wk 44: les 4

Vrijdag 30 oktober - V1a
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Fictie: vertelperspectief
  • Aan de slag!





timer
10:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 30 oktober - V1a
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Fictie: vertelperspectief
  • Aan de slag!





timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je...
...de regels van werkwoordspelling herhaald.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...de 4 vertelperspectieven herhalen.
...vragen beantwoorden over Wonder.

Slide 3 - Tekstslide

Welke 4 vertelperspectieven
ken je?

Slide 4 - Woordweb

Vertelperspectief
Vertelperspectief
Het standpunt van waaruit een verhaal wordt verteld.

1. Ik-vertelperspectief
De gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm.

2. Personaal vertelperspectief
De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld.

Slide 5 - Tekstslide

Vertelperspectief
3. Auctoriaal vertelperspectief
Dit is een alwetende verteller, die zelf geen rol speelt in het verhaal, maar hij weet alles van alle personages en gebeurtenissen.

4. Wisselend perspectief 
Als een schrijver kiest voor het ik-perspectief of het hij- of zij-perspectief, dan kunnen verschillende personages elkaar afwisselen als hoofdpersoon en/of verteller.


Slide 6 - Tekstslide

Vertelperspectief
Bekijk de korte film op de volgende slide.

Wat valt je hier op aan het vertelperspectief?

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Aan de slag!
Ga naar LessonUp wk 44: les 4
Maak slide 10 t/m 23

Slide 9 - Tekstslide

Wonder t/m blz. 266
Je hebt Wonder gelezen t/m blz. 266.
Beantwoord de volgende vragen individueel.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is er tot nu toe gebeurd in het boek? Noteer je antwoord in ongeveer 5 zinnen.

Slide 11 - Open vraag

Waarom worden er in het deel van Justin geen hoofdletters en interpunctie gebruikt, denk je?

Slide 12 - Open vraag




Dit schrijft Justin op blz. 214.

Slide 13 - Tekstslide

1. Hoe ziet jouw gezin eruit?

Slide 14 - Open vraag

2. Hoe zou je jouw gezin omschrijven? Hebben jullie een goede of een hechte band? Kunnen er altijd mensen aanschuiven tijdens het eten? Of zijn er bijvoorbeeld twee gezinsleden die altijd ruzie hebben? Schets een zo duidelijk mogelijk beeld van jouw gezin. Gebruik minimaal 50 woorden.

Slide 15 - Open vraag

3. Wat zou er anders zijn in jullie gezin als Auggie jouw broer was, denk je? Leg je antwoord uit in minimaal 100 woorden.

Slide 16 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
De vragen op de volgende slides bespreek je met je buur. Vergelijk nu jullie antwoorden met elkaar. Vul allebei je antwoorden in bij LessonUp.

Slide 17 - Tekstslide

1. Lijken jullie gezinnen op Auggies gezin, als je kijkt naar hoe jullie met elkaar omgaan?

Slide 18 - Open vraag

2. Wat voor indruk wekte Auggies gezin bij jullie tijdens het lezen van het boek?

Slide 19 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
Het gezin waarin Auggie opgroeit is erg belangrijk voor hem en het speelt ook een belangrijke rol in het boek. Thuis is het namelijk altijd een veilige plek voor Auggie, maar niet alleen voor hem. Ook Jack, Miranda en Justin voelen zich erg thuis. Hoewel Via zich geen beter gezin kan wensen, zou ze ook wel eens willen dat het allemaal anders was.

Slide 20 - Tekstslide

1. Wat vind je ervan dat Via soms boos is op haar ouders die alles goed bedoelen?

Slide 21 - Open vraag

2. Waarom denk je dat Jack het zo fijn vindt bij Auggie thuis?

Slide 22 - Open vraag

3a. Kun jij je voorstellen dat een jongen als Jack jaloers is op een jongen als Auggie?
3b. Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

4. Hoe denk je dat Auggies leven zou zijn als hij ouders had die minder beschermend waren?

Slide 24 - Open vraag

Einde van deze les
Je mag nu verder lezen in je leesboek.

Slide 25 - Tekstslide