Kamer ontslagen worden
C
De koning maakt deel uit van het parlement
D
De koning valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid

Slide 25 - Quizvraag

Filmpje met vragen
1. Noteer alle positieve ontwikkelingen waar Willem 1 voor heeft gezorgd.
2. Wat zijn de minder positieve ontwikkelingen volgens de Belgen waar Willem 1 voor heeft gezorgd?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

pluspunten Willem 1

Slide 28 - Woordweb

minpunten Willem 1

Slide 29 - Woordweb

Zelf aan de slag! 
Lezen + maken 3.2
Dit is HW voor de volgende les

Slide 30 - Tekstslide