les 18/4: foutieve samentrekking

Aan het eind van deze week:
- kun je zinnen correct begrenzen;
- kun je foutieve samentrekkingen in een zin herkennen.



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze week:
- kun je zinnen correct begrenzen;
- kun je foutieve samentrekkingen in een zin herkennen.



Slide 1 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Hij hield van haar en haar handen vast.
Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.

Wat valt je op aan deze zinnen? 

Slide 2 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. Dat heet samentrekking: 
– Ik vind de herfst het fijnste seizoen en (–) de winter het minst prettig. 

Voorwaarden: de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort), dezelfde betekenis én hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) als de woorden die blijven staan.

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan
1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.
3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.
4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.

Als er sprake is van een foutieve samentrekking, plaats je de ten onrechte weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

Weggelaten: Tabitha; heeft
Tabitha = ow (enk); heeft = pv (enk) in het wg heeft → zww
Tabitha = ow (enk); heeft = pv (enk) in het wg heeft gewerkt → hww
Tabitha – correct; heeft – fout
Verbetering: Tabitha heeft hoge cijfers, maar heeft er ook hard voor gewerkt.

Slide 5 - Tekstslide

Een foutieve samentrekking komt voor...
A
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten dezelfde grammaticale functie heeft
B
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten een andere vorm heeft.
C
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten dezelfde betekenis heeft
D
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten op dezelfde plek staat tov pv

Slide 6 - Quizvraag

Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk!
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 7 - Quizvraag

Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 8 - Quizvraag

Peter gaf zijn moeder een bos bloemen en zijn zusje een boekenbon.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin is sprake van een foutieve samentrekking?
A
Deze man is depressief omdat hij door herinneringen uit het verleden wordt gekweld.
B
Het beste dat je kunt doen met die lelijke wond is naar de dokter gaan.
C
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
D
Tijdens het gala werd Peter tot beste coach en Marijke en Petra tot meest sportieve speelsters uitgeroepen.

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb een fiets gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
A
samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 11 - Quizvraag

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 12 - Quizvraag

Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 13 - Quizvraag

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
samentrekking

Slide 14 - Quizvraag

Weet je nu:
- op de juiste manier zinnen begrenzen?
- foutieve samentrekkingen herkennen? 

Huiswerk
Formuleren hoofdstuk 1
  •  Opdracht 1 + 2 + 3
Formuleren hoofdstuk 2
  • Opdracht 1 + 2 + 3

Slide 15 - Tekstslide